Sara Botschuijver: Schimmels en het prikkelbare darmsyndroom (PDS)
Darmschimmels zijn belangrijk voor het ontwikkelen van buikpijn bij het prikkelbare darmsyndroom (PDS). De herkenning van bepaalde soorten schimmels door het afweersysteem speelt daarbij een belangrijke rol. Het vermoeden is dat deze herkenning door het zenuwstelsel wordt omgezet in pijn.
Tot deze conclusie komt Botschuijver in haar proefschrift over PDS, een stress-gerelateerde darmaandoening, die gekenmerkt wordt door buikpijn. De promovenda onderzocht of darmschimmels een rol spelen in het ontstaan van de verhoogde prikkelgevoeligheid van PDS patiënten.
PDS
Patiënten met PDS hebben vaak een hogere gevoelsgewaarwording in hun darmen. Artsen vermoeden dat zij daardoor de normale darmbewegingen als pijnlijk ervaren. Darmbacteriën zijn verdachte spelers in PDS, hoewel hard bewijs nog steeds ontbreekt. Geschat wordt dat tussen de 10 en 15 procent van de wereldwijde populatie lijdt aan PDS. Hoewel niet levensbedreigend, ervaren patiënten door de aard van de klachten vaak een verminderde kwaliteit van leven. Voor de buikpijn, de meest voorkomende klacht bij PDS, zijn op dit moment weinig tot geen effectieve behandelingen op de markt. Het inzicht dat schimmels hier een rol in spelen geeft nieuwe mogelijkheden voor de behandeling van pijn in PDS.
Het prikkelbare darm syndroom of wel irritable bowel syndrome (IBS) is een van de meest voorkomende darmaandoeningen bij mensen. Deze aandoening wordt gekarakteriseerd door buikpijn die vaak samen gaat met een abnormale stoelgang (diarree, verstopping of een combinatie van beide) zonder dat daar een duidelijke biochemische oorzaak voor is. Geschat wordt dat tussen de 10 en 15% van de wereldwijde populatie lijdt aan IBS. Hoewel niet levensbedreigend, hebben patiënten door de aard van de klachten vaak een verminderde kwaliteit van leven, temeer omdat er weinig effectieve behandelingen zijn voor IBS.
De diagnose IBS kan alleen worden gesteld door middel van klinische symptomen. Zodoende is IBS eigenlijk meer gedefinieerd aan de hand van wat het niet is dan aan wat het wel is. IBS is dus geen ziekte met een aantoonbaar defect zoals wel het geval is bij chronische ontstekingsziekten van de darm, zoals bijvoorbeeld de ziekte van Crohn. Hoewel er dus op het oog geen duidelijke aanwijzingen zijn voor de klachten bij IBS, heeft rond de 50% van de patiënten een verhoogde prikkelgevoeligheid van de darm. Deze verhoogde gevoelsgewaarwording in de darm noemt men viscerale hypersensitiviteit. Gedacht wordt dat door de verhoogde gevoelsgewaarwording normale bewegingen in de darm als pijnlijk worden ervaren en dat zo buikpijn ontstaat bij mensen met IBS.
Het is nog onduidelijk hoe IBS precies ontstaat. Maar het is wel duidelijk dat IBS meerdere oorzaken kan hebben. Er is bijvoorbeeld een relatie tussen het hebben van traumatische gebeurtenissen in de kindertijd en een verhoogde kans op IBS later in het leven. Daarbij kan IBS ook ontstaan na een darminfectie, dan blijven klachten zoals diarree en buikpijn aanhouden ook al is de oorspronkelijke ziekteverwekker al lang niet meer aanwezig. Ook komt IBS meer voor bij mensen met een verstoord dag en nachtritme, zoals het geval is bij wisselende diensten in de zorg.
Stress speelt duidelijk een belangrijke rol bij het ontwikkelen van IBS gerelateerde klachten. Het lijkt er namelijk op alsof het stresssysteem bij IBS patiënten verstoord is. Uit onderzoek blijkt dat bij IBS patiënten, onder invloed van stress, een hormoon vrij komt dat een bepaald type afweercel, de mest cel activeert. Deze cel gaat vervolgens stofjes uitscheiden waaronder histamine en dat stofje zorgt er vervolgens voor dat gevoelszenuwen in de darmwand makkelijker geactiveerd kunnen worden. We denken dat hierdoor de verhoogde gevoelsgewaarwording in de darm ontstaat.
Maar uit pogingen om de reactie tussen het stress hormoon en de mestcellen te blokkeren bleek dat er naast stress ook andere factoren een rol spelen. Behalve histamine scheiden mestcellen ook andere stoffen uit. Stoffen die de darmwand een heel klein beetje doorlaatbaar maken, waardoor mogelijk micro-organismen of delen daarvan door de darmwand heen kunnen dringen.
Link naar proefschrift
Bron: UvA