Internisten bespreken de mogelijkheden om het vaccinatiebeleid voor rabiës te verruimen
ArrayDe polikliniek voor tropische ziekten van het AMC heeft het extra druk. De artsen daar zien wekelijks meer reizigers met beten van een hond, aap of vleermuis op het spreekuur. Het AMC denkt dat steeds meer mensen zich na de vakantie laten behandelen met antistoffen. Internisten bespreken de mogelijkheden om het vaccinatiebeleid voor rabies uit te breiden.
Rabies, beter bekend als hondsdolheid, is een virusinfectie van het centraal zenuwcentrum/ hersenen die altijd dodelijk afloopt indien symptomen aanwezig zijn. De enige remedie is dan ook voorkómen. Het virus wordt verspreid door speeksel van besmette zoogdieren.
Hondsdolheid komt in de hele wereld voor maar vooral in Afrika, Azie en Zuid-Amerika. Dragers van het virus zijn besmette zoogdieren zoals honden, katten, apen of vleermuizen. Het is niet altijd te zien of dieren besmet zijn. Sommige dragen het virus bij zich zonder er zichtbaar last van te hebben. Het is in elk geval verdacht wanneer een dier agressie toont of onrustig is, of wanneer een van nature schuw dier zijn schuwheid verliest.
Besmetting
Het virus wordt overgebracht door een beet, krab of lik van een besmet dier. Via wondjes in de huid of de slijmvliezen (ogen, mond) dringt het virus het lichaam binnen. Eenmaal in het zenuwstelsel doorgedrongen, zal het virus hondsdolheid veroorzaken en is geen genezing meer mogelijk. Afhankelijk van hoe dicht bij de hersenen de beet of wond zich bevindt, kan het weken tot vele maanden duren voordat de verschijnselen zich openbaren.
Verschijnselen
Het ziekteverloop bestaat uit verschillende stadia. In de beginfase treden rillingen, koorts, malaise, gebrek aan eetlust, misselijkheid, braken en hoofdpijn op. De plaats van de wond kan jeuken en pijnlijk zijn. In de volgende, neurologische fase doen zich hyperactiviteit, nekstijfheid, stuiptrekkingen en verlamming voor. In deze fase veroorzaken spiegelende voorwerpen, zoals glas en water heftige krampen. Uiteindelijk raakt de patient in coma en overlijdt.
Behandeling
Laat u direct behandelen na een beet, krab of lik van een mogelijk besmet dier. De wond moet goed worden schoongemaakt met water en zeep en ontsmet worden met betadine of alcohol. Zorg ervoor dat u, liefst binnen 24 uur, antiserum krijgt. Begin zo snel mogelijk met een serie van vijf vaccinaties. Bovendien moet u antibiotica en mogelijk een tetanusvaccinatie krijgen. Neem bij aankomst in Nederland zo snel mogelijk contact op met de Travel Clinic, GGD of uw huisarts. Als u vooraf bent gevaccineerd heeft u geen antiserum en minder vaccinaties nodig.
Voorkomen
- Vermijd contact met zoogdieren (met name apen en honden)
- Raak zeker geen zieke of dode dieren aan