Bereidheid artsen om te innoveren is te verklaren met vier theorieen
ArrayOf een arts of een andere professional open staat voor zorgvernieuwing is te verklaren met vier theorieën. De eerste gaat ervan uit dat de arts te weinig weet en daarom niet innoveert. De tweede theorie stelt dat de arts werkt in een maatschap die niet openstaat voor innovaties. De ndividuele arts wil wel, maar de groep is niet open en kijkt alleen naar de korte termijn. De derde theorie betreft de leiding van artsen in de instelling of bij de zorgverzekeraar. Als die niet openstaat voor innovaties en bureaucratisch functioneert, dooft de bereidheid om te innoveren bij professionals. De vierde theorie gaat ervan uit, dat alleen externe druk zoals geldprikkels en concurrentie leidt tot bereidheid bij professionals om te innoveren. Deze vier theorieën presenteerde Guus Schrijvers tijdens de Zwolse Artsendag die
Gerard Hoogvliet van het Medisch Coördinatiecentrum te Zwolle voortreffelijk organisserde op 23 november. Het thema van de bijeenkomst betrof Anticiperen op verandering. Guus Schrijvers trad daar op als inleider naast de altijd weer boeiende sprekers prof. Theo Voorn en de voor Achmea zorginkopende huisartsenzoon Frans Bierens. Deelnemers waren circa tachtig huisartsen en medisch specialisten, die heftig in discussie gingen over de theorieën, de terugblik op de huisartsenstaking (Theo Voorn) en de problemen van zorgverzkeraars (Frans Bierens). Guus Schrijvers baseerde zijn voordracht op de derde druk van Case Study Research, geschreven door Robert Yin. Hij onderscheidt vier theorieën waarom de ene casus beter kan functioneert dan de andere casus: leertheorieën, groepdynamische theorieën, organisatietheorieën over leiderschapstijlen en sociaal-economische theorieën. Guus Schrijvers’ conclusie is, dat alle vier de theorieën opgaan en van toepassing zijn. Wil je zijn Powerpoint presentatie inzien? Surf dan naar www.integratedcare.nl. Klik op lezingen en dan op Zwolle, artsendag 2005.