Meer empathie tussen managers en artsen zou de gezondheidszorg verbeteren
ArrayEen Brits groep Onderzoekers heeft de relaties tussen managers en clinici onderzocht en men kwam tot de conclusie dat deze niet optimaal is. De onderzoekers van universiteit van Leeds zijn nagegaan wat nodig is om managers en dokters beter te laten samenwerken. Vaak is er sprake van een verontrustende relatie tussen artsen en managers in de NHS. Men constateerde dat waar de twee kampen een echte alliantie hadden gevormd, de instelling ook efficiënter functioneerdem.
Frictie tussen artsen en managers is goed gedocumenteerd. En het nieuwe onderzoek, dat door Professor Ian Kirkpatrick van de Leeds University Business School en Becky Malby van het Centre for Innovation in Healthwordt geleid, is er een slechte binding verbnd tussen de twee beroepsgroepen. De laaste jaren is de productiviteit van ziekenhuizen namenlijk niet toegenomen maar zijn de kosten wel fors gestegen
“Het kan voor artsen en managers moeilijk zijn verder te gaan,” zo meldde Becky Malby, Directeur van het Centre for Innovation in Healthwordt, dat het onderzoek publiceerde. “Maar onze studie toont aan dat waar het twee goed samenwerken, iedereen kan profiteren.” En nu hoopt het centrum om de goede voorbeelden te gebruiken zijn door die ziekenhuizen waar er nog het een en ander te verbeteren is. “Er is een tendens geweest om te denken dat deze problemen eenvoudig door veranderende beheersstructuren veranderd kon worden,”.
De “managers en de artsen hebben altijd verschillende standpunten over de manier er gewerkt zou moeten worden. Maar de plaatsen die erin slagen zijn beperkt. De onderzoekers vonden vijf kenmerken van een productieve werkrelatie. Een niet verrassende bevinding is dat er op de eerste plaats sprake moet zijn van bereidheid om samen te werken. Daarnaast is belangrijk dat zowel artsen als managers het idee hebben dat zij aan hetzelfde doel werken en dat niet wordt gedacht in termen als ‘wij’ en ‘zij’.
Verder is van belang dat managers en artsen goed samenwerken en er geen overduidelijke hiërarchische structuur is. Op de plaatsen waar er een goede relatie was tussen dokters en managers zagen zij zichzelf als partners in plaats van dat één persoon ‘de baas’ was. Ook moeten artsen en managers samen beslissingen maken, vonden de Britse wetenschappers. Om dat te bereiken moeten managers de waarde van de input van clinici leren te waarderen en vaker bereid zijn om taken te delegeren. Aan de andere kant moeten artsen het belang van goed management inzien.
Voor een goede relatie tussen artsen en managers is het eveneens belangrijk dat het voor beide groepen duidelijk is dat het leveren van zorg de corebusiness is. Vooral topmanagers moeten zich realiseren dat patiëntenzorg centraal staat en ze moeten ervoor zorgen dat hiervoor in de gehele organisatie veel aandacht is. Een dergelijk klimaat leidt ertoe dat managers en artsen elkaars werk in de juiste context zien.
Als er sprake is van een goede relatie tussen artsen en managers, is er volgens de onderzoekers vaker sprake van eensgezindheid over beslissingen over bijvoorbeeld financiën, zorgverbeteringen en de kwaliteit van de zorg en management. Ook is er meer bereidheid om mee te werken en verantwoordelijkheid te dragen voor veranderingen in het zorgproces en is er meer draagvlak voor het doorvoeren van dergelijke veranderingen.
Het vorige week verschenen rapport is het eerste deel van het onderzoek. In het eind dit jaar te verschijnen tweede deel zal worden beschreven wat de implicaties van de bevindingen zijn voor het beleid gevoerd in zorginstellingen en de organisatie van de gezondheidszorg.
Het rapport zegt de eerste stap in het ontwikkelen van productieve verhoudingen om de samenwerking te bevorderen klaar te hebben — de echte winst is als men in het elkaars werk in leeft te nemen en gezamelijk kennis wordt gebundeld.
Het originele artikel lees je hier