Reanimatiebeleid kwetsbare ouderen zorgvuldig onderbouwd en weloverwogen
In discussies naar aanleiding van recente berichtgeving in de pers over het maken van afspraken met bewoners in verzorgingshuizen omtrent wel of niet reanimeren wordt met regelmaat naar het standpunt van de NVVA (de beroepsvereniging van verpleeghuisartsen en sociaal geriaters) en ActiZ, als vertegenwoordiger van de verpleeg- en verzorgingshuizen, gevraagd. Dit omdat een “Nee, tenzij..â€-beleid in verpleeghuizen veel voorkomt.
Veel mensen die zijn opgenomen in verpleeghuizen maken in overleg met de verpleeghuisarts de beslissing niet gereanimeerd te willen worden, omdat bij een “geslaagde reanimatie†naar verwachting onvoldoende kwaliteit van leven behouden wordt. In het gesprek met de verpleeghuisarts komt aan de orde wat de wensen van de patient zijn en wat de te verwachten effecten van reanimatie zijn. Dit is een continu proces: wanneer er veranderingen in de toestand van de patient zijn, vindt dit gesprek opnieuw plaats. Omdat de uitkomst van een dergelijk overleg op patientniveau meestal leidt tot een niet-reanimeren besluit, geldt in (delen van) de verpleeghuizen vaak een “Nee, tenzij…â€-beleid, opdat de verpleging niet zal overgaan tot basale reanimatie in gevallen waar deze reanimatie ongewenst is. Het aanzienlijk kleinere aantal mensen dat wel gereanimeerd wil worden is relatief eenvoudig te registreren, zodat hun wens bij het verplegend en verzorgend personeel bekend is.
Nu er ook in verzorgingshuizen steeds meer kwetsbare ouderen wonen, willen verzorgingshuizen beleid gaan ontwikkelen ten aanzien van reanimatie. Het noodzakelijk dat kwetsbare bewoners hierover met de behandelend arts (in het algemeen de huisarts) spreken. De behandelend arts kan aan de hand van de medische voorgeschiedenis en de actuele situatie van de patient een inschatting maken van de haalbaarheid en de te verwachten uitkomsten van reanimatie. Patienten kunnen dan een goede afweging maken en hun wensen ten aanzien van reanimeren laten vastleggen in het zorg/leef- en behandelplan.
Â
Bron: NVVA