Leefstijlonderzoek VUmc om chronische ziekten te voorkomen
ArrayOp donderdag 14 februari start het Diabetes Onderzoek Centrum van het VU medisch centrum Amsterdam met een grootschalig wetenschappelijk onderzoek naar een methode om hart- en vaatziekten en suikerziekte te voorkomen. In dit ‘Leefstijl Onderzoek West-Friesland’ wordt onderzocht hoe risicogroepen ongezonde gewoontes over boord kunnen zetten en werkelijk gezonder gaan leven. Univé Zorgverzekeringen maakt het onderzoek mede mogelijk.
In Nederland neemt het aantal mensen met hart- en vaatziekten en suikerziekte jaarlijks toe. Dit komt veelal omdat mensen te weinig bewegen, ongezond eten en roken. Door de leefstijl te verbeteren, wordt de kans op het krijgen van deze ziekten aanzienlijk kleiner. Omdat het erg lastig is gebleken om de leefstijl aan te passen, start het Diabetes Onderzoek Centrum samen met het VU medisch centrum Amsterdam een grootschalig wetenschappelijk onderzoek naar de effecten van een methode om mensen hierbij te ondersteunen. De verwachting is dat het onderzoek een werkwijze oplevert die op landelijk niveau kan bijdragen aan het voorkomen van deze chronische ziekten. Univé Zorgverzekeringen ondersteunt het onderzoek.
De aankomende maanden ontvangen 12.000 inwoners van West-Friesland een meetlint en een antwoordformulier. Uit de respons wordt een selectie uitgenodigd voor een lichamelijk onderzoek in het Diabetes Onderzoek Centrum in Hoorn of Enkhuizen. Donderdag 14 februari wordt de eerste groep onderzocht. De mensen die een aantoonbaar verhoogd risico lopen op hart- en vaatziekten en suikerziekte worden vervolgens ingedeeld in twee groepen. De ene groep krijgt persoonlijke begeleiding bij het verbeteren van de leefstijl. Er wordt daarbij uitgegaan van wat de mensen zelf willen, waarna gezamenlijk met de deelnemer een op maat gesneden oplossing gekozen wordt. De andere groep krijgt schriftelijke informatie en foldermateriaal over afvallen, stoppen met roken, gezonde voeding en lichaamsbeweging. Het lichamelijk onderzoek wordt herhaald na 6, 12 en 24 maanden. De eerste uitkomsten van het onderzoek worden eind volgend jaar verwacht.