Zevenmaal zoveel kans op ALS

Italiaanse profvoetballers hebben volgens een onderzoek van de aan de universiteit van Turijn verbonden neuroloog Adriano Chiò zevenmaal meer kans ALS te krijgen dan anderen. Hij analyseerde alle 7000 spelers die tussen 1970 en 2002 in de Serie A actief waren, en constateerde dat wie meer heeft gevoetbald, meer risico loopt, midvoors meer worden getroffen en de voetballers opvallend jong zijn als ze de ziekte krijgen: gemiddeld 41 jaar.


Chiò besloot tot het onderzoek nadat een magistraat uit Turijn, Raffaele Guariniello, zich had gestort op het feit dat relatief veel ex-voetballers op nog jonge leeftijd ernstige ziektes opliepen. Hij zocht de oorzaak vooral in doping en excessief gebruik van bepaalde medicijnen, zoals ontstekingsremmers. Clubs als Juventus bleken in de jaren ’90 over een apotheek te beschikken vergelijkbaar met die van een klein ziekenhuis. Volgens professor Chiò is er geen eenduidige verklaring voor de vele ALS-gevallen. Het kan een combinatie van factoren zijn, waarbij ook wordt gedacht aan het effect van het vele koppen, excessieve stress en bestrijdingsmiddelen die worden gebruikt voor het prepareren van de grasmat.

In Amerika is naar dit laatste onderzoek gedaan toen drie spelers uit de Amerikaanse voetbalcompetitie kort na elkaar de ziekte opliepen. Overigens staat ALS ook bekend als de ziekte van Gehrig, genoemd naar de legendarische Amerikaanse honkbalspeler die in 1941 aan de ziekte bezweek. Er is nog te weinig hard bewijs, maar ook in andere landen wordt nu onderzoek gedaan. In Turkije heerst angst na twee recente ALS-gevallen en ook in Groot-Brittannie wil men er meer van weten sinds de dood in 2006 van Jimmy Johnstone, de legendarische midvoor van Celtic, beter bekend als ‘de Vlo’.

Recente artikelen