Toepassen osteoporose- en valpreventie- richtlijn verminderen aantal botbreuken

Array

Sinds 2002 bestaat er een Nederlandse richtlijn waarin geadviseerd wordt om bij iedere patient ouder dan vijftig jaar die zich meldt met een botbreuk, na te kijken of er sprake is van botontkalking (osteoporose). Botontkalking, net als een aantal andere factoren, verhoogt namelijk het risico op een (hernieuwde) botbreuk.


In 2004 startte Sven van Helden, in navolging van de academische ziekenhuizen in Glasgow en Groningen, met een aparte ‘Fractuur en Osteoporose polikliniek’, waar hij zich met een gespecialiseerde verpleegkundig ook richtte op preventie. De kans op een nieuwe botbreuk daalt met 43% binnen één jaar in vergelijking met een grote groep uit de periode voordat er preventieve maatregelen werden getroffen, concludeert hij in zijn promotie-onderzoek.

 

Oudere mensen vallen meer en lopen daarbij ook meer kans op botbreuken; gezien de vergrijzing een ontwikkeling waar rekening mee moet worden gehouden en waar ziekenhuizen op in moeten spelen.

Enkele cijfers. Jaarlijks komen er in Nederland 85.000 botbreuken voor bij mensen boven de vijftig jaar. In die groep patienten blijkt maar liefst 11% binnen twee jaar terug te komen met een nieuwe botbreuk, 6,5 % zelfs binnen één jaar.


Valpreventie-richtlijnen

“Met de inzet van een speciale fractuurverpleegkundige en systematische toepassing van osteoporose- en valpreventie-richtlijnen bleek het mogelijk vele risicofactoren te onderkennen en te behandelen. Met de genoemde risicoreductie van 43% als resultaat”, aldus Van Helden. Deze substantiele vermindering van het aantal fracturen is te danken aan het inzetten van een fractuurverpleegkundige, het meten van de botdichtheid en de aandacht voor valpreventie, waarvoor in 2004 een richtlijn is verschenen.

 

Een flink aantal risicofactoren spelen een rol bij het al of niet opnieuw oplopen van een breuk: botontkalking, heeft iemand al eens een keer gebroken (onafhankelijk van de botdichtheid), erfelijke component (heeft iemand in de familie wel eens iets gebroken), een laag lichaamsgewicht (minder dan 60 kg.), ingezakte ruggenwervel (verviervoudigt de kans op een nieuwe fractuur), immobiliteit (minder dan vier uur per dag op de been) en het slikken van bepaalde geneesmiddelen.

Van Helden: “Blijkt uit de meting de botdichtheid niet goed, dan krijgt een patient daarvoor medicatie die de botdichtheid verhoogt, calcium, vitamine D en leefstijladviezen (meer bewegen, gezondere voeding) om die te verbeteren.”

 

Vallen

Het vallen, het andere aspect van de ‘Fractuur en Osteoporose polikliniek’ wordt ook in kaart gebracht door diverse risicofactoren te inventariseren.Daarbij gaat het om vragen of een patient het afgelopen jaar al eerder is gevallen, of hij of zij slecht ziet, geslacht (vrouwen vallen vaker dan mannen), of er sprake is van verminderde spierkracht en het slikken van medicatie als slaapmiddelen en psychotica). “Als wij denken dat iemand risico loopt op korte termijn opnieuw te vallen, geven we de patient voorlichting over valpreventie en geven wij onze bevindingen door aan de huisarts die dit verder met de patient afhandelt.”

 

De belangrijkste conclusie uit Van Heldens onderzoek is dat het consequent toepassen van de osteoporose- en valpreventie-richtlijnen resultaat oplevert: de kans op een nieuwe botbreuk daalt op die manier met ruim 40% binnen één jaar in vergelijking met een grote groep uit de periode voordat er preventieve maatregelen werden getroffen.

 

Zie ook:

http://www.cbo.nl/product/richtlijnen/folder20021023121843/osteoporose.pdf/view

 

http://www.cbo.nl/product/richtlijnen/folder20021023121843/val-richtlijn2004.pdf/view

 

Drs. Svenhjalmar van Helden – Looking beyond the fracture. Prevention in fracture care.

Promotores: traumatoloog prof.dr. P.R.G. Brink (azM); reumatoloog prof.dr. P. Geusens ( LUC / UM).

Redactie Medicalfacts/ Janine Budding

Ik heb mij gespecialiseerd in interactief nieuws voor zorgverleners, zodat zorgverleners elke dag weer op de hoogte zijn van het nieuws wat voor hen relevant kan zijn. Zowel lekennieuws als nieuws specifiek voor zorgverleners en voorschrijvers. Social Media, Womens Health, Patient advocacy, patient empowerment, personalized medicine & Zorg 2.0 en het sociaal domein zijn voor mij speerpunten om extra aandacht aan te besteden.

Ik studeerde fysiotherapie en Health Care bedrijfskunde. Daarnaast ben ik geregistreerd Onafhankelijk cliëntondersteuner en mantelzorgmakelaar. Ik heb veel ervaring in diverse functies in de zorg, het sociaal domein en medische-, farmaceutische industrie, nationaal en internationaal. En heb brede medische kennis van de meeste specialismen in de zorg. En van de zorgwetten waaruit de zorg wordt geregeld en gefinancierd. Ik ga jaarlijks naar de meeste toonaangevende medisch congressen in Europa en Amerika om mijn kennis up-to-date te houden en bij te blijven op de laatste ontwikkelingen en innovaties. Momenteel ben doe ik een Master toegepaste psychologie.

De berichten van mij op deze weblog vormen geen afspiegeling van strategie, beleid of richting van een werkgever noch zijn het werkzaamheden van of voor een opdrachtgever of werkgever.

Recente artikelen