Functioneren individuele arts jaarlijks bespreken
ArrayArtsen die werkzaam zijn in de patiëntenzorg behoren jaarlijks een evaluatiegesprek te voeren over hun functioneren. Naar de mening van de Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot Bevordering der Geneeskunst (KNMG) is dit een wenselijke en noodzakelijke aanvulling op bestaande kwaliteitssystemen voor medisch handelen.
Binnen de medische beroepsgroep wordt veel aandacht besteed aan de bewaking van de kwaliteit van zorg. De hiervoor ontwikkelde instrumenten (zoals richtlijnontwikkeling, visitatie en herregistratie) richten zich echter maar in beperkte mate op het individueel handelen van artsen. Om die reden pleit de KNMG ervoor, in aanvulling op de bestaande kwaliteitssystemen, dat artsen jaarlijks een evaluatiegesprek voeren over hun functioneren. Het gaat daarbij om gesprekken over persoonsgebonden kwaliteitsaspecten, die de arts voert met een deskundige gesprekspartner. Zo nodig kunnen in het jaarlijkse gesprek afspraken worden gemaakt over verbeterpunten. Die afspraken kunnen in het volgende gesprek worden getoetst. Dit is de kern van een standpunt over het functioneren en disfunctioneren van artsen dat het Federatiebestuur van de KNMG in juli 2005 heeft vastgesteld. Het gaat om een algemeen standpunt, dat in de verschillende sectoren van de gezondheidszorg zal moeten worden uitgewerkt en ingekleurd. De Orde van Medisch Specialisten is met die uitwerking inmiddels al begonnen. Het voeren van regelmatige evaluatiegesprekken draagt in de visie van de KNMG bij aan de kwaliteit van het functioneren van artsen. Een gunstig neveneffect kan zijn dat disfunctioneren van artsen tijdig kan worden tegengegaan. Doen zich niettemin situaties van disfunctioneren voor, dan is van belang deze situaties door middel van een zorgvuldige procedure te onderzoeken en zo nodig maatregelen te treffen. Artsen die bemerken dat een collega disfunctioneert, mogen dat niet negeren (geen “conspiracy of silence” dus). Zij hebben de verantwoordelijkheid de situatie bespreekbaar te maken. Dat maakt het makkelijker om met een collega over zijn of haar functioneren in gesprek te gaan, waardoor kan worden voorkomen dat deze stap pas gezet wordt als het eigenlijk al te laat is.
Download hier het standpunt van de KNMG (pdf)
Bron: KNMG