Behandeling beroerte minder gevaarlijk dan gedacht
ArrayIn Nederland krijgen ieder jaar zo’n 48.000 mensen een beroerte. Meer mensen dan tot nu toe werd gedacht komen in aanmerking voor een trombolyse-behandeling, zo blijkt uit onderzoek van UMCG-promovendus Maarten Uyttenboogaart.
Bij een beroerte wordt de bloedtoevoer naar de hersenen plotseling onderbroken door een stolsel in een bloedvat. Bekende gevolgen zijn onder meer verlammingen en spraakstoornissen. Om de schade aan het hersenweefsel bij een herseninfarct te beperken, moet het bloedstolsel worden opgelost. Deze ingreep wordt trombolyse genoemd. Over het algemeen geldt: hoe sneller wordt ingegrepen, hoe beter het herstel van de patient zal zijn.
Het gevaar van trombolyse is dat de behandeling een hersenbloeding kan uitlokken. Uit onderzoek van Maarten Uyttenboogaart blijkt echter dat trombolyse relatief veilig lijkt ook bij patienten die langer dan drie uur na ontstaan van de klachten behandeld worden, die ouder zijn dan 80 jaar en die bepaalde cholesterolverlagende medicijnen (statines) of bloedverdunners gebruiken. Dit is opmerkelijk: patienten van boven de 80 jaar worden nu nog vaak uitgesloten van deze behandeling.
Ook onderzocht Uyttenboogaart de voorspellende waarde van de bloedsuikerspiegel. Bij patienten met een infarct in de holten heeft een verhoogde bloedsuikerspiegel een gunstig effect, zo toont hij aan. Bij een infarct in de hersenschors heeft het juist een negatief effect.
Maarten Uyttenboogaart (Smilde, 1980) studeerde geneeskunde te Groningen. Hij verrichtte zijn promotieonderzoek aan de afdeling neurologie van het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG). Het onderzoek werd gefinancierd door de Stichting Catharina de Heerdt. Uyttenboogaart werkt als neuroloog in opleiding in het UMCG.
Bron RuG