Beter begrip van de eicelrijping
ArrayJurriaan Holzenspies onderzocht de processen die ten grondslag liggen aan de vruchtbaarheid van vrouwelijke hogere zoogdieren, inclusief die van de mens. Begrip van de subcellulaire en moleculaire processen die een rol spelen bij eicelrijping is mogelijk belangrijk voor de ontwikkeling van nieuwe vormen van anticonceptie, behandeling van vruchtbaarheidsstoornissen, verbetering van in vitro fertilisatie (‘reageerbuisbevruchting’) protocollen, en de productie van embryonale stamcellen. De resultaten staan beschreven in zijn proefschrift ‘Moleculaire en structurele aspecten van eicelmaturatie’. In dit onderzoek zijn varkenseicellen als model gebruikt. Deze zijn in veel opzichten vergelijkbaar met eicellen van de mens.
Voor de vorming van eicellen is net als voor spermacellen een speciale vorm van celdeling nodig, meiose genaamd, waarbij gepaarde chromosomen (van elk type zijn er twee) van elkaar worden gescheiden, zodat er na bevruchting weer twee kopieen van elk chromosoom aanwezig zijn. De meiose van eicellen is al ingezet voor de geboorte van het vrouwelijke individu, maar wordt pas vervolgd tijdens de periodieke eicelrijping, een ingewikkeld proces dat plaatsvindt voor één of enkele geselecteerde eicellen rond de ovulatie. Na ovulatie kan de uitgerijpte eicel worden bevrucht. De eiwitten CDC2 en clathrine vervullen belangrijke functies tijdens de eicelrijping. Deze functies zijn bestudeerd door eicellen met behulp van een nieuwe techniek te injecteren met stoffen die de functie van deze eiwitten verstoren. De nieuw ontwikkelde injectietechniek en de daaruit verkregen resultaten van dit onderzoek hebben geleid tot een beter begrip van de processen die ten grondslag liggen aan de eicelrijping.