Kritiek op onderzoek Pieter Baan Centrum naar Karst T.
ArrayPsychologen van de Vrije Universiteit Amsterdam trekken het nut van het onderzoek naar de psyche van Karst T. in twijfel. Het Pieter Baan Centrum gaat onderzoeken of de overleden Karst T. psychiatrische problemen had. Maar het onderzoekt roept veel vragen of, zo schrijven de psychologen op de opiniepagina van het Nederlands Dagblad. De opdracht aan het Pieter Baan Centrum om te achterhalen wat de dader van het Koninginnedagdrama bewoog, roept veel vragen op. Dat stellen Joke Harte en Jasper van der Kemp van de Afdeling Strafrecht en Criminologie van de Vrije Universiteit te Amsterdam op de opiniepagina van het Nederlands Dagblad. Want ook als uit de analyse blijkt dat Karst T. een psychiatrische stoornis had, dan kunnen we daar als maatschappij niets mee. Bovendien vragen zij zich af of het überhaupt mogelijk is iemand psychiatrisch te onderzoeken die gezien noch gesproken kan worden. Harte en Van der Kemp vragen zich af of het überhaupt mogelijk is iemand psychiatrisch te onderzoeken die gezien noch gesproken kan worden.
Onderzocht wordt of T. psychiatrische problemen had, en – zo ja – of hij hierdoor tot zijn daad op Koninginnedag van dit jaar kwam. Volgens Harte en Van der Kemp is niet duidelijk welk doel het onderzoek dient. Ook als uit de analyse een duidelijke psychiatrische stoornis naar voren komt, helpt deze kennis de maatschappij geen stap verder. Want wat kun je met deze informatie? En hoe kijken we dan naar patienten met een soortgelijke stoornis? Vormen zij nu een potentieel gevaar? Moeten er tegen hen preventieve maatregelen getroffen worden?