KNMG: Artsen en verpleegkundigen: dilemma’s in de samenwerking

Array

kookboekgeneeskundeResultaten enquête gehouden in vier districten
Uit onderzoek van het LEVV (Landelijk Expertisecentrum Verpleging & Verzorging) blijkt dat verpleegkundigen regelmatig dilemma’s ervaren in de samenwerking met artsen. Aanleiding voor de KNMG om te peilen hoe artsen de samenwerking met verpleegkundigen ervaren. De vragen die in de enquête zijn gesteld, betreffen dilemma’s over verschil van inzicht over de betekenis en invulling van goede zorg. Ethische dilemma’s, zoals beslissingen rond het levenseinde, zijn buiten beschouwing gelaten. Gestructureerd overleg voorkomt dilemma’s
Van de 484 artsen die gereageerd hebben op de KNMG-enquête komt 24% zeer vaak tot regelmatig dilemma’s tegen in de samenwerking met verpleegkundigen en andere professionals. Een grote groep artsen (67%) komt soms dilemma’s tegen. Meerdere artsen geven aan hierop te anticiperen zodat dilemma’s worden voorkomen of vermeden. “Door goed, gestructureerd en regelmatig overleg tussen supervisoren (mijn persoon) en verpleging (teamleiders) worden dilemma’s voorkomen, omdat eventuele problemen in een vroeg stadium reeds besproken kunnen worden.” Op de vraag welke dilemma’s de artsen zijn tegenkomen het afgelopen jaar, antwoordt 51% verschil van inzicht te hebben gehad in het gevoerde behandel- en/of verpleegbeleid. Deze dilemma’s komt men vooral tegen in de samenwerking met verpleegkundigen en met collega-specialisten. De dilemma’s met verpleegkundigen lijken voort te komen uit het oogpunt van kwaliteit van leven enerzijds en behoefte aan adequate diagnostiek en behandeling anderzijds: “Het is logisch en wenselijk dat de verpleging veel aandacht heeft voor de kwaliteit van leven van de patient. De discussie die ontstaat is voor een behandelaar weliswaar niet altijd even gemakkelijk, maar wel altijd zinvol.” Kookboekgeneeskunde
Artsen worden geacht te handelen overeenkomstig de stand van de wetenschap en ervaring. Door middel van richtlijnen en protocollen wordt daaraan invulling gegeven. Toch ervaart 43% van de artsen dilemma’s in de toepassing hiervan. De dilemma’s hebben te maken met de vraag hoe dwingend een protocol mag zijn en hoe het protocol zich verhoudt met vrije oordeelsvorming van de arts: “Protocollen geven in toenemende mate zeer enge grenzen aan eigen verantwoordelijkheid in het denken en handelen. Dit werkt een ‘brainless’ generatie in de hand.” Een aantal artsen geeft aan bang te zijn voor ‘kookboekgeneeskunde’ en vindt dat de unieke persoonlijkheid van de patient uit het oog wordt verloren bij het te strikt toepassen van richtlijnen. Niet alleen met collega-specialisten worden verschillen van inzicht ervaren rondom toepassing van richtlijnen en protocollen, ook met verpleegkundigen wordt hierover volop gediscussieerd.

De overige resultaten van de enquête laten verder het volgende beeld zien:
– 43% van de artsen heeft verschil van inzicht over de noodzakelijke randvoorwaarden voor goed behandelbeleid
– 40% heeft verschil van inzicht over verantwoordelijkheden
– 40% heeft verschil van inzicht in besluitvorming rondom opname en ontslag
– 38% heeft verschil rondom de verslaglegging in het patientendossier
– 32% heeft verschil van inzicht in de wijze waarop de arts communiceert
– 30% heeft verschil van inzicht rondom bejegening
– 29% heeft verschil van inzicht over de input/informatie tijdens de overdracht
– 25% heeft verschil van inzicht over de mate van betrokkenheid van de arts bij het behandel- en/of verpleegbeleid.

Domeindenken vermijden

Uiteindelijk hebben al deze dilemma’s natuurlijk gevolgen voor de samenwerking. Volgens 39% van de artsen leiden de dilemma’s tot problemen in de samenwerking: “Door mij bedoelde dilemma’s hebben vooral te maken met collegialiteit, met name in de maatschap” Ook met de verpleging spelen dergelijke problemen: “het grote probleem is het ‘domeindenken’ van alle betrokken disciplines bij het oplossen van discipline overschrijdende activiteiten (bijv. ketenzorg ), waarbij de verpleegkundigen de groep is die hun domein met hand en tand verdedigen, met als tweede groep de collega medici.” Het beeld van de dokter als bullebak die de verpleegkundige zijn wil oplegt, wordt in deze enquête genuanceerd. Wanneer artsen geconfronteerd worden met een dilemma in de samenwerking, dan zegt bijna 75% dit goed op te kunnen lossen. Als strategie wordt gekozen voor overleggen (68%), gezamenlijk tot een oplossing komen (66%); beargumenteren eigen standpunt (41%); onderhandelen (39%) en sluiten van een compromis (33%): “elkaar de respectievelijke standpunten verduidelijken, op weg naar een gezamenlijke oplossing”. Maar er zijn ook artsen die een dominante strategie kiezen, zoals de dokter die kort en krachtig meldde: “ik ben de baas”. In dergelijke situaties, waarin de arts op zijn strepen gaat staan, kan de communicatie dusdanig verstoord raken dat er geen overleg meer plaatsvindt.

Oplossingen aandragen

Artsen lijken minder vaak tegen dilemma’s aan te lopen dan verpleegkundigen. Een kwart van de artsen ervaart regelmatig tot vaak dilemma’s. Hoewel het een relatief kleine groep betreft, is het belangrijk om na te denken over mogelijke oplossingen. Want wanneer deze dilemma’s niet professioneel worden aangepakt, kunnen ze van invloed zijn op de patientveiligheid en de kwaliteit van zorg. De patient kan daarmee de dupe worden van dilemma’s. Daarnaast kunnen dilemma’s leiden tot verstoorde verhoudingen tussen professionals op de werkvloer en kan het de arbeidstevredenheid behoorlijk vergallen.

Dr. Marlies de Rond ([email protected]) en drs. Arno van Rooijen ([email protected]) Beleidsadviseurs KNMG

Bron: KNMG

Redactie Medicalfacts/ Janine Budding

Ik heb mij gespecialiseerd in interactief nieuws voor zorgverleners, zodat zorgverleners elke dag weer op de hoogte zijn van het nieuws wat voor hen relevant kan zijn. Zowel lekennieuws als nieuws specifiek voor zorgverleners en voorschrijvers. Social Media, Womens Health, Patient advocacy, patient empowerment, personalized medicine & Zorg 2.0 en het sociaal domein zijn voor mij speerpunten om extra aandacht aan te besteden.

Ik studeerde fysiotherapie en Health Care bedrijfskunde. Daarnaast ben ik geregistreerd Onafhankelijk cliëntondersteuner en mantelzorgmakelaar. Ik heb veel ervaring in diverse functies in de zorg, het sociaal domein en medische-, farmaceutische industrie, nationaal en internationaal. En heb brede medische kennis van de meeste specialismen in de zorg. En van de zorgwetten waaruit de zorg wordt geregeld en gefinancierd. Ik ga jaarlijks naar de meeste toonaangevende medisch congressen in Europa en Amerika om mijn kennis up-to-date te houden en bij te blijven op de laatste ontwikkelingen en innovaties. Momenteel ben doe ik een Master toegepaste psychologie.

De berichten van mij op deze weblog vormen geen afspiegeling van strategie, beleid of richting van een werkgever noch zijn het werkzaamheden van of voor een opdrachtgever of werkgever.

Recente artikelen