Hartklepvervanging na het plaatsen van een tongpiercing

Array

Hoewel piercing als versiering van het lichaam al eeuwen wordt toegepast is er sprake van een groeiende populariteit in de laatste decennia. Dat piercen niet geheel zonder risico is beschrijven we in deze casus van een jonge patiënte die een ontsteking van haar mitraalklep ontwikkelde na het zetten van een tongpiercing.

Er wordt geschat dat ongeveer 50% van de middelbare scholieren in de Verenigde Staten een vorm van piercing of tattoo heeft (1). Alhoewel piercing gezien wordt als een relatief veilige ingreep komen complicaties voor in de vorm van bloeding of infectie in 17% van de gevallen (1). Piercings in de mondholte kunnen daarbij extra risico’s met zich meebrengen gezien de mogelijkheid van bacteremieën met mondflora.

Lichaamspiercing geniet een toenemende populariteit wereldwijd vooral onder jongeren. Alhoewel het door velen beschouwd wordt als een veilige vorm van lichaamsversiering brengt het wel degelijk gezondheidsrisico’s met zich mee. Slechte sterilisatie van het gebruikte materiaal leidt tot een reëel risico op overdracht van virussen, zoals hepatitis B, C en hiv. Acute complicaties als gevolg van piercing zijn veelal gerelateerd aan de plaats van de piercing, het gebruikte materiaal, ervaring van de uitvoerder, toegepaste hygiëne en mate van nazorg en uitleg met betreking tot de procedure. Lokale infecties en bloedingen treden op bij 10-30% van de piercings. Van de groep mensen met een piercing zoekt 7% medische hulp waarbij er in 78% van de gevallen sprake blijkt te zijn van een infectie.

Een tongpiercing brengt specifieke risico’s met zich mee. In de literatuur zijn gevallen beschreven van luchtwegobstructie ten gevolg van zwelling na het piercen en fors bloedverlies met hypovolemishe shock. Daarnaast kan een tongpiercing aanleiding geven tot veel voorkomende complicaties zoals afgeslagen stukjes tandglazuur, gebroken tanden, tandvleesontsteking of ontsteking van de tong (2,4). Dit gaat veelal gepaard met lokale roodheid, zwelling en pussige afscheiding. Alhoewel secundaire complicaties als gevolg van deze infecties relatief weinig voorkomen zijn er wel enkele gevallen beschreven van endocarditis en zelfs hersenabcessen na tongpiercing (5).

Uit navraag onder uitvoerders van piercings in Engeland blijkt dat de meerderheid hun cliënten van schriftelijke informatie voorziet, maar in deze informatie wordt niet vermeld hoe met bloedverlies na het piercen om te gaan. Ook zegt 86% van de uitvoerders navraag te doen over de gezondheidstoestand van hun cliënten, waarbij echter slechts een enkeling specifiek navraag doet naar hartaandoeningen of andere condities die leiden tot een verhoogd risico op endocarditis (2).

Sinds juni 2007 is nieuwe wetgeving in Nederland ingevoerd, waardoor ondernemers die piercen verplicht zijn een vergunning aan te vragen bij de GGD en te werken volgens richtlijnen van het Landelijk Centrum Hygiëne en Veiligheid (3). Dit betekent meer dat zij hun cliënten een toestemmingsformulier moeten laten ondertekenen, waarbij onder andere wordt gevraagd of er sprake is van lijden aan een bloedingsziekte of hartaandoening. Tevens moet er volgens de richtlijnen informatie worden verstrekt over de nazorg en de mogelijke risico’s. Er wordt echter geen informatie gegeven over de frequentie van deze complicaties en er worden naast het infectierisico geen andere complicaties vermeld. Vraag blijft dan ook of uitvoerders en cliënten voldoende op de hoogte zijn van het risico op ernstige complicaties zoals endocarditis. Zeker cliënten die bekend zijn met een hartaandoening zou ontraden moeten worden een piercing te nemen.

G.T.L. Kloppenburg (1), C.A. Bruggeman (2), J.G. Maessen (1), e-mail:geoffrey_kloppenburg@
hotmail.com
,1. Cardiovascular Research Institute Maastricht, Afdeling Cardiothoracale Chirurgie, 2. Maastricht Infection Center, Afdeling Medische Microbiologie, Academisch Ziekenhuis Maastricht.

Literatuur

1. Mayers LB, Judelson DA, Moriarty BW, Rundell KW. Prevalence of body art (body piercing and tattooing) in university undergraduates and incidence of medical complications. Mayo Clin Proc. 2002 Jan;77(1):29-34.

2. Stead LR, Williams JV, Williams AC, Robinson CM. An investigation into the practice of tongue piercing in the South West of England. Br Dent J. 2006 Jan 28;200(2):103-7

3. Hygiënerichtlijnen PMU mrt 2007. www.ggdkennisnet/lchv

4. Stirn A. Body piercing: medical consequences and psychological motivations. Lancet. 2003 Apr 5;361(9364):1205-15.

5. Millar BC, Moore JE. Antibiotic prophylaxis, body piercing and infective endocarditis. J Antimicrob Chemother. 2004 Feb;53(2):123-6.

Recente artikelen