Patiënten hebben kruidenregister nodig – Huppes Kemp

Onlangs werd Huppes, opgeleid tot internist, geconfronteerd met kanker. In zijn gevecht om te overleven maakte hij Kafkaeske toestanden mee in de nationale zorgsector. De artsen gaven hem op. Ten einde raad genas hij zichzelf aan zijn eigen keukentafel met een simpel experimenteel geneesmiddel.

De politiek bejubelt het nationale zorgstelsel in de media. Bediscussieerd worden verbeterpuntjes zoals ‘meer handen aan het bed’, ‘medische missers’ en ‘onveilige geneesmiddelen’. Geen enkele politicus spreekt over de vele ernstige ziektes waarbij de gereguleerde geneeskunde nog steeds slechte resultaten boekt. Over de turbulente ontwikkelingen waarvan de patient zou kunnen profiteren. Over het feit dat de producten uit de biotechnologische research laboratoria en de traditionele geneeskunde amper beschikbaar komen om patienten te genezen.

Politici hebben geen enkele reden om te jubelen over ons zorgstelsel. Vier op de vijf reguliere behandelingen van artsen zijn zinloos. Dat wordt regelmatig gepubliceerd in gerenommeerde wetenschappelijke tijdschriften. Net zoals veel van zijn collega-artsen had Huppes geen enkel vertrouwen in giftige chemo die zijn artsen hem aanboden. Hij had liever hulp gehad van niet-artsen zoals (bio)technologen, computerexperts en alternatieve geneeskundigen. Als de biotechnologie ruimte kreeg was kanker binnen drie jaar de helft minder dodelijk.

Meer dan de helft van de Nederlanders bezoekt alternatieve geneeskundigen. Met name de kruidengeneeskunde is zeer succesvol. De helft van de reguliere medicijnen komt uit kruiden. De politiek zou deze professionals niet in de illegaliteit moeten drukken, maar goed moeten reguleren.

De zorg is nu zo georganiseerd dat alles is verboden, behalve dat wat artsen traditioneel doen. Je hebt veel topbestuurders nodig om zelfs de meest simpele behandelingen toegelaten te krijgen. Voor farmaceutische middelen is dit genoegzaam bekend. In de zorgsector blijft veel geld aan de strijkstok hangen en de gezondheidswinst van geneesmiddelen voor patienten is vaak onduidelijk. Het probleem is nog groter bij de kruidenpreparaten, waarvoor geen apart overheidsregister is. ‘Zelfs een onschuldig kruid als kava kava is verboden,’ zegt huisarts Ben, ‘terwijl het een middel is dat al eeuwen zonder enig probleem wordt gebruikt in Fuji.’ Als genotsmiddel is kava kava minder giftig dan alcohol en soms werkt het beter dan tranquillizers en antidepressiva.

Artsen en politici hebben nog steeds een sleutelpositie in de wereldwijde zorgsector met een omzet 4000 miljard euro per jaar. Dit is onvoorstelbaar veel geld. In Nederland gaat het om 80 miljard euro en dat is veel meer dan omgaat in het onderwijs of in de bankensector. Artsen hebben het monopolie op het voorschrijven van stoffen met een geneeskundige werking. Elke vernieuwing levert artsen contract research en patenten op. De overheid werkt hieraan mee. Medisch werkzame middelen kunnen alleen op de Nederlandse markt komen door ze te registreren bij het CBG. De toelating van een experimenteel middel bij dit instituut kost een leverancier tientallen miljoenen. Daarna moet je nog langs andere overheidsinstituten voor de vergoeding, het tarief, de code en zo meer. De zorgverzekeraars moet je ook niet uitvlakken. En dan mag alleen een reguliere arts het middel voorschrijven. In de praktijk worden de meeste experimentele middelen krachtig geweerd, omdat het artsenmonopolie  geen enkel belang heeft bij vernieuwing.

De politiek liet jarenlang toe dat artsen de toelating van nieuwe geneesmiddelen steeds ingewikkelder maakten. De toegevoegde waarde van geneesmiddelen voor de patient bleef geheim. De Tweede Kamer stond pal achter het zorgbeleid, in afwachting van een topbaan bij een overheidsinstituut. Achter de schermen speelt de belangenverstrengeling van de topbestuurders uit de zorgsector, waarop de media steeds vaker de vinger leggen. Topbestuurders willen zelf zelden in beeld komen als ze hierop worden aangesproken. Geen commentaar, heet het dan.

Maar de crisis verandert alles. Om solidair te blijven moet het zorgstelsel veranderen. We willen Griekenland niet achterna, want daar valt niets meer eerlijk te verdelen. Politici moeten zich gaan bezighouden met goede regulering van experimentele middelen. Dat is nodig om de zorgsector nieuw leven in te blazen en de premiebetalers waar voor hun geld te geven.

Er zijn zestig overheidsinstituten voor de zorg die een historisch gegroeide lappendeken vormen. Per januari 2013 komt er weer een nieuw zorgkwaliteitsinstituut bij. Ministers ontdekken zelfs aan het einde van hun ambtsperiode nog nieuwe instituten. Het beleid van de overheid versterkt het artsenmonopolie en verstikt de innovatiekracht van de industrie. Zo krijg je geen dynamiek in de zorgmarkt. Een Nederlands kruidenregister zou het artsenmonopolie kunnen doorbreken.

Het is belangrijk dat kruidenpreparaten goed worden gereguleerd. Preparaten van onbetrouwbare leveranciers zijn gevaarlijk door verontreinigingen. Het publiek moet de lijst van betrouwbare en onbetrouwbare fabrikanten van kruiden kunnen inzien. Omdat de wetgever dat verbiedt kunnen illegale internetbedrijven rotzooi verkopen op de Nederlandse markt. Het Voedingsinstituut publiceert de meest vreselijke bijwerkingen alsof ze door kava kava worden veroorzaakt, maar dat is onzin. In de wetenschappelijke literatuur blijkt kava kava een veilige stof. De gevaarlijke bijwerkingen worden veroorzaakt door verkeerde bereiding en giftige toevoegingen door de beunen op de markt.

 Duitse en Chinese politici doen het beter. In die landen worden miljarden geïnvesteerd in de experimentele geneeskunde. Er wordt betere regulering ontwikkeld die de gezondheid van de burger centraal zet. In Duitsland is bijvoorbeeld de bewijslast in de geneeskunde omgekeerd. Voor elke behandeling moet worden bewezen dat die gezondheidsresultaat behaalt. Op die manier krijgt de kruidengeneeskunde een kans en wordt tegelijkertijd de reguliere geneeskunde aan de tucht van de markt blootgesteld. Een goede zaak waarmee het patienten belang wordt gediend.

Duitsland heeft geprobeerd tegen de stroom in te roeien en kruiden toe te laten op de markt. Het Duitse bedrijf Schwabe levert bijvoorbeeld plantenpreparaten met een geneeskundige werking en heeft een wereldwijde omzet van € 590 mln. per jaar. De EU heeft de Duitse aanvragen grotendeels afgekeurd. De toenemende regulering, vooral van Nederlandse bodem, maakt het steeds moeilijker om de kruidengeneeskunde in Europa te beoefenen. In de V.S. is al een decennium een wet (Dietary Supplement Health and EducationAct) in werking, die de kruidengeneeskunde wel een plek geeft. Een goede wet maken is peanuts, maar je moet het wel willen.

Huppes Kemp is een schrijversduo. Het Instituut is hun nieuwe politieke thriller over de zorg. www.huppeskemp.nl

Auteur: Huppes Kemp

Huppes Kemp

Wim Huppes kreeg in april 2008 te horen dat hij prostaatkanker had in een vergevorderd stadium. Zijn prostaat werd operatief verwijderd, en wat hem betrof stopte de reguliere behandeling daar. Met zijn kennis van de geneeskunde, hij werkte tot 1989 als internist in een ziekenhuis, ging Huppes experimenteren met medicijnen.

Na twee experimenten met andere middelen probeerde hij dichloorazijn.

Huppes kwam niet zelf op het idee om het middel te proberen. ‘Twee neven raadden het me aan, onafhankelijk van elkaar. De een leidt een medisch laboratorium, de ander is een alternatieve arts.’ Huppes kocht het middel bij een chemische groothandel. Huppes mocht daar grondstoffen kopen omdat hij eerder als onderzoeker in een biotechnologisch laboratorium werkte.
Belangrijker is dat hij nog leeft. Waar met reguliere bestraling en chemotherapie de dood volgens hem misschien enkele maanden zou zijn tegengehouden, is hij inmiddels ruim een jaar na de diagnose kanker nog steeds in leven en weer aan het werk.

Zijn ziekte bleek, ironisch genoeg, een voorbeeld te zijn van wat er mis is in de reguliere zorg – waarover hij voor hij kanker bleek te hebben een boek aan het schrijven was. We zijn de klos verscheen in april. In het boek stelt Huppes dat in het huidige zorgstelsel de ontwikkeling van nieuwe behandelingen niet goed mogelijk is omdat het stelsel te bureaucratisch is en verstrikt in een ‘doolhof van regels’.

Volgens Huppes, kennismedewerker bij het College voor Zorgverzekeringen, is het gevolg dat de zorg geen innovatieve sector is en dat dus iedereen een standaardbehandeling krijgt. Die is voor zo’n 85 procent van de zieken niet optimaal. Sterker nog: ‘Artsen werken volgens richtlijnen en schrijven patiënten behandelingen voor die zij vaak niet op zichzelf zouden toepassen.’ Bij mannen met uitgezaaide prostaatkanker wordt het bekken bestraald, ook als hun levensverwachting nihil is. ‘De patiënten hebben daardoor 13 procent minder kans op pijn in het bekken maar moeten er wel vaak voor naar het ziekenhuis en ervaren vervelende bijwerkingen, zoals pijn en bloed bij de ontlasting en tijdens het plassen. Bovendien staat de uitkomst vast: mensen gaan hoe dan ook dood.’

Huppes stelt voor om ook alternatieve methoden te testen in de kennisbanken. ‘Als mensen positieve effecten melden van behandelingen, kunnen deze wat mij betreft worden toegepast. Volgens mij kan dit eenvoudig omdat de door mij voorgestelde kennisbanken gaan monitoren en rapporteren wat het effect, de veiligheid en het nut is van de zorg.’

Huppes schijft ook voor het Financieel Dagblad

Recente artikelen