Toevloed nieuwe tumortesten leidt tot samenwerking AMC en LUMC

Array

Het AMC in Amsterdam en het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) gaan samenwerken op het gebied van Moleculaire Pathologie. Doel van de Samenwerkende Laboratoria voor Moleculaire Pathologie (SLMP) is de bundeling van krachten om de behandeling van kanker beter af te kunnen stemmen op de individuele patient.

Volgens Jan Kees Dunning van de afdeling pathologie van het AMC is de samenwerking nodig vanwege de grote hoeveelheid nieuwe testen die op hen afkomen. Prof. Hans Morreau, patholoog van het LUMC stelt: ‘De kennis en ervaring die in de twee universitair medische centra zijn opgebouwd, willen we bundelen en delen zodat de meest geschikte test wordt gebruikt voor een specifiek ziektebeeld’. De samenwerking vindt plaats op het gebied van de moleculaire pathologie, waarbij een stukje tumorweefsel wordt onderzocht op genetische eigenschappen. Op grond van DNA-veranderingen kan vervolgens worden voorspeld of een behandeling zal aanslaan.

Bundeling van kennis
Het verrichten van deze nieuwe testen is arbeidsintensief en vereist voortdurende innovatie. Om deze ontwikkelingen het hoofd te kunnen bieden is bundeling van kennis en apparatuur vereist. Door deze samenwerking kan de SLMP zoveel mogelijk testen van hoge kwaliteit tegen scherpe tarieven aanbieden. Het voordeel is verder dat elke patient volgens hetzelfde protocol wordt getest. Dunning: ‘Voor een behandeling van een melanoom, een kwaadaardige vorm van huidkanker, is een nieuwe dure behandeling van circa 80 duizend euro beschikbaar. Die behandeling werkt slechts bij 10 tot 15 procent van de patienten. Met de testen die wij ontwikkelen, vinden we de patienten die baat hebben bij deze behandeling en zo kan veel geld bespaard worden.’ Inmiddels zijn er al zo’n veertig testen beschikbaar, onder meer voor behandeling van darm- en borstkanker. De initiatiefnemers hopen dat door samenwerking met andere pathologie-afdelingen een landelijk netwerk ontstaat.

Bron: LUMC Persdienst

Rene Luigies

Rene is consultant op het snijvlak productontwikkeling en gezondheidszorg/projectmanager valpreventiebus/multitasker/outofthebox denker/innovator/ Eusamed bv/ Op twitter@Lodewijkjes Netherlands, Rijswijk (Gld)

René Luigies heeft 30 jaar ervaring in nationale- en internationale marketing en business development in de medische sector. Die ervaring strekt zich uit van de farmaceutische industrie tot de medische apparatuur. In 2001 startte hij zijn eigen bedrijf in Nederland. Na de succesvolle introductie van een product op het gebied van pijnbestrijding, heeft dit bedrijf zich verder ontwikkeld tot specialisatie op het snijvlak van product ontwikkeling en gezondheidszorg. Bekende succesvolle producten zijn de OHRA valpreventiebus en de OOGbus van het Oogzorgnetwerk en CZ. Binnen het bedrijf is een groot netwerk aanwezig met de belangrijkste stakeholders in de gezondheidszorg, zoals zorgverzekeringen en overkoepelende organisaties, overheid, zorgverleners, hogescholen, universiteiten en het MKB. Op dit moment wordt dit netwerk ingezet voor eigen consultancy activiteiten, en voor zijn functie als zorginnovatiemakelaar voor Health Valley.

Een volledig cv is te vinden op LinkedIn: http://nl.linkedin.com/in/reneluigies
En René Luigies is te volgen op twitter: @Lodewijkjes

Valpreventie2.0

In 2007 is het OHRA valpreventie project gestart. Dit was het resultaat van een product concept dat ik samen met iemand uit de thuiszorg en een huisarts aan OHRA presenteerde. OHRA heeft dit project volledig gefinancierd. Dit project is volledig door mij opgezet en uitgewerkt, respectievelijk gemanaged. Ook de uitwerking van de resultaten zijn door mij gedaan. Het OHRA valpreventieproject heeft geresulteerd in een afname van 35% van het aantal valincidenten op een groep van 1561 mensen.

De kosten voor de landelijke uitrol bleken te hoog voor zorgverzekeraar CZ, die OHRA heeft overgenomen. Daarmee staakte het project. In het kader van eHealth heb ik toen Valpreventie2.0 bedacht. Een internet applicatie, waarmee ouderen zelf een risicoanalyse kunnen doen, vervolgens een advies krijgen om dat risico te verminderen en vervolgd worden of zij de adviezen ook opgevolgd hebben en of zij hulp/ondersteuning nodig hebben. Daarbij een vervolg door middel van registratie van het aantal valincidenten.

Inmiddels heb ik het NIPED bereid gevonden om valpreventie2.0 te realiseren. In mijn presentatie zal ik ingaan op het proces van valpreventie 1.0 naar de realisatie van valpreventie 2.0. De obstakels, de overwegingen, de weg naar de juiste partners, de financiering, het vinden van stakeholders, en de implementatie in de gezondheidszorg. En een korte visie geven op valpreventie 3.0, waar al gesprekken over gevoerd worden.

Recente artikelen