Maanzaad als dopingvalkuil

“Het zat in de tandpasta”. “Het was voor mijn hond”. De excuses van op doping betrapte sporters zijn soms erg verrassend. Maar “Het zat in mijn muffin” is een excuus dat inderdaad enkele wetenschappelijke gronden heeft. Over het maanzaadrisico voor topsporters.

Het NeCeDo heeft de laatste weken enkele vragen gekregen over de risico’s van het eten van maanzaadhoudende consumpties voor topsporters. Op een uitzending van Discovery Channel werd gewaarschuwd dat sporters positief kunnen testen bij een dopingcontrole als zij maanzaad gebruiken. Ook op internet is veel informatie te vinden over de “poppy seed defence”. Nu is het zeker niet zo dat sporters geen maanzaad meer kunnen eten, maar enige voorzichtigheid is wel gewenst.
De achterliggende fysiologie
Maanzaad is een papaversoort en bevat kleine hoeveelheden morfine en morfine-achtige stoffen. Hierdoor kan de consumptie van maanzaad leiden tot een positieve dopingcontrole op morfine. Morfine wordt door de dopinglaboratoria pas gerapporteerd als de concentratie in de urine groter is dan één microgram per milliliter. Deze grenswaarde is in 1991 geïntroduceerd om onbedoelde positieve uitslagen te voorkomen, maar de grenswaarde sluit dit nog niet helemaal uit. Tot 48 uur na de inname van een grote hoeveelheid maanzaad kan deze grenswaarde overschreden worden.

De betreffende consumptieartikelen
Het probleem kan zich voordoen bij papaver-houdende artikelen als maanzaad-cake, muffins en bagels en maanzaadthee. Bovendien kan het gebruik van het (toegestane) geneesmiddel codeïne de concentratie morfine in de urine nog verhogen. Het is helaas onmogelijk om op voorhand aan te geven hoeveel gram een sporter precies kan innemen om “veilig” een dopingcontrole te doorstaan. Dit komt doordat ieder individu de papaver anders verteert, en bovendien is het van de buitenkant onmogelijk vast te stellen hoeveel actieve stof er in de maanzaadjes zitten: dit wisselt sterk per merk en per geproduceerde batch. Het zijn immers natuurproducten, en per oogst kan de hoeveelheid papaver behoorlijk schommelen. In algemene zin kan wel gesteld worden dat men in de gevarenzone komt als er twee gram of meer aan maanzaad wordt ingenomen. Dit betekent dat een maanzaadboterham of maanzaadbolletje probleemloos geconsumeerd kan worden. Maar als een plakje cake of een muffin propvol kleine zwarte zaadjes zit, dan is een positieve plas niet uit te sluiten. En aangezien er achteraf niet kan worden vastgesteld of deze is veroorzaakt door maanzaad of door morfine-gebruik, zal er een tuchtzaak volgen.

Hoe te handelen
Een topsporter moet er rekening mee houden dat hij of zij enkele uren na de inname van relatief grote hoeveelheden maanzaad positief kan testen bij een eventuele dopingcontrole. In een enkel geval kan deze risicoperiode zelfs 48 uur beslaan. Bij onaangekondigde dopingcontroles buiten wedstrijdverband wordt overigens niet gecontroleerd op de groep narcotica, en dus ook niet op morfine. Dit betekent dat een topsporter op trainingsdagen best een “poppy seed muffin” kan eten of papaverhoudende kruidenthee kan drinken. Maar vanaf de dag voorafgaande aan de wedstrijddag kunnen maanzaadhoudende etenswaren voor alle zekerheid beter vermeden worden.

Literatuur
· Thevis M et al. (2003). "Urinary concentrations of morphine and codeine after consumption of poppy seeds." J Anal Toxicol 27(1): 53-6.
· Van Thuyne W et al. (2003). "Urinary concentrations of morphine after the administration of herbal teas containing Papaveris fructus in relation to doping analysis." J Chromatogr B Analyt Technol Biomed Life Sci 785(2): 245-251.
· Vandevenne M et al. (2000). "Detection time of drugs of abuse in urine." Acta Clin Belg 55(6): 323-33.
· Yonamine M et al. (2004). "Non-intentional doping in sports." Sports Med 34(11): 697-704.

Ander recent doping nieuws

Bron: NeCeDo

Recente artikelen