Hormoontherapie effectief bij zeldzame kaaktumor

Persbericht
Kaakchirurg Isala deed promotieonderzoek naar epidemiologie en therapie van deze tumor

Het centraal reuscelgranuloom is een zeldzame kaaktumor die jaarlijks bij ongeveer twintig mensen in Nederland wordt gediagnosticeerd. De tumor komt vooral voor in de leeftijd tussen de tien en twintig jaar. De afwijking wordt als goedaardig aangeduid, maar lokaal kan zo’n tumor veel problemen veroorzaken. Chirurgische verwijdering leidt vaak tot veel schade aan het kaakbot en de tanden. Naast epidemiologisch onderzoek deed Jan de Lange ook een klinische trial (dubbelblind, gerandomiseerd en placebo-gecontroleerd) naar het effect van calcitonine(een hormoon)-therapie op de ontwikkeling van deze tumor. Hij is op 29 juni gepromoveerd op dit onderzoek aan de Universiteit van Amsterdam.Omdat het om een zeldzame afwijking gaat was het altijd lastig om voldoende patiënten te verzamelen waardoor er niet eerder onderzoek gedaan is naar deze kaaktumor. Een andere reden is dat de ideeën over de nieuwe therapie vrij recent zijn.
Voor patiënten betekent dit onderzoek dat er nu een goede alternatieve therapie is voor een chirurgische ingreep die vaak veel schade veroorzaakt. Tot nu toe was de behandeling voornamelijk chirurgisch. In principe wordt er nu bij jonge patiënten met een grote en agressieve vorm van de afwijking in eerste instantie geen chirurgie meer toegepast.

De behandeling
Calcitonine is een hormoon dat door de schildklier wordt aangemaakt en de afbraak van botweefsel remt. Het via een neusspray toegediende calcitonine bleek een wisselend resultaat te hebben. In de eerste zes maanden had de therapie gemiddeld geen effect. Als de behandeling echter minstens een jaar werd volgehouden was bij een groot aantal patiënten wel degelijk een afname van de tumor zichtbaar. Verder onderzoek toonde aan dat interferon-alfa, nu toegepast bij virale infecties en tumoren,  effectief werkt tegen agressieve vormen van het reuscelgranuloom, maar dit middel moet het vanwege de ernstige bijwerkingen hoogstens als laatste redmiddel worden gebruikt.

DNA-onderzoek
De Lange verrichtte ook DNA-onderzoek om een relatie tussen solitaire centraal reuscelgranulomen en cherubisme (erfelijke vorm van centraal reuscelgranulomen met een bekende genafwijking.) aan te tonen. Het doel van het onderzoek naar deze relatie was om bij patiënten met een solitaire afwijking de oorzaak van de tumor te achterhalen. Deze patiënten hadden allen echter geen mutatie in het cherubisme-gen. Wel toonde het onderzoek een nieuwe genmutatie voor cherubisme aan.

Recente artikelen