incontinetie is taboe

Array

Internationaal onderzoek laat zien hoe men de best mogelijke omgeving creeert om een van de laatste taboes in de gezondheidszorg te slechten. 
Nieuw internationaal onderzoek1 , dat werd gepresenteerd op het 2E 'GLOBAL FORUM ON INCONTINENCE', dat is uitgevoerd uit naam van SCA Personal Care, en vandaag gepresenteerd op het 2e Global Forum on Incontinence (GFI), wijst op een reeks maatschappelijke tekortkomingen waardoor incontinentie onderaan de agenda van de gezondheidszorg blijft staan. Het onderzoek is uitgevoerd door TNS Nipo onder duizend inwoners in Nederland, Frankrijk en Groot-Brittannië, en honderd huisartsen in Nederland en Groot-Brittannië.

Incontinentie blijft een isolerende en uitputtende aandoening, en er bestaat een duidelijke communicatiebarrière zelfs onder degenen die aan deze aandoening lijden.

Uit de meest vooraanstaande statistieken blijkt hoe het stigma dat in alle culturen deze aandoening omgeeft, patiënten belet de steun en de oplossing te vinden waar ze anders baat bij zouden hebben.

o Slechts 6 van de 10 patiënten hadden er geen moeite mee over dit onderwerp met hun partner te praten.
o En minder dan 3 van de 10 konden dat met hun naaste familieleden.

Dit stigma isoleert vrouwen nog meer dan mannen, mogelijk omdat incontinentie hen in het algemeen op een veel jongere leeftijd treft dan mannen en zich vaak voordoet na de geboorte van een kind. Daarnaast blijkt dat vrouwen het moeilijker vinden dit onderwerp te bespreken met hun huisarts of partners dan mannen, en eerder een beroep doen op goede vrienden.

De maatschappij heeft, zo lijkt het, angst voor incontinentie, omdat de aandoening vaak wordt gezien als een teken van ouderdom en zwakte. Deze angst is echter het grootst bij diegenen die niet aan het probleem lijden. Hun voorstelling van de invloed van incontinentie op het dagelijks leven is precies het tegendeel van hoe degenen die er daadwerkelijk aan lijden die ervaren:

o 8 van de 10 niet-patiënten stellen zich voor dat het een bescheiden tot ingrijpende invloed heeft op het dagelijks leven, terwijl 8 van de 10 patiënten deze invloed beoordelen als zeer gering tot in het geheel niet aanwezig.

"Deze perceptie draagt duidelijk bij aan het taboe dat incontinentie een soort levenslang vonnis is', zei professor Ian Milsom, verbonden aan de Universiteit van Gothenburg in Zweden en voorzitter van het 2nd Global Forum on Incontinence. "Hoewel de invloed voor sommigen duidelijk enorm is, weet de meerderheid van de mensen voldoening te putten uit hun leven. Dit is duidelijk niet wat de maatschappij verwacht.'

Hoe groot dit taboe wel is, laat zich illustreren aan de hand van twee belangrijke resultaten uit dit onderzoek. Enerzijds is praten over incontinentiecijfers net zo ongemakkelijk als een gesprek over seksueel overdraagbare aandoeningen (SOA's) als chlamydia en gonorroe. Anderzijds schrijven media twee keer zo gemakkelijk een artikel over SOA's als over incontinentie.

'Het feit dat incontinentie in de taboesfeer ligt, vormt zonder de minste twijfel een barrière die een effectieve discussie en praktisch ingrijpen in de weg staat, aldus prof. Milsom.

'Dit wordt ook gesteund door het feit dat huisartsen het ongemak waarmee patiënten over dit onderwerp willen praten vaak te hoog inschatten, terwijl de patiënt in feite niets liever wil dan een open discussie en een goed advies.

7 van de 10 huisartsen vinden dat incontinentie niet genoeg besproken wordt en dat, wanneer dat wel het geval was, het hun werk en het leven van de patiënt een stuk gemakkelijker zou maken.

'Ik denk dat we er de afgelopen 10-20 jaar wel in geslaagd zijn het sociale taboe op incontinentie wat te slechten', zei prof. Milsom. 'Er wordt op televisie en internet reclame gemaakt voor producten en dit helpt duidelijk deze gewone aandoening normaal bespreekbaar te maken. Maar ik ben bang dat we nog ver verwijderd zijn van een normale behandeling van deze aandoening, die toch velen van ons op de een of andere manier tijdens ons leven zal treffen, net als andere gezondheidsproblemen zoals astma, verhoogd cholesterol of een depressie.

Alle details over het onderzoek worden gepresenteerd op het 2de Global Forum on Incontinence in Nice, 2-3 april 2008. Het GFI bundelt de expertise van meer dan 250 internationale afgevaardigden om te komen tot een antwoord op de vraag hoe er een evenwicht kan worden gevonden tussen de kosten voor de gezondheidszorg bij incontinentie en de kwaliteit van het leven voor patiënten en hun verzorgers.

Volledige informatie vindt u op www.globalforumincontinence.com waar degenen die geïnteresseerd zijn zich ook kunnen registreren voor updates en de meest recente onderzoeksresultaten van het GFI.

Over GFI en SCA
Het 2de Global Forum on Incontinence wordt gesteund door SCA Personal Care. SCA Personal Care, dat haar hoofdkantoor in München, Duitsland heeft, ontwikkelt en produceert baby-, dames- en incontinentieproducten en brengt deze op de markt. Tot de gerenommeerde merken behoren Libero, Libresse en 's werelds toonaangevende incontinentiemerk TENA. Naast de detailhandel zijn de belangrijkste klanten in Europa en Noord-Amerika apotheken en instellingen voor de thuiszorg en gezondheidszorg. SCA Personal Care is een bedrijfsgroep van de wereldwijd opererende onderneming in consumentengoederen en papier SCA (Svenska Cellulosa Aktiebolaget). Met meer dan 5300 werknemers in meer dan 25 landen realiseerde Personal Care een netto-omzet van rond de EUR 1,9 miljard in 2006 en zorgde het voor ongeveer 20% van SCA's globale verkoop. Het aandeel SCA wordt verhandeld op de aandelenbeurzen van Stockholm, Londen en New York.

Recente artikelen