Maatregelen tegen hogere incidentie naadlekkage bij dikkedarmoperaties in CWZ
Het CWZ in Nijmegen heeft begin dit jaar maatregelen genomen om het aantal complicaties na een dikkedarmoperatie naar beneden te krijgen. Dit gebeurde nadat het de chirurgen was opgevallen dat ineens meer patiënten na zo’n operatie te maken kregen met een zogeheten naadlekkage op de plek waar de twee uiteinden van de darm weer aan elkaar worden gehecht. Dat is een ernstige complicatie die opnieuw opereren noodzakelijk maakt. Een kwart van deze vaak toch al kwetsbare patiënten komt volgens landelijke cijfers alsnog te overlijden. Inmiddels is in het CWZ het aantal complicaties niet meer hoger dan gemiddeld. Zaterdag maakte het AD naar aanleiding van de te publiceren AD Ziekenhuis Top 100 bekend dat in het Nijmeegse ziekenhuis 15,1 procent van de patiënten, veelal met darmkanker, opnieuw geopereerd moet worden. Het landelijk gemiddelde ligt op 7,7 procent.
De uitkomst was voor chirurgen in het CWZ geen verrassing meer. Chirurg/oncoloog Frits van den Wildenberg: “Waarschijnlijk baseert het AD zich op de cijfers van vorig jaar. In 2006 hadden we het gevoel dat er ineens meer lekkages waren. We hebben toen meteen een onderzoek ingesteld om maatregelen te kunnen nemen.”
In 2006 werden 180 patiënten geholpen bij wie een naadverbinding werd gemaakt na een ingreep aan de dikke darm of endeldarm. Volgens de CWZ-cijfers trad bij 22 patiënten een lekkage op. Onderzoek wees uit dat het niet uitmaakte wie opereerde. Ook maakte het niet uit of de darmen waren gehecht met oplosbare draad of nietjes. “Opmerkelijk was wel dat lekkage veel vaker optrad bij patiënten met een slechtere genezingstendens, zoals patiënten met uitgezaaide darmkanker en patiënten die acuut geopereerd moesten worden.” Van de 22 patiënten vielen 11 onder dit verhoogde risicoprofiel.Inmiddels wordt vaker in overleg met de patiënt gekozen voor een stoma. De nieuwe beleidslijn lijkt effect te hebben.