Nieuwe obductieruimte Tjongerschans geopend op maandag 30 maart jl.
Sinds de start van de vernieuwbouw in De Tjongerschans ruim zeven jaar geleden hebben de specialisten van het ziekenhuis het zonder obductieruimte moeten doen. De medische staf heeft aangedrongen op het weer inrichten van een obductiekamer en deze dan meteen te laten voldoen aan moderne eisen.
Impuls aan opleiding
De Raad van Bestuur van De Tjongerschans heeft de wens van de medische staf gehonoreerd omdat de mogelijkheid tot het opdoen van kennis door artsen, arts-assistenten en verpleegkundigen aan de hand van obductie voor hem zwaar weegt. Als de medici het leven van een patient niet hebben kunnen redden, probeert de patholoog daarvoor in bepaalde gevallen een verklaring te vinden. De specialist kan daar vervolgens weer van leren en de nabestaanden van de overledene hechten vaak ook belang aan deze verklaring. De Tjongerschans wil bovendien de opleiding van co-assistenten en arts-assistenten binnen de muren van het ziekenhuis een impuls geven en het weer beschikken over een obductieruimte hoort daar bij.
Obductie
Obductie is een inwendig onderzoek op een overleden persoon. Het onderzoek wordt verricht door een patholoog, een arts die gespecialiseerd is in deze vorm van onderzoek. Bij het inwendig onderzoek worden vrijwel alle organen van de overledene onderzocht. Het onderzoek wordt uiteraard op een respectvolle wijze verricht. Het meest gegeven antwoord op de vraag waarom er obductie wordt gedaan luidt ‘om de doodsoorzaak vast te stellen’. Een andere reden kan zijn om vast te stellen of een ziekte erfelijk of besmettelijk is.
Bij een obductie wordt het lichaam van de overledene geopend en worden de organen in het lichaam geïnspecteerd. Daarna worden ze over het algemeen één voor één uit het lichaam verwijderd, gewogen, en ook ingesneden om de binnenkant te kunnen inspecteren. Vervolgens wordt uit elk orgaan een klein stukje weefsel genomen om microscopisch te onderzoeken. Dat is belangrijk, omdat niet alle afwijkingen met het blote oog herkenbaar zijn. Daarna worden de organen teruggeplaatst in het lichaam, behalve de organen waarvan het onderzoek nog niet afgerond kan worden. Het lichaam wordt gesloten om vervolgens te worden overgedragen aan de begrafenisondernemer. Als de overledene voor een opbaring wordt aangekleed is van de obductie normaliter niets meer te zien.
Bron: Tjongerschans