Rouvoet wil kraamverlof voor vaders overwegen
Minister Rouvoet voor Jeugd en Gezin wil serieus bekijken of vaders in de toekomst een tiendaags kraamverlof kunnen krijgen. Hij vindt dat de overheid signalen zoals die in het land te zien zijn moet oppakken – onlangs voerden de gemeente Nijmegen en PricewaterhouseCoopers een dergelijk verlof in.
Dat zei hij donderdag, bij de Gezinsconferentie 2008, getiteld 'De kracht van het gezin'. Verdere toezeggingen wil hij uitstellen tot hij in het najaar zijn Gezinsnota presenteert.
Bij de conferentie gaf hij aan werkgevers te willen aanspreken op hun 'welbegrepen eigenbelang' om werknemers te presenteren met manieren om werk en gezin te combineren. Rouvoet wil leren van de Duitse 'Allianz für die Familie' en kopstukken van de Duitse werkgevers- en werknemersverenigingen naar Nederland halen. Opvallend, omdat Oeso-econoom Willem Adema juist wees op het zorgwekkend lage geboortecijfer bij onze Oosterburen.
Met zijn nadruk op de rol van het bedrijfsleven suggereert Rouvoet dat een door de overheid verplichte vorm van betaald ouderschapsverlof er vooralsnog niet in zit. Hij sprak nu al zijn twijfel uit of het verlengen van het ouderschapsverlof vanaf 2009 enig effect zal hebben op de tijd die vaders besteden aan de zorg voor hun kinderen.
Hij noteerde wel de aandacht voor het ondersteunen van de vaders bij het nemen van hun zorgverantwoordelijkheid als een belangrijk punt voor de Gezinsnota. Voor een 'Taskforce Voltijdmin', in navolging van de Taskforce Deeltijdplus, lijkt hij niet veel te voelen. Er moesten maar niet teveel taskforces komen, daar zou de Tweede Kamer ook vast niet blij mee zijn, reageerde hij enigszins ironisch op deze suggestie.
Diezelfde afhoudendheid betrachtte Rouvoet ten opzichte van het idee van verschillende deelnemers aan de conferentie om de Centra voor Jeugd en Gezin in te zetten om gesignaleerde problemen op te lossen. 'We moeten de centra niet zien als een soort haarlemmerolie die overal voor ingezet kan worden,' aldus de minister.
Wel wil hij kijken hoe bij de centra de constatering opgepakt kan worden dat de 'civil society', door Rouvoet vertaald als de sociale omgeving van het gezin, te weinig betrokken wordt bij het oplossen en voorkomen van jeugdproblemen. Hij weersprak dat dat nu ook al gebeurt bij de oprichting van die centra, die voornamelijk door gemeentes intern worden opgericht: 'In sommige gemeentes worden de centra wél opgericht in relatie met de ouders zelf.'