Vrouwelijke artsen luisteren beter naar patiënt
Vrouwelijke artsen luisteren beter naar patiënten dan hun mannelijke collega’s. Ook geven vrouwelijke artsen meer informatie en stellen zij meer vragen zodat patiënten beter betrokken zijn bij de behandeling. Bovendien zijn patiënten van vrouwelijke artsen tevredener dan patiënten van mannelijke artsen. Dat meldt mw. prof. dr. Toine Lagro-Janssen in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde.
Ook zijn mannelijke artsen geneigd vaker antidepressiva en slaapmiddelen voor te schrijven dan hun vrouwelijke collega’s. En dan ook nog in hogere doses per keer. Artsen zien klachten vaker als psychisch bij vrouwelijke dan bij mannelijke patiënten. Waar mannelijke artsen dan eerder kalmerende middelen voorschrijven, gaan vrouwelijke artsen juist praten. Vrouwelijke patiënten krijgen dan ook veel vaker dan mannelijke kalmerende middelen voorgeschreven, en dit weer vaker door mannelijke dan door vrouwelijke artsen.De verschillen in aanpak tussen vrouwelijke en mannelijke artsen zijn volgens hoogleraar Lagro-Janssen zo belangrijk dat meer onderzoek is gewenst. ‘Patiënten mogen er immers op rekenen dat zij door beide seksen even kundig worden benaderd, ook bij sekse-specifieke klachten.’
Volgens de hoogleraar Vrouwenstudies Medische Wetenschappen van UMC St Radboud in Nijmegen, communiceren vrouwen anders dan mannen. Mannen zijn vaker taak- en oplossingsgericht, terwijl vrouwen zich meer richten op de persoon die ze spreken en vaker probleemgericht zijn. Deze verschillen uiten zich er in de spreekkamer in dat vrouwelijke artsen meer moeite doen om een gelijkwaardige relatie op te bouwen met hun patiënten door naar hun mening te vragen en hen verbaal aan te moedigen.
Ook zijn vrouwelijke artsen in hun aanpak gericht op het verkleinen van bestaande statusverschillen, terwijl mannen deze juist benadrukken, aldus Lagro-Janssen. Hierdoor blijken de patiënten van vrouwelijke artsen meer tevreden dan patiënten van mannelijke artsen.
Ook in de praktische uitvoering van het vak zijn verschillen waarneembaar. Zo voeren mannen vaker dan hun vrouwelijke collega's rectaal onderzoek bij mannelijke patiënten uit en verrichten vrouwelijke artsen vaker vaginaal onderzoek. Mannelijke artsen geven aan een zekere schroom te hebben bij borst- of vaginaal onderzoek. Hetgeen vrouwen ervaren bij prostaatonderzoek. Volgens de hoogleraar kunnen deze 'psychische belemmeringen' ertoe leiden dat intiem onderzoek niet wordt uitgevoerd, waardoor aandoeningen gemist kunnen worden.
Lagro-Janssen pleit naar aanleiding van de verschillen in werkwijzen voor meer onderzoek naar de aanpak van vrouwelijke en mannelijke artsen.