De rol van de bedrijfsarts in werk gerelateerde gezondheidszorg

Array

werk-gerelateerde-problematiekIn Finland werken bedrijfsartsen in de eerstelijn. Huisartsen stellen elke patient die werkt twee vragen: 1. Is uw werk mede oorzaak van de klacht waarvoor u bij mij komt? 2. Belemmert uw werk op een of andere manier het herstellen van de klacht die u nu heeft? Als deze vragen ertoe aanleiding geven, verwijzen zij de patient door naar de bedrijfsarts in hun gezondheidscentrum. Want die is expert op de relatie werk en gezondheid. Indien nodig neemt de eerstelijns bedrijfsarts contact op met de bedrijfsarts die binnen het bedrijf van de patient werkt. Deze werkwijze heeft het voordeel dat een patient met werkgerelateerde gezondheidsklachten veel eerder gezien wordt door een bedrijfsarts. Verder wordt herstelbegeleiding na bijvoorbeeld een ongeval geïntegreerd aangepakt: zowel gericht op terugkeer op het werk als terugkeer in andere rollen zoals die van partner en vader. Dit verhaal vertelde de Finse bedrijfsarts dr. Kari Pekka Martimo tijdens een congres over het onderwerp Integrated Care: Integration and coordination of work related care: from prevention to rehabilitation. Dat congres vond plaats op woensdag 13 september in het Arnhemse Papendal. Pieter Rodenburg is voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Arbeidsgeneeskunde (NVAB). Hij ondersteunde het Finse model van ganser harte. Dat deed ook huisarts en vice voorzitter van de landelijke Huisartsen Vereniging Paul Habets. Hij was wel tegen dat bedrijfsartsen in bedrijven huisartsenhulp gaan bieden binnen de werksetting. Enthousiaste steun bood ook bedrijfsarts Jaap Bruins Slot die aan het einde van dit congres een hartstochtelijk pleidooi hield voor geïntegreerde zorg van bedrijfsartsen, huisartsen, geestelijke gezondheidszorg en medisch specialisten.

Disease Management Programma’s
Nederlandse bedrijfsartsen bieden op twee manieren geïntegreerde zorg aan. Ten eerste door nauw samen te werken met human resource managers en afdelingen Personeelszaken van het bedrijf van de aan hun toevertrouwde werknemers. Ten tweede trachten zij tegenwoordig health management in bedrijven in te voeren dat bestaat uit de volgende stappen: 1. gezondheidsbescherming op de werkplaats 2. gezondheidscreening bij werknemers 3. aanbod van vroegtijdige interventies aan medewerkers zonder klachten maar met verhoogd risico 4. begeleiding van kortdurend verzuim 5. begeleiding bij langdurig verzuim en bij een chronische aandoening 6. begeleiding bij definitieve afkeuring en 7. overdracht aan de verzekeringsartsen van de WIA, voorheen de WAO. Deze fasering lijkt op die binnen Disease Management Programma’s (DMP’s) gebruikelijk is bij voorbeeld voor mensen met een depressie, rugklachten of met diabetes. Bedrijfsartsen zouden hun patienten rechtstreeks moeten kunnen verwijzen naar DMP’s. Dit pleidooi hield ondergetekende tijdens het congres Integrated Care: Integration and coordination of work related care: from prevention to rehabilitation. Dat vond plaats op woensdag 13 september in het Arnhemse Papendal. Deelnemers ondersteunden dit pleidooi. De suggestie kwam naar voren dat bedrijfsartsen zouden moeten meedoen aan het ontwerpen van DMP’s en multidisciplinaire richtlijnen. De Power Points van mijn lezing staan over twee weken op de website www.integratedcare.nl doorklikken op lezingen.

SER pleit voor experimenten integratie huisarts bedrijfsarts

Op 24 april heeft de Sociaal Economische Raad een advies uitgebracht over preventie binnen bedrijven. Het heet Een kwestie van gezond verstand: breed preventiebeleid binnen arbeidsorganisaties. Ten behoeve van mijn college op het congres Integrated Care: Integration and coordination of work related care: from prevention to rehabilitation heb ik het doorgenomen. Hier volgt een bespreking. Het Stemadvies telt 126 pagina?s zonder bijlagen mee te tellen. Het geeft een prima overzicht van de ontwikkeling van preventie op de werkplek sinds in 1904 de Ongevallenwet werd aangenomen. Tot pagina 111 is de nota inventariserend van aard. Tot die pagina is het stuk uitstekend geschikt als lesmateriaal voor medische opleidingen, bedrijfsartsen opleidingen en andere opleidingenvoor preventieve beroepen. In de laatste dertien pagina?s stelt de SER voor om te verkennen dat bepaalde delen van de bedrijfsgezondheidszorg voortaan betaald worden uit de Zorgverzekeringswet. Hierbij is te denken aan tweedelijns Arbovoorzieningen zoals rugcentra en re-integratiecentra na psychische klachten. Ook pleit de SER voor verkenning van de mogelijkheid van samenwerkingsexperimenten tussen bedrijfs- en huisartsen. De voorstellen in de laatste elf pagina?s zijn niet uitgewerkt. Evenmin wordt een verband gelegd met de inventarisatie en historische beschrijving die daaraan voorgaan. De opbouw van dit SER rapport lijkt op dat van het SER advies over de Awbz van maart 2008: veel inventarisatie en weinig toekomstgericht. Ofwel een lange aanloop voor een kleine sprongetje. Het SER rapport is te downloaden via www.ser.nl

Guus Schrijvers, Oud-Hoogleraar Public Health & Gezondheidseconoom

Guus Schrijvers (getrouwd met Els Zwaan, drie kinderen) werd op 24 juni 1949 geboren in Amsterdam als zesde kind in een katholiek onderwijzersgezin. Na het gymnasium B diploma behaald te hebben(1967) ging hij in Amsterdam economie studeren. Hij studeerde cum laude af (1973) bij prof. Wim Duisenberg op de na-oorlogse conjunctuurgolven en bij prof. Joop Hattinga Verschure op zelfzorgafdelingen in ziekenhuizen. In 1980 promoveerde hij in Maastricht op het onderwerp regionalisatie en financiering van de Engelse, Zweedse en Nederlandse gezondheidszorg. Een stelling uit zijn proefschrift werd zijn levensmotto: wie de kleine structuren niet eert, maakt de grote structuren verkeerd.

Hij promoveerde bij de grondlegger van de Nederlandse gezondheidseconomie prof. Lou Groot en bij genoemde Hattinga Verschure. Van 1974 -1984 was Schrijvers lid van de Gemeenteraad van Utrecht voor de Partij van de Arbeid. Hij ‘deed’ daar portefeuilles zoals Volksgezondheid, Welzijn, Cultuur en Financiën. Op 1 juni 1987 werd Schrijvers samen met prof. Joop van Londen hoogleraar Public Health bij de Medische Faculteit Utrecht. Dat betekende voor hem een switch van macro onderwerpen zoals de inrichting van het verzekeringsstelsel naar kleinschalige projecten zoals educatie van diabetespatiënten.

Uit een interview uit 1987 komt het citaat: ‘als de faculteit mij vraagt voor deze leerstoel, wil ik wat betekenen voor de faculteit. Dan geef ik de macro-onderwerpen op.’ Samen met Van Londen richtte hij zich in 1987 op innovaties in de thuiszorg en op ketenzorg bij chronische zieken. Later zou het die activiteiten onder de vlag disease management bundelen. Tien jaar kwam de belangstelling voor ketens in de spoedzorg erbij. Zijn kennis op dit terrein bundelde hij in het boek Moderne Patiëntenzorg in Nederland, dat hij in 2002 samen met de plaatsvervangend hoofdinspecteur drs. Nico Oudendijk voor de gezondheidszorg schreef.

Vanaf het eerste begin had het bevorderen van het onderwijs in de Sociale Geneeskunde en de Volksgezondheid zijn grote aandacht. Toen Van Londen en hij begonnen was er helemaal niets op dit terrein. Schrijvers: ‘Een grote triomf ervoer ik op 2 april 1994 toen na zeven jaar trekken en duwen de eerste medische studenten bij een GGD en een Arbodienst een verplicht co-schap Sociale Geneeskunde liepen.’

In 1999 kwam een nieuw curriculum voor de medische studenten tot stand. Tropenjaren volgden tot 2006 voor hem en zijn collega dr. Gerdien de Weert om alle uitbreidingen van het sociaal geneeskundige onderwijs bij te benen. Zijn collegestof bundelde hij in 1997 en na verschillende drukken in 2002 in het boek Een kathedraal van Zorg en in de Engelse variant daarvan Health and Health Care in the Netherlands.

Per 1 juli 2007 gaan de onderzoeksactiviteiten van Schrijvers over in de Unit Innovaties in de Zorg binnen het Julius Centrum, dat hij in 1996 met collega prof. Rick Grobbee oprichtte. Zijn aandacht blijft liggen bij Disease Management en Spoedzorg. Schrijvers: ‘Ik begrijp nog steeds niet helemaal hoe die kleine structuren binnen Disease management en spoedzorg precies functioneren. Er is tegenwoordig ook veel uitwisseling met collega’s in Noord Amerika en elders in Europa. Dat verrijkt het inzicht in hoge mate. Elk land is op dit terrein een laboratorium voor een ander land..Voorlopig heb ik mijn handen vol aan de nieuwe Unit. Toch zou ik nog twee boeken willen schrijven.Het ene krijgt als titel, De gemoderniseerde kathedraal van zorg. Het tweede boek moet gaan over ondernemersschap en gelijke toegang tot de zorg. Beide zijn belangrijk maar o zo moeilijk te combineren. Hierbij zou ik de kennis van macro econoom weer kunnen gebruiken.’

Als oud hoogleraar Public Health en gezondheidseconoom bij het UMC Utrecht. geeft hij met zijn nieuwe boek ‘Zorginnovatie volgens het Cappuccinomodel.’ zijn visie hoe de gezondheidszorg eruit zou kunnen zien in een maatschappij met schaarste aan zorg. Het boek is bestemd voor het middenkader van zorgorganisaties. Naast schrijver van boeken en artikelen over de gezondheidszorg is Guus lid van enkele stuurgroepen en begeleidingscommissies en geef ik lezingen en workshops.

Guus Schrijvers is voor voordrachten, dagvoorzitterschappen, interviews en onderzoeksopdrachten te bereiken via [email protected] en telefonische via zijn secretaresse Annet Esser op telefoonnummer 030 250 9359.

Recente artikelen