Vaatchirurg Eric D. krijgt voorwaardelijke celstraf
Array
Het Openbaar Ministerie (OM) wil dat een Belgische vaatchirurg Eric D. een voorwaardelijke celstraf krijgt na twee medische missers. De 61-jarige arts liet in 2005 en 2006 in de Rotterdamse polikliniek De Blaak tot twee keer toe een 180 centimeter lange staaldraad in het lichaam van een patient achter. De officier van justitie eiste dinsdag voor de rechtbank in Rotterdam vier maanden voorwaardelijke celstraf en twee jaar ontzegging uit het beroep van arts.
Bij beide patienten was na een spataderbehandeling een zogenoemde voerdraad in een ader achtergebleven, door het lichaam gaan zwerven en in het hart beland. Beide slachtoffers kregen daardoor problemen als hartritmestoornissen en pijn in nek en schouders. Pas na maanden werd duidelijk wat de oorzaak was en konden de draden worden verwijderd.
Vaatchirurg Eric D. beek al eerder in Belgie in opspraak te zijn geraakt. Daar werkte de specialist vanaf eind jaren ’80. Volgens hoofdgeneesheer en oud-collega Luc Huyghe van het Belgische hospitaal gaf D. patienten ‘stelselmatig een te rooskleurige voorstelling van vaatoperaties’. „Het kwam regelmatig voor dat bij noodzakelijke vervolgingrepen slecht doorbloede tenen, vingers en benen moesten worden afgezet, terwijl D. patienten had voorgespiegeld dat ledematen behouden konden blijven.’’
Er zouden zo veel klachten zijn binnengekomen, dat de reputatie van de kliniek in Knokke werd aangetast. Huisartsen zouden patienten niet langer doorverwijzen. De voorzitter van de huisartsenkring in Knokke bevestigt dat bericht in de krant. De vaatchirurg stond volgens hem bekend als minder bekwaam.
Of de specialist nog altijd thuiszit in het Belgische ’s-Gravenwezel, is niet bekend.
