Magnetische stimulatie geeft inzicht op herstel na beroerte

Patiënten kunnen na een beroerte last houden van het aansturen van een lichaamsonderdeel, bijvoorbeeld bij het lopen of het bewegen van een arm. Beschadiging van hersenen of zenuwbanen is hiervan de oorzaak. Herstel is mogelijk als de zenuwverbindingen tussen de hersenen en het verlamde lichaamsdeel nog intact zijn. Dit is alleen in de praktijk moeilijk vast te stellen. Onderzoeker Moniek Munneke van het Radboudumc bracht de verbinding tussen hersenen en spieren in kaart met behulp van magnetische stimulatie. Op 3 oktober promoveert Moniek Munneke op haar onderzoek.

brein hersen hoofd neuro.De hersensignalen die de spieren aansturen zijn te beschouwen als kleine elektrische stroompjes. Deze stroompjes zijn ook van buitenaf op te wekken, bijvoorbeeld met Transcraniële Magnetische Stimulatie (TMS). Deze techniek gebruikt een sterk magneetveld dat wordt opgewekt door een korte maar grote stroom te laten passeren in een koperen spoel die op het hoofd wordt geplaatst. Dat magneetveld wekt vervolgens weer een elektrisch veld op in de onderliggende hersenstructuren wat leidt tot een stimulatie van de zenuwen.

Realistische verwachting over herstel
Als een magneetveld wordt opgewekt boven het hersengebied dat bewegingen aanstuurt, leidt dit tot onvrijwillige samentrekking van de spieren aan de andere zijde van het lichaam dan waar de stimulatie werd gegeven. Het effect van de magneetstimulatie op de spierspanning kan gemeten worden met een elektromyografie (EMG). Moniek Munneke: “Als we door stimulatie van buitenaf de verlamde spier kunnen laten bewegen, betekent dit dat de zenuwbanen tussen de hersenen en de spieren nog intact zijn. Met deze informatie kunnen we patiënten uiteindelijk helpen met een reëlere verwachting over herstel. Het is bij deze techniek wel heel belangrijk waar je de elektroden op de huid plakt voor de EMG-meting. Door ons onderzoek weten we hier nu genoeg over om deze techniek klinisch te gaan testen voor gebruik bij de onderarmspieren. Deze zijn belangrijk voor bijvoorbeeld de beweging van hand en pols.”

Bevriezingen verminderen
Moniek Munneke deed ook onderzoek naar andere neurologische aandoeningen. De toepassing van repetatieve TMS (rTMS) gaf bijvoorbeeld goede resultaten bij de ziekte van Parkinson. Deze techniek lijkt veel op TMS, maar werkt met magneetstimulaties die snel kort achter elkaar gegeven worden. Moniek Munneke: “We onderzochten de rol van de kleine hersenen bij het ‘bevriezen’ van bewegingen bij patiënten met de ziekte van Parkinson. We vermoeden dat bij deze groep patiënten de kleine hersenen niet in staat zijn te compenseren voor de hersengebieden die verantwoordelijk zijn voor beweging en die door de ziekte van Parkinson zijn aangedaan. Door extra stimulatie van de kleine hersenen met rTMS zagen we dat de bevriezingsverschijnselen afnamen. We zijn hiermee nog lang niet bij een behandeling, maar dit geeft ons wel veel inzicht in de neurologische mechanismen achter de symptomen van de ziekte van Parkinson.”

Toepassing bij ALS
De magneettechniek biedt ook kansen voor diagnose en behandeling van de progressieve spierziekte ALS. Bij deze ziekte verliezen patienten langzaam de controle over hun spieren door afbraak van bewegingszenuwen. “Het lijkt erop dat overstimulatie van bewegingszenuwen een rol speelt bij ALS. Door deze overstimulatie raken de zenuwen uiteindelijk beschadigd. De juiste toepassing van rTMS zou deze overstimulatie kunnen remmen. Als we patienten vijf dagen achter elkaar een sessie met rTMS aanbieden, werkt dit inderdaad zo. Deze effecten verdwenen echter weer direct na de behandeling. Het is desonsanks goed om te weten dat het principe werkt. Toekomstige studies kunnen ons leren of TMS-behandelingen de voortgang van ALS effectief kunnen remmen.”

Bron: Radboudumc

Recente artikelen