Verslag: IS HET BETER ZONDER OOGCONTACT ?!

Array

Op 11 maart was het 10e Symposium van het NATIONAAL PLATFORM E-HEALTH. (www.e-healthplatform.nl). Zoals elk jaar was dit symposium in samenwerking met de NEDERLANDSE VERENIGING VOOR E-HEALTH

(www.vereniging-ehealth.nl). Deze keer zochten de aanwezigen zich af of een face-to-face contact nodig is om effectief zorg te verlenen. In de vaste thuisbasis van dit evenement, Humanitas Akropolis in Rotterdam werd het symposium weer, als vertrouwd geopend door Prof. Dr. H.M. Becker, van de Stichting Humanitas. Dit jaar stond het symposium volledig in het teken van de e-Patiënt. En was er weer een keur aan interessante sprekers. Want zoals in elk zorgproces staat patient centraal en zo ook in het zorgproces. Maar weten wij, e-zorgverleners, wel wat wil de e-patient wil en passen we onze telemedicine toepassingen wel aan die wensen aan?

Onderzoek toont aan dat zij, veel meer dan nu wordt aangeboden is, gebruik willen maken van moderne communicatiemiddelen om in contact te komen met hun zorgverlener. Voor veel patiënten is het medisch e-consult een laagdrempelig en gebruiksvriendelijk alternatief. Ondanks, of juist dankzij, het ontbreken van face-to-face oogcontact met een zorgverlener. Met name is het e-consult een uitkomst bij moeilijke bespreekbare onderwerpen.

De eerste spreker is Ir. Pim Ketelaar , Nederlandse Vereniging voor e-Health. E-Health, de patiënt dichterbij. Volgens Pim maakt zorg op afstand eindelijk de decennialange belofte waar.

Artsenconsults via internet en het monitoren van patiënten op afstand raken door verbeterde technologie en mobiele netwerken steeds meer ingeburgerd. De kosten voor  ICT-uitgaven in de zorg stijgen jaarlijks zo'n 20 procent. Maar deze investeringen zorgen niet, zoals vaak met investeringen in ICT, niet een kosten besparing op maar betekend die vooral empowerment voor de patient Het is dus een mythe dat e-health in eerste instantie een directe kostenbesparing is.  

En de zorgconsument wordt volgens Ketelaar steeds veeleisender. "We hebben het steeds minder vaak over patiënten. Daardoor worden deze technologieën makkelijker geaccepteerd." Het is een ontwikkeling die wereldwijd gaande is en niet te stuiten lijkt. Zo hebben de grote elektronicaconcerns Philips, General Electric en Siemens ziekenhuisinformatietechnologie tot speerpunt van hun beleid gemaakt.

Ondanks de kosten stijging van de ICT maakt het budget voor ICT nog maar slechts

3 a 4 procent van het totale budget in de gezondheidszorg uit.  Succesvolle voorbeeld van Ehealth projecten zijn:  

  1. fotocath.JPG Catharina ziekenhuis: babymobile: Overal ter wereld even kijken naar je pasgeboren kindje in het ziekenhuis op je mobiele telefoon. Vanaf vandaag is dit mogelijk voor ouders van pasgeboren kinderen die in de couveuse liggen op de kinderafdeling van het Catharina-ziekenhuis in Eindhoven. Vandaag maken de eerste ouderparen gebruik van deze nieuwe voorziening die uniek is in de wereld. Binnen het ziekenhuis ligt al een stevige basis voor het gebruik van moderne technologie. Vanaf 2003 hebben ouders en familie van baby's in de couveuse van het ziekenhuis al toegang tot hun kindje via internet. Dit blijkt in de praktijk een groot succes. Baby Mobiel zorgt ervoor dat de ouders nu niet meer aan een PC gebonden zijn, maar overal ter wereld via hun UMTS mobiel kunnen kijken naar hun pasgeboren kindje in de couveuse. Een stap vooruit Voordat deze stap vooruit in het gebruik van mobiele telefonie gemaakt kon worden, moesten eerst computerprogramma's, telefoonnetwerken en telefoons geschikt gemaakt worden. Het ziekenhuis kreeg daarbij steun van de Vodafone Netherlands Foundation en een gespecialiseerd bedrijf in mobiele communicatie in de zorg, Telecom4care.

2.    IVF Poli van Jan Kremer, “Steeds vaker kunnen patienten de uitslagen van onderzoeken, brieven aan de huisarts en voorgestelde behandelingen op internet lezen. Ook kunnen ze met artsen daarover communiceren waardoor ze minder vaak naar het ziekenhuis hoeven.
Ivf-patiënten bij het UMC St Radboud hebben via een beveiligde website doorlopend toegang tot hun eigen medische gegevens: vanaf de eerste labuitslagen tot aan de laatste echo. De paren kunnen ook, als ze dat willen, via de website hun emoties en ervaringen delen met lotgenoten, vragen stellen op het forum en op gezette tijden chatten met hun arts. Zowel voor de patiënten als voor de artsen is dit een enorme vooruitgang. In de spreekkamer kunnen arts en patiënt nu tijd besteden aan onderwerpen die er echt toe doen, zoals moeilijke keuzes maken en ongewenste uitkomsten accepteren. Klik  hier een bijdrage van Iris van Delden van RTL te bekijken! 

Momenteel heeft Canada de voortrekkersrol in de wereld op het gebied van ehaelth. Canada is een van de een van de pionierslanden. Vanwege de infrastructuur in Nederland, het land binnen de Europese Unie met de hoogste internetpenetratie, zijn er uitstekende kansen voor ehealth. Maar liefst 83 procent van alle huishoudens in Nederland heeft een internetaansluiting (80 procent in 2006). Door de dichte marktpenetratie van internet en computers in Nederland biedt dit voor veel artsen mogelijkheden om via MSN, Hyves, Facebook, Chat, email en webbased mogelijkheden in contact te komen met hun patiënten en het internet te gaan gebruiken als een serieus medium om hun beroep uit te oefenen. Meer en meer organisaties leveren diensten via Internet of E-mail, maar ook communicatie tussen apotheken of huisartsen onderling en receptkoppeling vindt steeds meer en op steeds grotere schaal plaats.

Pim besluit met een aantal praktische stellingen

E-health is:

………….empowerment (human factor)

…………multidisciplinaire aanpak

Maar e-health ontstaat niet vanuit het niets. De vraag moet via de media en andere kanalen gestimuleerd worden. Het is hard nodig om de voordelen voor de e-patient duidelijk te articuleren. E-health in Nederland heeft visie, lef en vertrouwen nodig van iedereen die er actief mee bezig is.

Tweede spreker was Drs. M.A.J.M. Bos, directeur Zorg van Zorgverzekeraars Nederland. Het gebruik van de computer in de gezondheidszorg: van achterstand
naar voorsprong. Vlak voor zijn pensioen op 1 april (geen grap) laat hij weten dat er veel mogelijkheden zijn op het gebied van ehealth. Niet de hoogdravende innovatie maar hij wil een lans breken voor de praktische toepassingen. Innovaties zoals  opereren op afstand, kost miljoenen. En op zich is er niets mis met innovatie. Maar hij wil vooral meer zien van de simpele toepassingen. De eenvoudige en patientvriendelijke oplossingen waardoor je niet een uur bij een huisarts in de wacht staat om iemand aan de telefoon te krijgen . De bandjes waar geen eind aan te lijkt te komen. Er zijn al zoveel mooie toepassingen zoals hyves, msn, email. Allemaal middelen waarop je ook effectief kan communiceren. Hij zou graag willen zien dat er meer gebruik wordt gemaakt van programma’s waardoor van via internet een afspraak bij je huisarts kan maken. Gewoon je naam intikken op de lege plekken van de dokter. En volgens Chiel Bos is de grootste innovatie in de medische wereld zijn dat er veel gebruik zou worden gemaakt van het e-consult.

In principe beschikt elke arts over een electronisch medisch dossier waarmee hij alle informatie van een patient zo kan oplepelen. Door invoering van een koppeling van deze systemen (EPD) heeft een huisarts of een vervanger direct inzage in het dossier van de patient van een collega. Toch verbaasd hij zich er overdat patiënten keer op keer weer een nieuwe anamnese moeten inleveren en andere gegevens die in diverse systemen al zijn opgeslagen. Het zou patiënten makkelijker gemaakt moeten worden en verwijzers zouden eigen dat digitale briefje met gegevens, die keer op keer worden gevraagd, vooraf worden toegestuurd. Daarnaast ziet hij ook wel mogelijkheden voor medische dossiers op bijvoorbeeld USB-sticks. De rol van verzekeraars is, in de toekomst volgens Chiel Bos,  dat zij eisen gaan stellen aan het gebruik van digitale mogelijkheden zodat een patient na verwijzing niet voor de zoveelste keer dat blaadje met gegevens hoeven in te vullen. Hij is er niet bamg voor dat stimulatie door NZA van een  tarief voor diverse soort e-consult gaan zorgen voor een tsunami van berichten die niet meer te verwerken zijn. Alleen al de huisartsen en psychologen hebben bewezen dat ja na een goed behandelplan prima zorg kan geven via de digitale snelweg zonder dat de zorgverlener overspoelt wordt. Wel moet je goed de regels borgen in een systeem. Chiel snapt de huidige voorzichtigheid van zorgverleners niet goed. Kobus Dijkhorst heeft de eerste stappen gezet maar onvoldoende in staat om ehealth echt te implementeren. Dat is geen reden om op een andere entrepeneur te wachten. Als zorgverleners goede plannen hebben vind Chiel vooral dat men er gewoon mee aan de slag moeten. Als ideeën of projecten echt goed zijn en levensvatbaar zijn volgt het geld, volgens hem vanzelf.  Want volgens hem biedt soms de anonimiteit op het internet juist een voordeel.  Alleen moet er nog een modus gevonden worden voor de financiering. Hij denkt hier met name aan de resultaten uit de verslavingszorg. Hiermee geef je klantgerichte zorg en geeft het volgens het Trimbos zelfs een betere relatie tussen zorgverlener en patient. Dus anonimiteit geeft ook comfort.

Ook initiatieven als www.pratenonline.nl geeft kinderen iets willen melden wel zorg waar vraag naar is. Een groot succes maar wie betaald dat? We moeten naar  structurele subsidie en geldstromen voor goede digitale zorg. Op dit moment betaald NZA €4,50 per consult van de huisarts. Dit staat volgens een van de toehoorders in schril contrast met het tarief voor de psychologen. Zij krijgen €15,00 vergoed voor een e-consult en dat doet niet onder voor een face-to-face consult. GGZ  zou dus een katalysator kunnen zijn. Mensen die misbruik maken moet je zo goed mogelijk weren en zorgverzekeraars. Volgens Bos zouden zorgverleners veel meer gebruik moeten maken van de vrije tarieven van  NZA die beschikbaar zijn voor vrije prestaties. Er zijn door NZA inmiddels al meer dan 100 projecten geaccordeerd. Bijvoorbeeld voor het gebruik van robotica. Want als een oogarts gebruik maakt van een robot is dat wel degelijk een verlichting van zijn werk en zorgt ervoor dat bijvoorbeeld het risico op  lage rugklachten geminimaliseerd kan worden.  Volgens Chiel bos was in het  Piet van den Beemt die het eerste e-health project in Nederland had. In zijn instelling Arduin stonden jaren terug verslagen van verplegend personeel online. Via een wachtwoord konden ouders van bewoners van Arduin zien wat er zoal gebeurd was met hun familielid.  

Chiel pleit voor het verspreiden van technologie en het beschikbaar stellen van webbased technologieën zodat andere instanties niet opnieuw het wiel hoeven uit te vinden. NZA wil de pioniers stimuleren zodat ehealth steeds meer een vanzelfsprekendheid wordt en vorm en inhoud geeft aan empowerment van patiënten.

De derde spreker van de middag is de e-patiënte. Zij heeft het e-consult via haar werk leren kennen. Ze werkt in de thuiszorg en was een een bepaald moment dringend op zoek naar advies van een arts. Ze wilde niet afgewimpeld worden en besloot om de emaildokter.nl maar eens een kans te geven. En dat is haar zeer goed bevallen. Niet alleen had ze snel contact in het weekend. Ook het advies was geweldig en precies hetgeen ze zocht. De volgende morgen had ze al een afspraak werd ze snel behandeld. Het was verbijsterend dat je zo snel geholpen kan worden een vertrouwensrelatie op te kan bouwen met iemand die je niet face-to-face ontmoet. Ook volgens haar is er visie, lef en vertrouwen om ehealth naar een nieuw plan te tillen. Lef is nodig van de patient want die is soms bang eigen huisarts te passeren. In veel gevallen krijg je alleen je eigen huisarts niet aan de telefoon maar krijg je de assistente terwijl je eigenlijk gewoon een dokter aan de telefoon wil. Volgens haar wil de patient vaak gewoon het luisterend oor en het advies van een dokter.

Het vetrouwen kreeg ze in de emaildokter om hem te mailen door zijn duidelijke website. Er stond precies op wat ze zocht en vond makkelijk wat ze kon verwachten en hoe ze contact moest opnemen. Na het interview met de e-patiente volgde er een aantal filmpje van patiënten, zo ook de 78-jarige eindhovenaar bij de Diabetescoach.

Zorg op afstand maakt eindelijk de decennialange belofte waar. Artsenconsults via internet en het monitoren van patiënten op afstand raken door verbeterde technologie en mobiele netwerken steeds meer ingeburgerd. Vooral door investeringen in 'e-health' stijgen de ICT-uitgaven in de zorg in Nederland momenteel met jaarlijks zo'n 20 procent.

De laatste spreker is was Mark Steen van TNO. Ook hij legde de nadruk op empowering patients. Hij is bezig met een proefschrift op het gebied van ehealth. Hij gaf vanuit zijn Expertises: kwalitatief marktonderzoek, conceptontwikkeling, strategische marketing, innoveren samen met eindgebruikers, creativiteit en teamwork uitleg hoe intelligente systemen ten behoeve van de zorg ontwikkeld worden.

Voorbeeld van deze projecten zijn: o.a. methoden om samen te werken met eindgebruikers aan innovaties; ontwikkelen en evalueren van een virtual community voor basisschoolleerlingen, een virtual community voor mensen met reuma, een mobiele telefoon user interface voor digital rights management, en een mobiele teksttelefoon voor doven/slechthorenden; en onderzoek naar end-user experience en we-centric telecommunicatie.

Volgens Mark doen gewone mensen geen uitvindingen maar werken ze in communicatie wel aan inrichten van een proces van samen iets creeeren. De patient moet de actieve rol hebben en niet als passieve rol hebben. Ook de ontwikkeling ven ehealth is iteratief proces waar empathie en participatie een belamngrijke rol hebben. Hij geeft de voorbeelden van ICT voor mantelzorg. TNO heeft binnen het onderzoeksprogramma Freeband Communication, samen met andere organisaties, een 'WeCare' ontwikkeld: een telecomapplicatie bedoeld om mantelzorgers te ondersteunen TNO heeft een telecom applicatie ontwikkeld die is bedoeld om mantelzorgers te ondersteunen. De applicatie bestaat uit interactieve webpagina's die ook via mobiele telefoons kunnen worden gebruikt. Mantelzorgers en anderen kunnen hiermee onderling — binnen een besloten groep — hulp vragen en hulp aanbieden. Deelnemers geven aan welke hulp ze vragen en welke hulp ze aanbieden. Vraag en aanbod worden vervolgens gematcht.

WeCare: Om mantelzorgers te helpen om hulp te vragen en te ontvangen

TNO heeft binnen het onderzoeksprogramma Freeband Communication, samen met andere organisaties, een telecom applicatie ontwikkeld die is bedoeld om mantelzorgers te ondersteunen. We richten ons op een specifieke groep mantelzorgers, nl. mensen die zorgen voor iemand met dementie die thuis woont. In de praktijk is dat vaak een echtgeno(o)t(e) of ouder. De telecom applicatie is uiteraard ook geschikt voor andere doelgroepen.

“Het probleem waar we ons op richten is dat een mantelzorger er vaak alleen voor staat en veel alleen moet doen. Een mantelzorger loopt dan het risico om op te branden. Omgekeerd weten mensen in de omgeving vaak niet dat ze hulp zouden kunnen bieden of ze weten niet hoe zie die hulp kunnen aannbieden. Het zou mooi zijn als zo'n mantelzorger op een laagdrempelige manier hulp van anderen kan inroepen en als anderen op een laagdrempelige manier hulp kunnen aanbieden. Met dat doel hebben we WeCare ontwikkeld: een website voor een besloten groep mensen waarop ze kunnen aangeven welke hulp zoeken of welke hulp ze aanbieden. Deelnemers kunnen dat specifiek aangeven in kalenders en door hun voorkeuren aan te geven. Een voorbeeld: Als mantelzorger Marjan een hulpvraag stelt, wordt deze automatisch gematcht aan deze kalenders en voorkeuren en een berichtje wordt verstuurd aan Theo omdat hij beschikbaar is op het gewenste tijdstip en omdat deze hulpvraag bij hem past. Theo kan dan beslissen of hij besluiten om deze hulpvraag wel of niet in te vullen. Als Theo dat wil, ontvangt Marjan direct bericht dat Theo kan. Als Theo niet kan, wordt de vraag doorgezet naar een volgende geschikte persoon. Als binnen een bepaalde tijd geen geschikt persoon wordt gevonden, ontvangt Marjan daarvan ook bericht.”

TNO heeft de telecom applicatie ontwikkeld in samenwerking met VU Medisch Centrum (die de behoeften van mensen met dementie en hun mantelzorgers hebben onderzocht), met Waag Society (die hebben meegewerkt tijdens het ontwerpen) en met mantelzorgers: we hebben d.m.v. interviews met mantelzorgers onze ideeen stapsgewijs samen met mantelzorgers geevalueerd en verder ontwikkeld. Op dit moment werken TNO, Ericsson (die een prototype bouwt) aan een prototype, dat we willen evalueren in samenwerking met ShareCare (een bedrijf dat zich ook richt op het ondersteunen van mantelzorgers).

In samenwerking met ShareCare willen ze o.a. de meerwaarde van twee functies onderzoeken — twee functies die ShareCare nog niet in de huidige versie heeft: het deels-automatisch matchen van vraag en aanbod en het gebruik op mobiele telefoons (met java-client). Hij geeft ook andere voorbeelden die nu al in gebruik zijn. Hij verwijst ons naar sharecare .nl….. evalueren ervan. wecare kennen elkaar al, demdis…..info dienst, dig soc kaart vraag, feedback reputation management niet noodzakelijk.

De laatste aangekondigde spreker was helaas niet aanwezig dus de bijdrage van i.com van het Trimbos instituut houden we dus nog tegoed.  

In de forumdiscussie onderleiding van Chiel Bos stelde hij voor om een brief te sturen vanuit het platform naar de minister van VWS.  Dit zijn de driepunten die namens het platform aan de minister worden gecommuniceerd aan de minister.

Ondergetekende gaf aan dat het wellicht een idee is om, vanwege de gebrekkige financiering voor nieuwe projecten, een zorgvariant van het PC-privé project voor te stellen.

 Verder is het nodig om e-zorg, het e-consult en e-health in het algemeen ruim te promoten. Ook zou de wet en regelgeving beter moeten aansluiten op vraag en aanbod en geen nieuwe verstikkende regels mogen door de overheid moeten worden opgelegd aan de zorgverlener. Op dit moment krijgt de marktwerking van e-health beperkt. De overheid moet wel inkaderen, breed neerleggen.  Telemedicine en e-Health toepassingen kennen een onstuimige opmars en kunnen belangrijk bijdragen leveren aan ‘patient empowerment’. Tijdens dit symposium werd  ingegaan op de vraag: hoe kan e-health bijdragen aan het daadwerkelijk centraal stellen van de patiënt en welke paradigma verschuivingen zijn hiervoor nodig?

Op deze vraag werd in een aantal prikkelende presentaties invullig gegeven aan dit proces.

Janine Budding 

Recente artikelen