Indicatiestelling bestaat in alle landen
ArrayVraaggestuurde zorg, zorg op maat, één zorgloket en persoonsgebonden budgetten zijn mogelijk dankzij indicatiestelling. Dat blijkt uit bestudering van de chronische zorg in West Europa, Amerika en Canada. Tussen de landen bestaan wel verschillen in: breedte van het te indiceren pakket ( alleen zorg? ook wonen, werk, inkomen, onderwijs?), de setting (meestal zijn indiceren en zorgtoewijzing in één onafhankelijke organisatie ondergebracht), de reikwijdte (meestal voor gehandicaptenzorg tot 65 jaar en voor ouderen vanaf die leeftijd) en de gebruikte meet instrumenten om de zorgbehoefte te bepalen (vaak geschreven in de ICF taal of met begrippen van revalidatie-artsen).
Deze kennis kwam naar voren in lezingen van de New Yorkse hoogleraar ouderenzorg Dennis Kodner, Juliusonderzoeker Johan Eijlders en NPCF beleidsman Jan Coolen. Zij spraken op het congres Recente Ontwikkelingen in Indicatiestelling in AWBZ en WMO. Dat vond plaats op vrijdag 27 maart in de Domus Medica, het Utrechtse hoofdkantoor van de KNMG.
Aan het congres namen Staatssecretaris Jet Bussemaker, KNMG voorzitter Arie Nieuwenhuyzen Kruseman, UMC Utrecht bestuurder Herman Bol en 300 andere deelnemers uit het hele land deel. Het stond onder de voortreffelijke leiding van Julius programmaleider onderzoek chronische zorg dr. Wynand Ros.
Eijlders en Coolen pleitten vanwege de internationale bevindingen voor het scheiden van gehandicaptenzorg en ouderenzorg. De eerstgenoemde zou over kunnen naar de WMO. Want bij gehandicapten is integratie met onderwijs, wonen en werk van belang. Daarover weten gemeenten veel. Ouderenzorg zou naar de Zorgverzekeringswet kunnen. Vanwege hun vaak multipathologie ligt de relatie met de eerstelijn en ziekenhuizen voor de hand.
U treft de Power Point Presentaties van de genoemde en andere congressprekers aan op www.integratedcare.nl. Doorklikken op congressen en dan op gehouden congressen. En noteer alvast: op 26 maart 2010 vindt het negende congres over AWBZ, WMO
en indicatiestelling plaats.
Auteur: prof.dr. Guus Schrijvers