Erfelijkheidsonderzoek bij borstkanker

Borstkankerpatiënten kunnen aan het begin van hun radiotherapeutische behandeling (bestraling) worden benaderd voor erfelijkheidsonderzoek zonder dat dit extra psychische belasting veroorzaakt. Wel blijken bepaalde patiënten – ongeacht deze benadering – kwetsbaarder, waarbij hoge psychische belasting kort na de operatie de grootste voorspeller is voor hoge psychische belasting op langere termijn. Dat stelt Kathy Schlich in haar proefschrift. Schlich concludeert verder dat op langere termijn de ervaren psychische belasting van de partner van invloed is op de psychische belasting van de patiënt. De behandelend chirurg is volgens borstpatiënten de aangewezen persoon om hen te informeren over mogelijk erfelijke borstkanker en 81% van de patiënten was het eens met het tijdstip van benadering of had dit graag eerder gezien.

Schlich vergeleek de psychische belasting van 220 borstkankerpatiënten en hun partners met die van 182 patiënten die niet in aanmerking kwamen voor erfelijkheidsonderzoek. Risico-informatie over mogelijke erfelijkheid kan invloed hebben op keuzes van borstkankerpatiënten ten aanzien van hun behandeling. Bij een aangetoonde erfelijke aanleg wordt vermoedelijk eerder voor een dubbelzijdige borstamputatie gekozen omdat vrouwen die draagster zijn een verhoogde kans hebben om een tweede keer borstkanker te ontwikkelen.

  26-06-2008, 12:45 uur , Academiegebouw, Domplein 29, Utrecht.
Kathy Schlich, Geneeskunde Proefschrift: Breast cancer genetic counseling during adjuvant radiotherapy: patients' psychological distress Promotor 1: Prof.dr. J. van den Bout Promotor 2: Prof.dr. J.J. Battermann Copromotor 1: Dr. H.F.J. ten Kroode Copromotor 2: Dr. M.G.E.M. Ausems  

Recente artikelen