Neiging tot verslaving wordt bepaald door ‘eigen cannabissysteem’ in de hersenen

Array

cannabisKlinische onderzoekers van de afdelingen Nucleaire Geneeskunde en Psychiatrie (UZ/K.U.Leuven) hebben een bewijs geleverd voor de al lang bestaande theorie dat individuele persoonlijkheidskenmerken, in het bijzonder ontdekkingsdrang, sterk verwant zijn met hersenchemie. Ontdekkingsdrang speelt een rol bij het ontwikkelen van verslavingen. De resultaten van dit onderzoek zijn dan ook belangrijk om drugsmisbruik, eetstoornissen en ander verslavingsgedrag beter te begrijpen en te behandelen.

Werking van het endocannabinoïdsysteem
De onderzoekers hebben voor de eerste keer de rol van het endocannabinoïdsysteem in de hersenen onderzocht. Endocannabinoïden zijn stoffen die het lichaam zelf aanmaakt en die dezelfde effecten hebben als THC, het roesverwekkende bestanddeel in de cannabisplant. Die effecten treden op als de endocannabinoïden zich binden aan de zogenaamde cannabinoïdreceptoren. Afhankelijk van hun plaats in de hersenen, beïnvloeden de receptoren gevoelens van honger, pijn en angst, en de werking van het geheugen.
De onderzoekers richtten zich in het bijzonder op het verband tussen iemands persoonlijkheid en het vermogen van de hersenen om signalen van endocannabinoïden over te brengen. De studie wees uit dat mensen met ontdekkingsdrang, die voortdurend op zoek zijn naar nieuwe situaties en ervaringen zonder stil te staan bij mogelijke risico’s, een lage concentratie aan cannabinoïdreceptoren hebben. Mensen met een hoge concentratie aan dergelijke receptoren zijn angstiger om nieuwe situaties en ervaringen op te zoeken.
Het verband bleek het sterkst in de amygdala, een gebied in de hersenen dat verantwoordelijk is voor emotioneel leergedrag en angstuitdoving. Een verklaring is volgens de onderzoekers dat het endocannabinoïdsysteem, dat noodzakelijk is voor het proces van geheugenvorming, ook nodig is voor een succesvol emotioneel aanleren van angstprikkels.

De rol van PET-scans
De proefpersonen waren 47 mannen en vrouwen tussen 20 en 70 jaar, zonder drugsverleden. Ze werden ingespoten met een gemerkte scheikundige stof die bindt aan de cannabinoïdreceptoren en gescand met positronemissietomografie (PET). De scans werden vergeleken met de resultaten van een klassieke temperament- en karaktertest.
Verder onderzoek moet nu uitwijzen of dit verband ook geldig is bij mensen met pathologisch gedrag. De techniek zou immers van groot nut kunnen zijn bij de behandeling van verslavingen en eetstoornissen. Daarbij komen ook vragen aan bod rond de voorbestemdheid van mensen om verslavingen of stoornissen te ontwikkelen. Is er een genetische factor? Zet de chemie in hun hersenen hun vrije wil als het ware buitenspel?
PET kan een ideale beeldvormingstechniek worden om de concrete effecten en gevolgen in beeld te brengen van stoffen die een rol spelen bij verslavingsgedrag. Dat zijn niet alleen cannabinoïden maar ook opiaten (heroïne, morfine, codeïne …) en andere zogenaamde neurotransmitters zoals dopamine en serotonine. Meteen kan ook het effect van nieuwe antiverslavende geneesmiddelen gemeten worden. Dat zou een zeer gerichte therapie op maat van elke patient afzonderlijk toelaten.
Dit onderzoek werd ondersteund door het K.U.Leuven Onderzoeksfonds en het FWO Vlaanderen.

Bron: KUL

Recente artikelen