Vraag 10: Wat gebeurt er uiteindelijk met 95 procent van de fotonen – lichtdeeltjes – die in het heelal rondzwerven?

Array

Vraag 10: Wat gebeurt er uiteindelijk met 95 procent van de fotonen – lichtdeeltjes – die in het heelal rondzwerven?

Poll: Vraag 10

Tussenstand:


5 thoughts on "Vraag 10: Wat gebeurt er uiteindelijk met 95 procent van de fotonen – lichtdeeltjes – die in het heelal rondzwerven?"

  1. en grote hoeveelheid fotonen wordt het heelal ingestuurd. Op het einde van dit proces blijven hoofdzakelijk nog protonen en neutronen over, materie dus, en dit dankzij het materie-overschot opgebouwd in het GUT-tijdperk. Elektronen en positronen kunnen voorlopig nog wel vlot blijven ontstaan uit paarvorming, en uiteraard annihileren als ze mekaar tegenkomen.

    Vanaf zowat 1 seconde na de Big Bang interageren neutrino’s nog maar amper met de materie in het heelal, en ze gaan dus een onafhankelijk leven leiden. Dit is het moment van neutrino-ontkoppeling. Mochten we instrumenten hebben om de neutrino-achtergrondstraling waar te nemen, dan zouden we dus rechtstreeks informatie inwinnen over het heelal wanneer het 1 seconde oud was!

    Kort hierna is het heelal ook al te koel om paarvorming toe te laten voor elektronen en positronen: er treedt nu enkel nog annihilatie op, wat het heelal vult met nog maar eens een lading fotonen. De positronen verdwijnen, en enkel elektronen blijven achter, eens te meer dankzij het materie-overschot.

    Door de grote hoeveelheid annihilaties, bevat het heelal slechts 1 hadron per 1.7 miljard fotonen.

    Van de quarks en leptonen bestaat telkens een anti-deeltje. Dit is een deeltje dat in alle opzichten gelijk is, behalve dat een reeks fysische grootheden (met name lading en quantumgetallen) voor het anti-deeltje tegengesteld zijn. Zo is bijvoorbeeld het positron, het anti-deeltje van het elektron, gelijkaardig aan het elektron, maar met een positieve elektrische lading in plaats van een negatieve.

    Als een deeltje haar anti-deeltje tegenkomt, verdwijnen ze beiden volledig, en worden ze volledig omgezet in energie. Die energie gaat verder door het leven onder de vorm van twee fotonen, zeg maar een lichtflits. Dit proces noemen we annihilatie.

    Annihilatie en paarvorming van een elektron-positron paar.

    Anderzijds kan het voorkomen dat twee botsende fotonen zich omzetten in een deeltje en haar antideeltje: een elektron en positron, of een quark en antiquark, bijvoorbeeld. Dit proces heet paarvorming.

    http://www.urania.be/sterrenkunde/kosmologie/bigbang.php

    Dus ik zou zeggen A:

  2. Fotonen hebben geen lading en kunnen deze dus ook niet verliezen. Ze gaan zoals het stuk aangeeft op in andere deeltjes. Lijkt mij dan C.

  3. Redactie Medicalfacts/Janine Budding

    Het juiste antwoord is B. Fotonen hebben geen lading, dus antwoord A is fout. Voor een klein deel van de fotonen geldt dat ze opgaan in andere deeltjes. Echter, er zijn ontzettend veel fotonen in het heelal: tien miljard maal meer dan er baryonen (kerndeeltjes, zoals protonen en neutronen) zijn. Hierdoor komt  het overgrote deel van de fotonen in het heelal nooit meer een deeltje tegen, waardoor ze het eeuwige leven hebben. Overigens kunnen we juist door die fotonen naar het ‘begin’ van het heelal kijken. Niets gaat sneller dan het licht, dus uitkijken in de ruimte staat gelijk aan terugkijken in de tijd.

  4. Er wordt gevraagd wat gebeurt er uiteindelijk. Als het antwoord is ze hebben het eeuwige leven, dan komt dit overeen met uiteindelijk gebeurt er niets. Maar is het niet zo dat we dan nog lang niet in de buurt komen van uiteindelijk?

    Een deeltje dat zal toch blijven bestaan totdat het opgaat in iets anders?

  5. Redactie Medicalfacts/ER

    @ Kwant,

    Dit is een van de diverse discutabele antwoorden op de vragen ook vraag 9. Inspanning kan je ook op twee manieren uitleggen. In hersenactiviteit en in energie verbruik.

Comments are closed.

Recente artikelen