Avicen start de zoektocht naar allochtone zorgvragers of overbelaste mantelzorgers in Slotervaart

Array

Cordaan heeft Avicen benaderd om de instroom van niet-Nederlandse ouderen te bewerkstelligen. De samenwerking van Cordaan (5000 medewerkers) met de kleine partner Avicen (200 fte’s) start in Slotervaart ,,op een steenworp van de moskee”. Daar, en in de buurthuizen van Nieuw-West, begint Avicen de zoektocht naar allochtone zorgvragers of overbelaste mantelzorgers. Avicen heeft die kennis van niet-Nederlandse normen en waarden. De organisatie blijkt uit eerdere ervaringen in Gouda en Rotterdam wel in staat allochtone ouderen en allochtone werknemers die de opvattingen van deze groep wel kennen te werven.

Vaak heeft de eerste generatie allochtonen, maar ook de tweede generatie, een enorme informatieachterstand. ‘Hun consumptie bij huisartsen is hoog, maar daar vragen ze ook vaak om zorg die ze bij de reguliere instellingen moeten aanvragen. Allochtone ouderen zijn volslagen onbekend met de eigen bijdrage, het aanvragen van thuishulp en noem maar op.’
Nu is het aan de thuiszorgtak van Cordaan om interculturalisatie in de stad te realiseren.

De samenwerking van Cordaan met Avicen levert voor beide partijen een win-winsituatie, maar ook voor de groep allochtone ouderen en de kennis van de instellingen over deze culturen. Cordaan biedt een breed pakket aan diensten aan ouderen, mensen met een verstandelijke Met hulp van Avicen wil men een beter beeld van die groep krijgen. „Niet alleen voor de thuiszorg, maar ook voor de behoeftes op het gebied van verpleeghuizen, verzorgingshuizen en psychiatrische hulp. Avicen biedt een interessante mogelijkheid om de snelheid erin te krijgen.”
Avicen heeft de kennis van de doelgroep en slaagt er daardoor wel in om zorg op maat te leveren.



Op basis van het onderzoek heeft het Nivel een aantal aanbevelingen gedaan om de palliatieve zorg voor allochtone patiënten te verbeteren. Ze staan in de brochure ‘Tips voor terminale thuiszorg voor Turkse en Marokkaanse ouderen’. Eén van de aanbevelingen is dat de thuiszorg haar aanbod expliciet bekend zou moeten maken onder Turken en Marokkanen. Het Nivel pleit voor speciaal voorlichtingsmateriaal. De nog overwegend ‘witte’ zorgverleners in Nederland moeten zich meer verdiepen in de cultuur van allochtonen, luidt een tweede aanbeveling. Gebruik maken van deze kennis – met betrekking tot omgangsvormen, familieverhoudingen en rituelen bij voorbeeld – voorkomt immers misverstanden, waardoor het contact, en daarmee de zorg, verbetert.

Allochtonen willen over het algemeen niet over de naderende dood praten. Een patiënt vertellen dat de ziekte onbehandelbaar is geworden, vinden ze een typisch Nederlands trekje, dat niet in hun cultuur past. ‘Dat kun je toch niet maken?’, zegt een Marokkaanse vrouw hierover in het onderzoek van het Nivel. En een Turkse man: ‘Het is zielig, pijnlijk en zinloos om dat tegen een patiënt te vertellen.’ Dit betekent niet dat zorgverleners het onderwerp niet kunnen aankaarten, meldt het onderzoeksrapport. Het moet echter wel op een zorgvuldige manier gebeuren: ‘Uit de verhalen van de respondenten blijkt dat het belangrijk is het goede moment te kiezen (niet te gehaast zijn, niet in een groot gezelschap), de persoon aan te spreken die informeel leiderschap vervult in de familie (dat is niet altijd degene die het beste Nederlands spreekt) en een duidelijke boodschap af te geven, die desondanks de ander niet forceert tot reageren.’

Als de patiënt geen Nederlands spreekt, en er evenmin familieleden of andere naasten beschikbaar zijn die voor tolk kunnen spelen, kan een beroep op tolkencentra worden gedaan, die telefonische en persoonlijke tolkdiensten aanbieden aan zorginstellingen. De ervaringen met tolken zijn overigens wisselend. “Je hebt het gesprek nooit helemaal echt in de hand, en bovendien weet je nog minder dan bij Nederlands-sprekenden of de boodschap wel goed overkomt”, zegt bij voorbeeld een zorgverlener in een scriptie van HBO-V-studenten Elham Gaoui en Sylvie Verhulst over palliatieve zorg voor islamitische patiënten. De tolkencentra zijn bereikbaar via de telefoonnummers:

Gelderland 026-3843843
Noord-Holland 020-5511666
Noord en Oost-Nederland 074-2555222
Utrecht 030-2399399
Zuid-Holland 010-2822800
Zuid-Nederland 040-2433554

Er kan ook een beroep gedaan worden op speciale gezondheidsvoorlichters. De adressen zijn te achterhalen via het landelijk coördinatiepunt voor de voorlichting in eigen taal en cultuur, dat is ondergebracht bij het NIGZ, telefoon 0348-437600.

Recente artikelen