Huisarts hoort regierol te hebben
ArrayPraktisch alle Nederlanders (97 procent) vinden dat de huisarts een regiefunctie moet hebben. Zij onderschrijven de stelling dat huisartsen patiënten zonodig moeten verwijzen naar andere hulpverleners en door hen geïnformeerd moeten worden over het verloop van de behandeling.
Tachtig procent geeft aan graag met de huisarts te willen overleggen over de voorgestelde behandeling van de medisch specialist. Verder blijkt dat de huisarts meer dan verwacht op eigen initiatief gevoelige onderwerpen mag aankaarten, zoals mishandeling of leefstijl.
Een andere opmerkelijke conclusie is dat de Nederlandse huisarts honkvast is: gemiddeld heeft hij 14 jaar en 44 weken dezelfde praktijk; dat is ongeveer een half jaar korter vergeleken met 1970.
Dat zijn de voornaamste conclusies van onderzoeken die het Nederlands Huisartsen Genootschap in het kader van het vijftigjarig bestaan liet uitvoeren door TNS/NIPO [zie rapport TNS/NIPO] en het NIVEL. Vandaag en vrijdag presenteert het NHG deze tijdens respectievelijk de relatiebijeenkomst en het jubileumcongres.
Verwachtingen nauwelijks veranderd
Vergeleken met het TNS/NIPO-onderzoek uit 1999 zijn de verwachtingen van zowel patiënten als huisartsen redelijk stabiel gebleven ondanks de veranderingen in maatschappij en gezondheidszorg. Over de praktijkondersteuner, een relatief nieuwe functie in de huisartsenpraktijk, is 85 procent van de ondervraagden tevreden. Het onderzoek van het NIVEL richtte zich op diverse aspecten van de continuïteit van zorg in de huisartsgeneeskunde, zoals de mobiliteit van patiënten en huisartsen en de gevolgen ervan [zie artikelen: Verhuizende patiënten, Hoe community based werkt de huisarts ], de organisatie van de huisartsenzorg binnen en buiten kantooruren [zie artikel 24-uurszorg] en het zorggebruik van bepaalde groepen patiënten [zie artikelen Ouders met jonge kinderen), Is er nog huisarts voor de dood].
Een derde onderzoek is een internationale enquête naar de kwaliteit van de huisartsenzorg vanuit het perspectief van de huisarts. De afdeling Kwaliteit van Zorg (WOK) van het UMC St Radboud voerde dit onderzoek uit [zie rapport WOK]. Opvallend is dat Nederlandse huisartsen een belangrijke rol hebben in het verlenen van palliatieve zorg en dat de meerderheid van hen tevreden is over het gezondheidssysteem en hun functie. Het patiëntenperspectief is een aandachtspunt.