MINBZ:Extra inzet om HIVbesmetting moeder kind te voorkomen
Nederland stelt extra geld beschikbaar voor medicijnen die voorkomen dat moeders het hiv-virus aan hun ongeboren kinderen doorgeven. Minister Agnes van Ardenne (Ontwikkelingssamenwerking) zal dit tijdens het tiende nationale hiv/aids congres op maandag 4 december aankondigen. Hiertoe zal Nederland een extra bedrag van 20 miljoen euro beschikbaar stellen aan UNICEF.
Van Ardenne geeft aan dat deze extra steun UNICEF helpt ‘om het aantal infecties onder kinderen met veertig procent te verminderen en om tachtig procent van de moeders te behandelen met aids-remmers’. UNICEF zorgt ervoor dat zwangere vrouwen zich kunnen laten testen. Kinderen van vrouwen die aids-remmers gebruiken lopen aanzienlijk minder kans het virus van hun moeder te krijgen. Dit is nodig ‘zodat moeders aan hun eigen kinderen kunnen doorgeven, wat generaties al sinds mensenheugenis met elkaar delen: het leven zelf, levenslessen en, natuurlijk, liefde’, aldus Van Ardenne in haar speech. Naast het beschikbaar stellen van testen en medicijnen zal UNICEF het geld ook besteden aan seksuele voorlichting, aan de behandeling en zorg van HIV-geïnfecteerde kinderen en aan de zorg en bescherming van aidswezen.
UNICEF zal dit extra geld met name inzetten in Afrikaanse landen waar de nood het hoogst is, zoals Zambia, Zimbabwe, Malawi, Mozambique, Kenia, Ethiopië, Sierra Leone, Zuid-Afrika, Swaziland en Rwanda. Ook landen als Mongolië, Vietnam, Sri Lanka, en Papua Nieuw Guinea kunnen op extra steun rekenen.
Jaarlijks geeft Nederland meer dan 400 miljoen euro uit om de verspreiding van ziektes als aids, malaria en tuberculose voor 2015 te stoppen. Nederland levert hiermee een forse bijdrage om deze Millennium Ontwikkelingsdoelstelling in 2015 te realiseren. Nederland geeft per hoofd van de bevolking wereldwijd het meest uit aan de strijd tegen deze dodelijke ziektes. In absolute termen is Nederland na de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk de grootste donor.