Rutgers Nisso Groep: Nieuwe anticonceptiemiddelen door vrouwen beter beoordeeld dan pil en condoom

Er is meer dan de pil

De pil is verreweg de meest gebruikte anticonceptiemethode in Nederland. Daarna volgt het condoom. Er zijn echter in Nederland nog veel meer anticonceptiemiddelen beschikbaar. Naast al langer bestaande methoden als prikpil, sterilisatie en koperspiraal gaat het ook om nieuwere methoden als de ring (Nuvaring), hormoonspiraal (Mirena), implantaat (Implanon) en de pleister (Evra). Ook de traditionele, minder betrouwbare methoden coïtus interruptus en periodieke onthouding zijn in het onderzoek meegenomen. De Rutgers Nisso Groep wilde antwoord op de vraag waarom vrouwen voor bepaalde anticonceptie kiezen, wat de rol van hun partner en hun huisarts daarbij is en hoe vrouwen de gebruikte methode waarderen. Voor dit onderzoek zijn 1265 vrouwen geworven en ondervraagd via internet.

Pil en condoom zijn niet heilig

Uit het onderzoek blijkt dat de keuze voor de pil of het condoom vaak niet bewust wordt gemaakt. Vooral jonge vrouwen krijgen relatief weinig informatie over andere  anticonceptiemethoden. Ongeveer driekwart (75%) van de pil- als de condoomgebruiksters is ofwel niet tevreden over de methode, heeft moeite om de methode juist te gebruiken of maakt zich nog af en toe zorgen of ze zwanger is. Deze groep pil- en condoomgebruiksters heeft een vijf keer zo hoge kans om ongewenst zwanger te worden vergeleken met vrouwen die wel tevreden zijn, geen moeite hebben het middel goed te gebruiken en zich dus geen zorgen maken. Ook gebruiken ze vaker de morning-afterpil en zouden ze minder vaak weer voor dezelfde methode kiezen.

Nieuwe anticonceptie scoort beter

De nieuwere vormen van anticonceptie worden door vrouwen beter beoordeeld dan pil en condoom, met het hormoonspiraal op nummer één. Van álle middelen scoort sterilisatie het hoogst: ongeveer 70% van de gesteriliseerde vrouwen scoort positief.

Begeleiding naar anticonceptie op maat

De huisarts zou volgens de Rutgers Nisso Groep veel meer informatie kunnen en moeten geven over andere keuzemogelijkheden dan de pil en het condoom. Vooral pilgebruiksters hebben weinig voorlichting gehad over alternatieven. Betere begeleiding bij het maken van de anticonceptiekeuze leidt ertoe dat vrouwen kiezen voor anticonceptie die beter aansluit bij hun individuele voorkeur of (leef)situatie, of die minder gevoelig is voor gebruikersfouten. Met ‘anticonceptie op maat’ zou het aantal ongewenste zwangerschappen derhalve kunnen worden teruggedrongen. Hiertoe wordt dit jaar een ‘keuzehulp’ ontwikkeld: een instrument dat vrouwen en artsen kan helpen bij het bepalen van de best passende anticonceptiemethode.

Lees de samenvatting van het onderzoek 'Anticonceptiekeuze. Achtergronden en uitkomsten van anticonceptiegebruik'.