Wijziging Zorgverzekeringswet
Door een wijziging in de Zorgverzekeringswet per 1 augustus 2008 moeten gerechtigden die in het buitenland wonen voortaan bij het College voor Zorgverzekeringen bezwaar maken tegen de inhouding van de ZVW-bijdrage.
Bovendien krijgen zij een eenmalige kans om alsnog bezwaar te maken tegen een inhouding op een pensioen, dat zij tussen 1 januari 2006 en 1 augustus 2008 ontvangen hebben.
Het College voor Zorgverzekeringen stuurt één dezer dagen een brief naar Nederlanders die in het buitenland wonen. In deze brief wijst het College op het feit dat de Zorgverzekeringswet wijzigt, waardoor voortaan uitsluitend het College zelf besluiten kan nemen over de inhouding van ZVW-bijdrage van verdraggerechtigden. De uitvoering van zo’n besluit vindt plaats door de Sociale Verzekeringsbank (SVB) of de Uitvoeringsorganisatie Werknemersverzekeringen (UWV). Tot 1 augustus 2008 konden SVB en UWV beslissen.
Deze wijziging betekent inhoudelijk niets voor de meeste Nederlanders in het buitenland met een verzekering krachtens het woonlandbeginsel. Maar als iemand in het verleden bezwaar heeft gemaakt tegen een in zijn ogen verkeerde inhouding, krijgt hij te maken met een andere ‘tegenpartij’, namelijk de CVZ in plaats van de SVB of de UWV.
Behalve deze wijziging is er nog een verandering. Tot 1 augustus 2008 was het niet mogelijk om bezwaar te maken tegen een inhouding van de bijdrage voor de ZVW door pensioenfondsen of werkgevers. Dat wordt wel mogelijk. Ook hier wordt het CVZ degene die het besluit neemt.
Door deze verandering krijgt iedereen die tussen 1 januari 2006 en 1 augustus 2008 geconfronteerd is met een inhouding alsnog de mogelijk daartegen bezwaar te maken. Dat moet binnen 13 weken te rekenen vanaf 1 augustus 2008. Voor bezwaar tegen besluiten die na 31 juli 2008 zijn genomen, geldt de normale bezwaartermijn die start met de dagtekening van het besluit.
Moet nu iedereen bezwaar maken? Nee. Alleen degene die de mening is toegedaan, dat zijn inhouding verkeerd was of is en daar door het ontbreken van juridische mogelijkheden niets tegen kon doen, krijgt nu een (eenmalige) gelegenheid om zijn ongenoegen te uiten.
tekst: Jacques van Hulsen
Bron: VBM/NOV