Extra begeleiden of laten lijden?

Array

Auteur: Diana Koster (@VrouwenCoachD)– Verloskundige & VrouwenCoach
Vrouwen die door zwangerschap, bevalling of moederschap uit balans zijn geraakt, help ik als VrouwenCoach om hun evenwicht te (her)vinden door middel van een kortdurend en praktisch coachingstraject.

Aanleiding voor de combinatie verloskunde & coaching
Tijdens mijn werk als verloskundige word ik regelmatig geconfronteerd met cliënten die meer begeleiding nodig hebben, dan ik ze als verloskundige kan bieden. Bijvoorbeeld cliënten met een miskraam, een traumatische bevalling en/of kraamtijd in de anamnese. Vaak beleven cliënten meerdere life-events tegelijkertijd, zoals zwangerschap en verhuizing, verbouwing, huwelijk of verandering van baan. Helaas krijgen sommige cliënten te maken met verlies en rouw. Bijvoorbeeld wanneer ze één van hun ouders verliezen tijdens de zwangerschap, voor de keuze wel/geen zwangerschapsafbreking komen te staan, te maken krijgen met een IUVD of geconfronteerd worden met een kindje met een aangeboren afwijking. Als verloskundige voelde ik me niet bekwaam om deze cliënten langdurig intensief te begeleiden. Bovendien is het door tijdsdruk niet haalbaar om cliënten binnen de reguliere spreekuren de aandacht te geven die ze nodig hebben.

De volgende (schokkende) cijfers komen uit recente onderzoeken over ‘psychische aspecten met betrekking tot de beleving van zwangerschap en ouderschap’.

  • –  10% van de zwangeren heeft last van acute depressieve klachten (20.000 zwangeren per jaar), 37% van deze zwangeren heeft hiervan nog niet eerder lastgehad, 67% heeft hiervoor geen behandeling gekregen. (van den Berg TvV(Tijdschrift voorVerloskundigen) maart 2009, Generarion R onderzoek)
  • –  12% van de zwangeren heeft last van (algemene) angstklachten. (NL: 24.000zwangeren per jaar). 57% van deze zwangeren heeft nooit eerder angstklachten gehad, 78% hiervan is niet behandeld. (van den Berg TvV maart 2009, Generarion R onderzoek) 10-25% van de zwangeren is erg bang voor de bevalling. (NL: 20.000-50.000 zwangeren per jaar) (Waldenstrom 2006, Erickson 2005)
  • –  23% van de nulliparae en 12% van de multiparae geeft drie jaar post partum aan een negatieve baringservaring te hebben gehad (NL: 70.000 vrouwen) (Rijnders 2008) 2% hiervan ontwikkelt een PTSS (Post Traumatische Stress Stoornis) (NL: 800 zwangeren per jaar) (Olde 2005, Soet 2003, Lyons 2006)
  • –  10-15% van de kraamvrouwen heeft last van depressieve gevoelens en/of een postpartum depressie (NL 20.00-30.000 vrouwen per jaar) (Robertson 2004, Verkerk 2004, Wewerinke 2006)StressStress tijdens de zwangerschap heeft niet alleen invloed op het welzijn van de zwangere, maar ook op de ontwikkeling van de foetus.
    Uit literatuuronderzoek dat de NVAB (Nederlandse Vereniging voor Arbeids en Bedrijfsgeneeskunde) deed voor de ontwikkeling van hun richtlijn ‘zwangerschap, postpartumperiode en werk’ in 2007 is gebleken dat vrouwen;
  • –  in stressvolle banen een verhoogde kans hebben op vroeggeboorte en op baby’s met een laag geboortegewicht
  • –  met onregelmatige werktijden al vanaf het eerste trimester een verhoogde kans hebben op vroeggeboorte
  • –  stress de moeder-kind band al intra-uterien bedreigd (stress-hormonen (oa cortisol) komen via de placenta bij de baby en dit kan leiden tot verzuring)
  • –  Maternale (barings)stress zorgt voor stress en verzuring bij de baby en heeft een negatief effect op het zich ontwikkelende brein. Dit kan leiden tot leer-, ontwikkelings-, hechtings- en gedragsproblemen en een verhoogde kwetsbaarheid voor psychopathologie. (KNOV standaard Prenatale verloskundige begeleiding 2009)…………………………………………..
    diana koster VrouwenCoach en Verloskundige www.dianakoster.nl – 1 –

Angst en depressieve klachten

Het is normaal om je af en toe angstig of neerslachtig te voelen in de zwangerschap en de kraamtijd. Maar wanneer is er sprake van meer dan normale angst en/of depressiviteit?
Zoals blijkt uit het generation R onderzoek komen angst en depressie voor bij 10-15 % van de zwangeren en kraamvrouwen. In de helft van deze gevallen verdwijnen de klachten vanzelf. In deze lezing pleit ik voor het gebruik van de EPDS-test (Edinborough Postnatal Depression Scale), zoals die ook te vinden is op de website van het LKPZ (Landelijk Kenniscentrum Psychiatrie en Zwangerschap, www.lkpz.nl ).

Wanneer aan alle zwangeren en kraamvrouwen dezelfde vragen worden voorgelegd bij de intake, bij 20 en 30 weken zwangerschap en bij de nacontrole, wordt het psychisch welbevinden van de vrouw een integraal onderdeel van de verloskunde.
Zo wordt duidelijk wie er, wanneer, behoefte heeft aan extra begeleiding.

Uit onderzoek blijkt dat interventie door middel van inzichtgevende gesprekken en cognitieve gedragstherapie positieve effecten hebben op het psychosociaal welbevinden van de zwangere en de ‘jonge’ moeder. Wanneer de interventies worden afgestemd op de individuele behoeften van de zwangere vermindert de angst voor de bevalling. Door gesprekken nemen tevens depressieve gevoelens af tijdens en na de zwangerschap, in de kraamperiode en het eerste jaar post partum.

(KNOV standaard Prenatale verloskundige begeleiding 2009)

Post partum geeft 50% van de cliënten aan, behoefte te hebben aan (een) gesprek(ken) met een deskundige omdat de kraamtijd en het ouderschap tegenvallen. Veel relatie- en seksuele problemen blijken terug te voeren te zijn op de zwangerschap of het eerste jaar post partum. (KNOV standaard Prenatale verloskundige begeleiding 2009)

De hulpverlener kan aan een cliënte vragen of zij behoefte heeft aan extra ondersteuning en wijzen op verschillende begeleidingsvormen, zoals die worden aangeboden door huisarts, (vrouwen)coach, maatschappelijk werker, haptonoom, psycholoog of psychiater.
Ik spreek hier bewust over ‘wijzen op’ in de vorm van ‘informeren over het bestaan van’ en niet over ‘(door)verwijzen’. De cliënte bepaalt zelf wat haar aanspreekt en waar haar voorkeur naar uitgaat.

Fysiologie & pathologie

Zelf heb ik een algemene opleiding tot coach/counsellor gevolgd en me daarna gespecialiseerd als VrouwenCoach. Voor mij is dit een natuurlijke uitbreiding/specialisatie van de verloskunde. Ik hou me bezig met de ‘fysiologische’ kant van de psychologie, zoals ik me als verloskundige ook bezig hou met de fysiologie. Als verloskundige verwijs ik in het geval van pathologie door naar een gynaecoloog, als coach naar een psycholoog of psychiater.

Als coach richt ik me op de vrouwen die nu nog geen hulp zoeken of hebben gezocht. Deze vrouwen herkennen hun klachten soms niet als psychische klachten, maar schrijven ‘het niet lekker in hun vel zitten’-gevoel toe aan een (tegenvallende) zwangerschap, bevalling of een (moeilijke) baby. Maar als u dan even terugkijkt naar de cijfers op de vorige pagina, dan denkt u daar nu waarschijnlijk (net als ik) anders over. Gelukkig verdwijnt ongeveer de helft van deze klachten spontaan, maar er blijft een flink aantal vrouwen over die op dit moment geen begeleiding krijgt en dit wellicht wel zou willen. Door deze vrouwen te informeren dat het ‘normaal’, logisch, praktisch en nuttig is om in een nieuwe levensfase (tijdelijk) gebruik te maken van een vorm van begeleiding, kan (onnodig) leed en pathologie voorkomen worden.

Cliënten geven in evaluaties aan het contact met een coach over het algemeen als prettig, persoonlijk, praktisch en vooral laagdrempelig te ervaren. Een coach die bovendien verloskundige is en daardoor kennis heeft over en inzicht heeft in zwangerschap, geboorte en moederschap voegt een extra dimensie toe aan de coachingsrelatie.

Coaching

Bij de vorm van coaching die ik cliënten biedt, houd ik 3 criteria aan;

  1. de situatie/ het probleem betstaat korter dan twee jaar,
  2. de situatie is ‘begrijpelijk’ of ‘verklaarbaar’.
  3. blanco psychische anamnese.

…………………………………………..
diana koster VrouwenCoach en Verloskundige www.dianakoster.nl – 2 –

Het gaat dus beslist niet om psychopathologie. Voor deze ‘fysiologische’ problematiek is er in de huidige geestelijke gezondheidszorg geen plek. De cliënten zijn ‘te goed’ voor de GGZ, maar voelen zich ‘niet goed genoeg’ in het dagelijks leven.
Ze ‘lijden’, doordat ze uit balans zijn geraakt. Door tijdelijk extra begeleiding te bieden in de vorm van een kortdurend en praktisch coachingstraject, wordt psychopathologie in veel gevallen voorkomen.

Coaching zet de cliënte aan tot zelfsturing en zorgt ervoor dat cliënten in beweging komen. De coach helpt als het ware cliënten zichzelf te helpen.

Een coachingstraject is een praktische en resultaatgerichte persoonlijke manier van begeleiden en bestaat gemiddeld uit vijf tot acht gesprekken van één uur.
Ik vergelijk het met de relatie tussen een coach en een (top)sporter. De coach begeleidt de sporter langs de zijlijn, motiveert, moedigt aan en helpt de sporter om het beste uit zichzelf te halen. De sporter zelf zet de uiteindelijk de prestatie neer.

Cliënten krijgen ‘huiswerk’ mee om tussen de gesprekken door te oefenen. Ook schrijven ze na elke sessie een verslag, dat voor de volgende sessie gemaild wordt. Door het huiswerk en het verslag zijn ze tussen de gesprekken door actief bezig met het veranderingsproces en mede daardoor bereiken ze snel het gewenste resultaat.

Vertaalslag naar de praktijk

Er vindt op dit moment in de medische wereld een omslag plaats in de manier van communiceren tussen hulpverlener en cliënt/patiënt. De KNOV heeft met de ‘Standaard Prenatale Verloskundige Begeleiding’ meer nadruk gelegd op de psychosociale begeleiding van de cliënte in de pre-/ natale- & postnatale periode.

Tot een aantal jaren geleden waren hulpverleners vooral oplossingsgericht in het contact met hun cliënten. Er was sprake van aanbodgestuurde zorg. In de praktijk kwam het erop neer dat de hulpverlener de cliënt meedeelde ‘dit kan ik voor u doen/betekenen, deze informatie krijgt u van me’.

De laatste jaren is er een verschuiving te zien naar cliëntgerichte communicatie. Hierbij is de vraag van de individuele cliënt leidend. Dit wordt vraaggestuurde zorg genoemd. Bij cliëntgerichte communicatie vraagt de hulpverlener aan de cliënt ‘wat heeft u op dit moment nodig, aan welke informatie heeft u behoefte om tot een beslissing te kunnen komen?’. Kortom; de informatiebehoefte van de cliënt wordt het uitgangspunt, niet de informatie- agenda van de hulpverlener. (KNOV – Kracht van de Begeleiding 2009)

Aanbevelingen

  • –  Invullen van EPDS vragenlijst voor alle zwangeren bij de intake (AD 8 wkn), bij AD 20 en 30 wkn en 6 wkn post partum bij de nacontrole (eventueel ook online in te vullen op de LKPZ website, www.lkpz.nl )
  • –  Up-to-date en toegankelijke informatie voor hulpverleners met betrekking tot verwijzingsmogelijkheden in de eigen regio (coach, maatschappelijk werk, psycholoog, psychiater) (zie website LKPZ; www.lkpz.nl )
  • –  Tijdens íedere controle actief vragen naar het psychosociaal welbevinden van de zwangere en haar beleving van de zwangerschap en pp naar het moederschap
  • –  Nascholing op het gebied van psychologie/psychiatrie met betrekking tot zwangerschap & ouderschap, voor gynaecologen, artsen (kinder-, huis- enconsultatiebureau), verloskundigen en O&G-verpleegkundigen (het LKPZ ontwikkelt hiervoor een praktische (& geaccrediteerde) internetcursus ‘zwangerschapsgerelateerde psychiatrie’, ikzelf heb inmiddels 4 geaccrediteerde nascholingen voor verloskundigen ontwikkeld, zie www.dianakoster.nl )
  • –  Een post HBO (‘master’)-opleiding ‘Coaching voor medici’, voor artsen en verloskundigen die zich willen specialiseren op dit vakgebied
  • –  (eerstelijns) onderzoek naar het effect van coaching op het welbevinden van de zwangere, de barende, de kraamvrouw, de partner en de baby.

Bron: Diana Koster (@VrouwenCoachDK11111111)– Verloskundige & VrouwenCoach

Redactie Medicalfacts/ Janine Budding

Ik heb mij gespecialiseerd in interactief nieuws voor zorgverleners, zodat zorgverleners elke dag weer op de hoogte zijn van het nieuws wat voor hen relevant kan zijn. Zowel lekennieuws als nieuws specifiek voor zorgverleners en voorschrijvers. Social Media, Womens Health, Patient advocacy, patient empowerment, personalized medicine & Zorg 2.0 en het sociaal domein zijn voor mij speerpunten om extra aandacht aan te besteden.

Ik studeerde fysiotherapie en Health Care bedrijfskunde. Daarnaast ben ik geregistreerd Onafhankelijk cliëntondersteuner en mantelzorgmakelaar. Ik heb veel ervaring in diverse functies in de zorg, het sociaal domein en medische-, farmaceutische industrie, nationaal en internationaal. En heb brede medische kennis van de meeste specialismen in de zorg. En van de zorgwetten waaruit de zorg wordt geregeld en gefinancierd. Ik ga jaarlijks naar de meeste toonaangevende medisch congressen in Europa en Amerika om mijn kennis up-to-date te houden en bij te blijven op de laatste ontwikkelingen en innovaties. Momenteel ben doe ik een Master toegepaste psychologie.

De berichten van mij op deze weblog vormen geen afspiegeling van strategie, beleid of richting van een werkgever noch zijn het werkzaamheden van of voor een opdrachtgever of werkgever.

Recente artikelen