Vraag 15: Wat zie je het eerst als iemand vanachter je plotseling langszij, voorbij loopt?

Array

Vraag 15: Wat zie je het eerst als iemand vanachter je plotseling langszij, voorbij loopt?
Poll: Vraag 15

Tussenstand:

2 thoughts on "Vraag 15: Wat zie je het eerst als iemand vanachter je plotseling langszij, voorbij loopt?"

  1. Functies van de dorsale laterale nucleus geniculatus (DLNG)

    De DLNG is een gelamineerde structuur die uit zes concentrische lagen bestaat. De binnenste laag, is laag 1. De buitenste laag, is laag 6. Retinale axonen die in de DLNG eindigen kennen hun oorsprong van de contralalerale nasale retina en de ipsilaterale temporele retina. De contralelaterale vezels eindigen in de lagen 1,4 en 6 en de ipsilaterale temporele lagen eindigen in de lagen 2, 3 en 5. Informatie vanuit de twee ogen blijft in de DLGN gescheiden, net zoals de input vanuit X en Y retinale ganglioncellen. De input van de Y-cellen eindigt in lagen 1 en 2. Deze lagen worden magnocellulaire lagen genoemd, omdat deze lagen grote neuronen bevat. De lagen 3 en 6 worden parvocellulaire lagen genoemd, omdat deze lagen relatief kleine neuronen bevat. De parvocellulaire lagen ontvangen input van de X-cellen. De X-cellen verzenden met name informatie over kleur en vorm. Informatie van de retina wordt dus minimaal via twee paden verzonden: (1) een dorsale weg, die informatie bevat van de staafjes en grote Y-cellen. Via dit pad wordt informatie verzonden over locatie en beweging. (2) Een ventraal pad welke informatie over kleur en vorm (informatie van kegeltjes en kleine X-cellen).

    Bron: http://wetenschap.infonu.nl/diversen/17829-zintuigen-het-oog-centrale-neurofysiologie.html

  2. Redactie Medicalfacts/Janine Budding

    Het juiste antwoord is C: beweging. Wanneer iemand je plotseling voorbij loopt, dan wordt hij het eerst visueel opgemerkt met het perifere deel van het netvlies. Het netvlies is opgebouwd uit verschillende zintuigcellen; de staafjes registreren donker-licht, en de kegeltjes registreren kleur. In de periferie van het netvlies zitten voornamelijk staafjes. Er wordt in de periferie dus nauwelijks tot geen kleur waargenomen. Dichter bij de rand van het netvlies zitten er minder staafjes. We zien dus ook niet heel scherp met deze staafjes, waardoor vorm moeilijk te bepalen is. Wat we wél goed zien is beweging. Sterker nog, de detectie van beweging in onze ooghoeken leidt er vaak toe dat de ogen onmiddellijk op het voorwerp worden gericht: een zogenaamde oriënteringsrespons. Hierdoor richten we onze gele vlek, het gedeelte van het netvlies met heel veel kegeltjes, op het voorwerp zodat we het kunnen identificeren.

Comments are closed.

Recente artikelen