Spuug tegen resistente microben

Array

We zijn van nature geneigd aan wondjes te likken en ze schoon te maken met spuug. Dat is misschien als eerste reiniging wel een goed idee als er geen schoon water in de buurt is – maar echt ontsmetten doet het niet. Toch lijkt speeksel een goede bron voor een nieuwe generatie antibiotica, blijkt uit het promotieonderzoek van Guoxian Wei. Mondslijmmoleculen hebben namelijk een antimicrobieel puntje – een peptide die tegen bacteriën én schimmels optreedt.
Er is grote behoefte aan nieuwe antibiotica. Bacteriën worden steeds vaker resistent tegen bekende middelen en nieuwe ziektes duiken op. Een groeiende groep patiënten heeft een verminderde of onderdrukte afweer en daarom grote behoefte aan veilige en werkzame antimicrobiële middelen.

'En ook schimmels worden resistent, al is dat nog minder bekend', zegt prof. Paul Verweij. 'Dit zou kunnen komen door het gebruik van bestrijdingsmiddelen in onze omgeving. De schimmels die dat overleven, blijken ongevoelig voor onze medicijnen. Schimmelinfecties zijn vooral een probleem voor leukemie- en aidspatiënten. Als zij geïnfecteerd raken met resistente stammen wordt de behandeling veel moeilijker.'
We maken direct na de geboorte al kennis met microben.


Eigen afweer

Arts-microbioloog Verweij is promotor van Guoxian Wei, die 30 juni promoveert op een alternatief voor klassieke antibiotica. Die klassieke antibiotica worden sinds de ontdekking van penicilline door Alexander Fleming, tachtig jaar geleden, gemaakt uit schimmels. Voor de nieuwe middelen kijken onderzoekers meer naar de natuurlijke afweer van mens en dier. Die is behoorlijk efficiënt en veel uitgebreider dan vroeger werd gedacht.

Eigenlijk is dat best logisch: we zijn geëvolueerd in een omgeving vol microben. Een mens bestaat uit 1013 cellenmaar heeft 1014 micro-organismen bij zich, honderdduizend miljard, bij elkaar een kilo ongeveer. Ze zitten vooral in de darmen en de mond en op de huid. Voor een groot deel is dat nuttig, maar het lichaam moet ze wel buiten het weefsel zien te houden. Om dat te doen, hebben we een aangeboren afweer die gebaseerd is op slijm (de smeerlaag op darmen, bronchieën, tracheeën, longen, klieren, urinewegen), enzymen en andere eiwitten en eiwitstukjes – in de wetenschap bekend als CAMP’s, kationische antimicrobiële peptiden.

Deze peptiden – een positief geladen kop met een eiwitstaartje – passen als een sleuteltje in het celmembraam. Ze hechten zich aan de negatief geladen moleculen van celwand en van micro-organismen. Zo kan het zo’n eencellige onschadelijk maken, of er zelfs in binnendringen en ontregelen. En dat is goed nieuws: ze zijn niet giftig voor onszelf.

Goed spoor

Er zijn inmiddels honderden werkzame peptiden ontdekt, ook bij planten en ongewervelde dieren. Nog maar een klein deel is diepgaander onderzocht. Guoxian Wei deed dat met een peptide uit het mondslijm, met de nick name MUC7. Wei werd opgeleid tot tandarts in China en werkt inmiddels sinds jaren als oraal-microbioloog in de Verenigde Staten. Dit onderzoek vindt zijn oorsprong in werk dat hij in Nijmegen deed als uitwisselingsstudent.

Het mondslijm – een van de bestanddelen van spuug – bestaat uit mucines: moleculen die zijn opgebouwd uit een eiwit met daaraan suikergroepen. Aan het uiteinde van die mucines zit een anti-microbiële peptide. We blijken vijftien verschillende varianten te hebben: een heel sleutelsetje tegen dreigende eencelligen en virussen in de mond.

Wei richtte zich op Mucine 7. Hij knipte de peptides los en onderzocht de werkzaamheid. Twaalf aminozuren in de staart met zes positieve ladingen bleek optimaal en zo werd MUC7 12-mer het onderwerp van verdere studie. De resultaten zijn veelbelovend: het stofje overleeft uitstekend in de mond, waar toch alles is ingericht om stoffen alvast af te breken in verteerbare brokken. Het werkt zowel tegen schimmels in de mond als tegen bacteriën zoals Streptococcus mutans, die betrokken is bij tandcariës. Bovendien kan MUC7 12-mer nog actiever gemaakt worden door de toevoeging van hulpstoffen.

Frisse start

De voor de hand liggende vraag is nu hoe lang het duurt voor MUC7 12-mer in een gorgeldrankje voor ontstoken tandvlees zit, of wordt toegepast tegen hardnekkige schimmelinfecties van aidspatiënten. Wijselijk zwijgt professor Verweij een poosje – om dan toch optimistisch uit te leggen: ‘Antibiotica die sterk lijken op stoffen uit onze eigen aangeboren afweerstoffen zullen waarschijnlijk goed verdragen worden en minder allergische reacties oproepen. De stof is niet toxisch, ook niet in hogere concentraties. Dat verkort het traject naar toepassing aanzienlijk. En het is een frisse start: je gaat infecties op een heel andere manier te lijf. Het zal daardoor lang duren voor resistentie optreedt, als het al gebeurt.’

Recente artikelen