Ontkoppling dag- en ANW-zorg wordt nieuwe eis van de huisarts

Einde individuele 7×24-uurs zorgplicht is een van de eisen die het gevolg zijn van de marktwerking voor de huisarts. De overheid bepleit sterk de invoering van zogenaamde ‘gereguleerde marktwerking’ in de eerstelijnszorg. Meer concurrentie tussen verzekeraars en tussen aanbieders en meer keuze-vrijheid voor de patiënt. Voor de acute zorg in Nederland, zeker in de ANW-uren biedt marktwerking geen perspectief. ANW-zorg wordt vooral gekenmerkt door de beschikbaarheid ervan, goeddeels los van het feitelijke gebruik.

Er moet nu eenmaal een dokter beschikbaar en bereikbaar zijn, ook als er geen gebruik van gemaakt wordt. Deze beschikbaarheidfunctie heeft organisatorische en dus ook budgettaire consequenties, die los staan van omzet en aantallen. Daarmee is er geen ruimte voor commerciële perspectieven van de ANW-zorg. Mogelijkheden voor een bredere inzet en regionale diversiteit.

De 60 huisartsendienstenstructuren met hun ruim 120 huisartsenposten hebben met elkaar een enorme potentie voor de vernieuwing en versterking van de eerstelijns zorg en van de acute zorg in Nederland. De huisartsenposten beschikken over ervaring en deskundigheid om voor andere vragen en problemen in de eerstelijnszorg als dienstverlener te kunnen optreden. En dat zijn de ingredienten die ervoor gaan zorgen dat de huisarts in de dagzorg compleet van de 24-uurs beschikbaarheid af wil. Op HuisartVandaag stond een discussie stuk Ontkoppeling zorgaanbod: huisartsendagzorg en spoedzorg in ANW per 2006 waarmee men de achterban wil bewerken en een mening wil vormen het stuk is van Hans Nobel van de ELHA.

Enkele passages uit het relaas van Hans Nobel:

……….. het is dus niet de HVRC maar de beroepsgroep zelf, die primair verantwoordelijkheid is voor het besluit alle huisartsen een individuele 7x24u zorgplicht op te leggen. Dat zegt veel over de beroepsopvatting van de Nederlandse huisartsen die tot op de dag van vandaag met groot gevoel voor maatschappelijke verantwoordelijkheid, 7×24 uur huisartsgeneeskundige zorg hebben willen garanderen aan hun patiënten…………..

………………..De vanzelfsprekendheid van de individuele 7×24-uurs zorgplicht staat echter steeds meer ter dis-cussie. De Ziekenfondswet verdwijnt. Daarmee ook een begrip als “gebruikelijke zorg” waaraan de zorgplicht tot nu toe is toegeschreven. De negatieve financieel-economische consequenties ervan worden voor de individuele huisarts-praktijkhouder steeds duidelijker. De Huisartsenposten ontwikkelen zich geleidelijk tot een concurrerende partij van de huisarts in dagzorg. De positie van deze wettelijk zelfstandige zorginstellingen, met een directe, eigen (gebudgetteerde) financieringsstroom voor de organisatie van ANW-zorg, speelt daardoor een wezenlijke rol in de discussie. Net als het feit dat andere marktpartijen zich reeds oriënteren op hun mogelijke rol als zorgaanbieder van ANW-zorg of delen ervan……………………..

En vooral zijn er een hoop vragen van de huisartsen over hun rechten en plichten. Van 1 januari 2006 start de Marktwerking in de Zorg. Vanaf dat moment bestaat er een nieuwe situatie met betrekking tot de representatie van de koepel-organisaties in de zorg. ZN en de LHV zijn niet langer de wettelijke representanten van de zorgver-zekeraars resp. de huisartsen. (Memorie van Toelichting WMG, blz 42)
 

……………Zorgverzekeraars zullen steeds meer, onafhankelijk van hun oorspronkelijke brancheorganisatie ZN, een eigen strategische, commerciële koers volgen. Zij hebben als wettelijke taak ‘voldoende zorg’ in te kopen, waaronder eerstelijns zorg. Er bestaat daarbij geen contracteerplicht meer voor ZV’s ten aanzien van zorgaanbieders zoals huisartsen.
ZN zal geen formele onderhandelingspartij meer zijn namens haar leden en mag geen centrale (prijs) afspraken maken. Dit is immers in strijd met de Mededingingswet. Bundeling van marktmacht is op papier (bij wet) verboden. De praktijk loopt echter anders. Recent nog werd door de NMa een fusie goedgekeurd tussen Interpolis  (Rabo) en Achmea, niet de kleinste spelers. Verder stelt de NMa dat een verzekeraar er voor mag kiezen om een of meerdere standaardcontracten voor te leggen aan aanbieders in een bepaalde sector. De Mededingingswet dwingt niet tot individuele onderhandelingen tussen aanbieder en verzekeraar, ook niet als de verzekeraar een economische machtspositie heeft. Maar huisartsen mogen van de NMa nog niet eens per Hagro in onderhandeling met een verzekeraar. Meten met twee maten, heet dat……………………

……………..Voor de LHV geldt hetzelfde als voor ZN. Zij verliest in 2006 haar onderhandelingspositie namens de huisartsen, met de invoering van de zorgmarktwetgeving. De beroepsorganisatie zelf werd overigens door de minister van VWS in 2003 uit voorzorg al eerder aangepakt. De organisatorische LHV-infrastructuur werd ernstig verzwakt door zijn besluit de financiering van D & O activiteiten in te trekken. Kennelijk meende de minister dat huisartsen als beroepsgroep, een te machtige positie hadden binnen de eerstelijn. In zijn geloofsvisie is dat contraproductief voor marktwerking. (Memorie van Toelichting WMG, blz 20). ………………

……………….De minister zal op grond van de huidige Ziekenfondswet, in elk geval nog vier maanden de schijn moeten ophouden dat de formele branchevertegenwoordigers (ZN, LHV) gehoord worden, en betrok-ken zijn bij de uitwerking van het beleid rond de toekomstige huisartsenzorg.
In 2006 is er voor procedures en afspraken als het ‘Vogelaarakkoord’ echter geen legitieme basis meer. Dan gelden gewoon de echte wetten van het CTG, de WTGexpress en de andere zorgmarktwetten. De tariefformule (meer consulten leiden in een volgend jaar tot een lager tarief), de talloze AMvB’s (Algemene Maatregel van Bestuur), de mogelijke bezuinigingen op de collectieve lasten………………..

…………de betekenis en positie van het gesloten ‘Vogelaarakkooord’ en die van de onderhandelaars, zijn eerder optisch, propagandistisch, opportunistisch en dus politiek-strategisch dan juridisch en opbouwend van aard. Maar wordt wel de zorg voor de patiënt er door verbeterd?
De huisartsenstaking is echter vrijwel macroneutraal van tafel. Zoals de invoering van de module ‘Modernisering en Innovatie’ (M & I) van € 25 miljoen, met financiering uit de kostenstructuur van de huisartsen zelf moet worden gerealiseerd……

…………..Hoofddoel van de staking: investeringen voor behoud en innovatie van de huisartsenzorg; het is een ‘compliment’ voor Zalm en Hoogervorst dat ze met 1,5 euro per verzekerde voor ‘modernisering’, de beroepsgroep weer aan het werk hebben gekregen. Een beroepsgroep die straks de maat wordt genomen wanneer beoordeeld wordt of de moderniseringstargets wel gehaald zijn. Of aan de pres-tatie-indicatoren is voldaan. Waarbij het ene deel van de collega’s voor de bonus en het andere voor de malus in aanmerking komt. Zonder dat het een euro kost!
Een schokgolf van innovaties is niet echt waarschijnlijk………….

Huidige situatie ‘gebruikelijke zorg’ en 7×24-uurs zorgplicht.

1* Tot dec. 2005 functioneert de LHV-LV als het formele orgaan dat namens de beroepsgroep  omschrijft wat onder ‘gebruikelijke zorg’ verstaan moet worden.
2* Het aanbod van 7x24u huisartsenzorg is door LHV-LV als ‘gebruikelijke zorg’ gedefinieerd.  Huisartsen-praktijkhouders leveren dit aanbod op grond van een individuele 7x24u ‘zorgplicht’.

Zorgmarktwetgeving per 2006

3*  De LHV en ZN verliezen hun wettelijke positie als vertegenwoordigers van hun brancheorga nisatie cq achterban, bij het CTG ed.
4* Door de intrekking van de ZFW  is in essentie de organisatie van de zorg in handen van  marktpartijen die ‘in vrijheid’ onderhandelen over aanbod en inkoop van zorg.
5*  De spelregels voor de marktonderhandelingen, de beschikbare financiële middelen (en dus de  tarieven) en de samenstelling van het basisverzekeringspakket, worden door de minister zelf  bepaald.
6* De contracteerplicht voor ZV’s naar huisartsen is ingetrokken.
7* De ZV’s zijn wettelijk verplicht ‘voldoende (huisartsen) zorg’ in te kopen
8* Ook niet-huisartsen kunnen (delen van de) huisartsenzorg aanbieden

Vogelaarakkoord

9* De afspraken in het Vogelaarakkoord hebben thans geen wettelijke basis. De leden van de  onderhandelingspartijen zijn juridisch niet verplicht zich (in 2006) aan de afspraken in het ak koord te houden tenzij deze alsnog in AMvB’s worden vastgelegd.
10* Er is vooralsnog geen wettelijke verplichting voor de minister zich (in 2006) in zijn beleid te  committeren aan het Vogelaarakkoord.
11*  Het akkoord heeft betrekking op het  aanbod van huisartsendagzorg

Ontkoppeling zorgaanbod: huisartsendagzorg en spoedzorg in ANW per 2006

11* Met de intrekking van de ZFW vervallen de ‘Uitkomst van Overleg ( inclus. het begrip ‘gebrui kelijke zorg’) en de ‘Individuele Overeenkomst’.
12* ‘Gebruikelijke zorg’ en de ‘7x24u zorgplicht’ komen in de nieuwe marktwetten niet voor en  hebben daarmee hun (veronderstelde) wettelijke basis verloren.
13*  Het huisartsgeneeskundig Basiszorgaanbod (LHV/NHG) kan door de huisarts onderscheiden  worden aangeboden: huisartsendagzorg en spoedzorg in ANW.
14* Contractering van het aanbod Dagzorg komt tot stand tussen huisarts en Zorgverzekeraar.
15* Facultatieve contractering van spoedzorg in ANW komt tot stand tussen huisarts en grootscha lige of kleinschalige HDS of andere zorginstellingen waarbij de ZV de spoedzorg in ANW heeft  ingekocht.

Dit zijn citaten uit  een informatieve discussiebijdrage van Hans Nobel van de Eerste Landelijke Huisartsen Associatie ELHA over de 24-uurs zorgplicht en over de gevolgen van de nieuwe zorg-marktwetten voor de contractposities en -procedures tussen zorgaanbieders en zorginkopers.Binnenkort verschijnt van de ELHA een draaiboek ‘ontkoppelde contracten dag- en ANW-zorg’

Rob

Recente artikelen