Patiënt hoeft bij nieuwe arm- en beenscanner niet in een ‘tunnel’

Array

Drie kwartier in een nauwe tunnel liggen. Een MRI-scan is voor velen een angstig vooruitzicht. Een nieuwe, kleinere scanner maakt het voor een deel van de patiënten een stuk plezieriger. Zij krijgen het onderzoek aan arm of been nu, comfortabel zittend, in de stoel.

Sinds vorige maand kunnen patiënten voor MRI-scans van ledematen terecht in Goes. In een afgeschermde ruimte van het Medisch Wellness Centrum Zeeland (MWCZ) staat een comfortabele stoel. De zuil ernaast bevat een ronde koker: de scanner. Arm of been komt daarin te liggen en in ongeveer 30 minuten maakt het apparaat beelden van spieren, pezen en kraakbeen van knie, elleboog, hand of voet.

Normaal gesproken ligt iemand voor MRI-onderzoek in een zogeheten whole body scanner. De patiënt schuift dan op een smalle brancard een tunnel in en de radioloog selecteert vervolgens het lichaamsdeel dat hij wil onderzoeken.

Met een MRI-scan is bijvoorbeeld bij chronische klachten aan de knie vast te stellen of er weefsel beschadigd is of dat het gewricht ontstoken is. Een röntgenfoto levert dan meestal weinig op, want die brengt alleen het skelet in beeld. „Als iemand last van zijn knie heeft, is er meestal niets aan de hand met het bot. Het probleem zit in de zogeheten zachte weefsels”, zegt Steven Hofman, radioloog in het Oosterscheldeziekenhuis in Goes.

Hij verwacht dat de nieuwe MRI-scanner vooral gebruikt zal worden voor onderzoek aan knieën. „Meniscus, kraakbeen- en bandletsel.” Daarnaast kan het apparaat worden ingezet bij een gescheurde achillespees in de enkel of reumaonderzoek aan handen en voeten.

Kwaliteit
Technisch gezien werkt de arm- en beenscanner hetzelfde als de whole body scanner (zie kader). De sterkte van het magneetveld, en daarmee de kwaliteit van de afbeeldingen, zijn volgens de radioloog vergelijkbaar.

De kleinere scanner heeft als voordeel dat alleen het te onderzoeken lichaamsdeel in het apparaat ligt. Mensen met claustrofobie kunnen daardoor ook geholpen worden. „Zo’n 10 procent van de patiënten durft niet in de tunnel. Hier zitten ze in een stoel. Dat is veel comfortabeler”, aldus Hofman.

De keerzijde van de smallere opening is dat maar een klein deel van de MRI-klanten in aanmerking komt voor een scan met het nieuwe apparaat. Zo’n 80 tot 90 procent van de onderzoeken wordt gedaan aan de hersenen, het ruggenmerg of aan organen in de buikholte. Dat kan alleen met de whole body scanner.

De kleinere afmetingen zorgen er wel voor dat de investeringskosten voor het nieuwe apparaat flink lager liggen dan die voor de grotere broer. Met name de koeling met helium drijft de prijs van een MRI-scanner omhoog. „Normaal gesproken is voor de koeling een paar honderd liter nodig. Hier gaat maar 25 liter helium in.” Al met al komen de kosten op zo’n 5 tot 6 ton uit, schat Hofman. „Een whole body scanner is twee tot drie keer zo duur.”

Drie partijen tekenden voor de aanschaf en het gebruik van het nieuwe apparaat: de privékliniek MWCZ, de twee Zeeuwse ziekenhuizen in fusie, het Oosterscheldeziekenhuis in Goes en het Ziekenhuis Walcheren in Vlissingen, en de specialisten van de beide maatschappen radiologie. De overeenkomst heeft alles te maken met de toenemende marktwerking binnen de gezondheidszorg. Hofman: „We zijn van mening dat het beter is om samen te werken dan elkaar te beconcurreren.”

Bankpas
De arm- en beenscanner komt van de Amerikaanse firma ONI en wordt in Nederland geïmporteerd door Tromp Medical. Voor radiologen die gewend zijn met Siemensapparatuur te werken, is dat even wennen. „De instellingen en waarden zijn net iets anders. We zijn dan ook een hele week bezig geweest met testdraaien, want de scans moeten vanaf het eerste gebruik gewoon goed zijn.”

De scanner in Goes is de tweede van dit type in Nederland. De eerste nam de Stichting Huisartsen Laboratorium (SHL) in Etten-Leur begin dit jaar in gebruik. „In Amerika hebben grote orthopedische klinieken vaak zo’n apparaat in huis”, weet Hofman. „In Europa tref je ze op dit moment vooral aan in Scandinavië.”

Doordat de magneet van de arm- en beenscanner even sterk is als die van de whole body scanner, kunnen mensen met een pacemaker of een insulinepomp ook dit MRI-onderzoek niet ondergaan. Borden op de kooiconstructie rond de scanner vermelden bovendien dat bankpassen, mobiele telefoons en horloges het magnetisch veld ook niet overleven.

In de metalen afscheiding rond de scanner zijn kleine gaatjes geponst. Zo kan de radiodiagnostisch laborant die het onderzoek uitvoert de patiënt in het oog houden en met hem of haar contact houden. Zodra opnamen zijn gemaakt, stuurt de laborant de beelden digitaal naar het ziekenhuis, waar de radioloog ze beoordeelt.

„In de kliniek kunnen we niet met contrastvloeistof werken”, zegt Hofman. Dan moet er continu een arts bij zijn en in het centrum is in principe alleen een radiodiagnostisch laborant aanwezig. Contrastvloeistof wordt gebruikt om verhoogde doorbloeding in een gewricht door een ontsteking beter zichtbaar te maken.

De meeste patiënten voor de arm- en beenscanner zullen van de orthopeed en de reumatoloog komen, denkt Hofman. In de toekomst kunnen mogelijk ook de sportarts en de huisarts doorverwijzen voor dergelijke opnamen. Als de ziektekostenverzekeraars dat tenminste willen vergoeden.

Waterstofkernen verraden hun positie
Magnetic Resonance Imaging (MRI) en computertomografie (CT) maken het binnenste van de mens zichtbaar zonder dat daar een chirurg voor nodig is. Een MRI-scanner werkt met magneetvelden en radiogolven, een CT-scanner met röntgenstraling.

Als het lichaam tijdens een MRI-scan in een sterk magnetisch veld terechtkomt, wordt het zelf ook een beetje magnetisch. Belangrijk zijn daarbij vooral de watermoleculen, want het lichaam bestaat voor 80 procent uit water. Wanneer de moleculen in het magneetveld komen, richten de kernen van de waterstofatomen zich daarnaar, zoals een kompasnaald zich naar de magnetische noordpool keert.

Door radiogolven uit te zenden, verandert de richting van de atoomkernen. Zodra de radiogolf stopt, draaien de waterstofatoomkernen weer terug in de richting van het magneetveld. Bij dat terugdraaien geven ze een minuscuul signaal. Dat verraadt hun positie.

Omdat diverse soorten weefsels verschillende waterstofdichtheden hebben, geven de signalen van de watermoleculen informatie over de structuur en de samenstelling van het weefsel waarin ze zich bevinden. Een krachtige computer verwerkt de gemeten signalen tot een driedimensionaal plaatje en maakt zo de hersenen, het ruggenmerg of de ingewanden zichtbaar.

De computer geeft MRI-beelden meestal weer als een aantal ’plakjes’ van het lichaam, in verschillende anatomische vlakken.

Redactie Medicalfacts/ Janine Budding

Ik heb mij gespecialiseerd in interactief nieuws voor zorgverleners, zodat zorgverleners elke dag weer op de hoogte zijn van het nieuws wat voor hen relevant kan zijn. Zowel lekennieuws als nieuws specifiek voor zorgverleners en voorschrijvers. Social Media, Womens Health, Patient advocacy, patient empowerment, personalized medicine & Zorg 2.0 en het sociaal domein zijn voor mij speerpunten om extra aandacht aan te besteden.

Ik studeerde fysiotherapie en Health Care bedrijfskunde. Daarnaast ben ik geregistreerd Onafhankelijk cliëntondersteuner en mantelzorgmakelaar. Ik heb veel ervaring in diverse functies in de zorg, het sociaal domein en medische-, farmaceutische industrie, nationaal en internationaal. En heb brede medische kennis van de meeste specialismen in de zorg. En van de zorgwetten waaruit de zorg wordt geregeld en gefinancierd. Ik ga jaarlijks naar de meeste toonaangevende medisch congressen in Europa en Amerika om mijn kennis up-to-date te houden en bij te blijven op de laatste ontwikkelingen en innovaties. Momenteel ben doe ik een Master toegepaste psychologie.

De berichten van mij op deze weblog vormen geen afspiegeling van strategie, beleid of richting van een werkgever noch zijn het werkzaamheden van of voor een opdrachtgever of werkgever.

Recente artikelen