Ziekte van Alzheimer: ondersteuning van de mantelzorger veelbelovend, effect van medicatie nog beperkt

Array

Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) onderzocht de werkzaamheid van de behandelingen met en zonder medicatie bij de ziekte van Alzheimer. Het stelde vast dat de enige interventie waarbij een belangrijk uitstel van de opname in een tehuis werd aangetoond, bestaat uit een professionele en langdurige ondersteuning van de mantelzorger van de patient. Het potentiele effect van deze niet-medicamenteuze interventie blijkt groter te zijn dan wat met de huidige geneesmiddelen kon worden aangetoond. Het KCE raadt verder ook aan om het gebruik van antipsychotica bij Alzheimer patienten zoveel mogelijk te beperken omdat dit gebruik gepaard gaat met een hoger sterftecijfer.
Naar schatting leven momenteel in Belgie ruim 130 000 personen met een of andere vorm van dementie. De meest voorkomende oorzaak is de ziekte van Alzheimer. Momenteel zouden er ongeveer 75 000 patienten in Belgie aan deze aandoening lijden, maar exacte cijfers zijn er niet. Van deze patienten zijn er ongeveer 34 000 opgenomen in een tehuis. De gemiddelde leeftijd is rond de 80 jaar en twee derde is een vrouw.Voor de ziekte van Alzheimer bestaan er behandelingen met en zonder medicatie. Het KCE zocht naar het bewijs van hun werkzaamheid en kosteneffectiviteit.

Nadat de huisarts het begin van de dementie vermoedt op basis van dagelijkse contacten en een aantal eenvoudige testen, kan de specialist de diagnose verfijnen, oa met neuropsychologische testen. Daarnaast zijn de laatste jaren een aantal nieuwe testen ontwikkeld met behulp van scans, lumbaalpuncties of soms ook genetische testen. Op die manier kan de ziekte zelfs in een zeer vroeg stadium tamelijk accuraat vastgesteld worden. Maar omdat er nog geen behandeling bestaat die de evolutie van de ziekte echt kan stoppen, is een zeer vroege diagnose vandaag nog niet echt nodig.

Beperkte werkzaamheid van de huidige geneesmiddelen
De werkzaamheid van het huidige arsenaal aan geneesmiddelen is zeer beperkt. De studies van de acetylcholinesterase inhibitoren tonen aan dat ze bij een op tien patienten de symptomen (vb geheugenstoornissen) onder controle houden. De evolutie van de ziekte kan echter niet worden stopgezet. Bij sommige van de momenteel terugbetaalde geneesmiddelen is de bewezen werkzaamheid zelfs zo laag dat het KCE de terugbetaling in vraag stelt (Ginkgo biloba, memantine monotherapie). Voor al deze producten zijn de meeste kosteneffectiviteitstudies niet echt betrouwbaar. Ze stellen bvb dat deze geneesmiddelen de opname in een tehuis uitstellen, terwijl dit niet blijkt uit gerandomiseerde studies.

Toch neemt naar schatting 70% van de patienten die thuis verblijven en een derde van de patienten in een tehuis een acetylcholinesterase inhibitor. Andere momenteel terugbetaalde geneesmiddelen voor de ziekte van Alzheimer worden minder vaak gebruikt.

Beperking van gebruik antipsychotica aangewezen
Het KCE analyseerde ook welke factoren van belang zijn voor de overleving van de Alzheimer patient na het starten van een behandeling met een acetylcholinesterase inhibitor. Een verhoogde kans op overlijden werd gezien bij het gelijktijdig gebruik van antipsychotica, wat een bevestiging is van bestaande studies. Het KCE raadt de artsen daarom aan het gebruik van antipsychotica bij Alzheimer patienten zoveel als mogelijk te beperken.

Ondersteuning van de mantelzorger essentieel
De enige interventie waarbij een belangrijk uitstel van de opname in een tehuis werd aangetoond, is een professionele en langdurige ondersteuning van de mantelzorger van de Alzheimer patient. Door het meer doeltreffend leren omgaan met de ziekte van de patient blijft de levenskwaliteit van patient en mantelzorger ook beter bewaard.

Het KCE beveelt de overheid aan een grootschalige gerandomiseerde studie uit te voeren naar de meest effectieve vorm van ondersteuning van de mantelzorger, alsook een studie van de kosteneffectiviteit van deze aanpak. Ook andere vormen van niet-medicamenteuze behandeling (bvb cognitieve stimulatie) zijn veelbelovend maar moeten nog verder worden gestandaardiseerd.

De volledige tekst van de studie is beschikbaar op de website van het KCE: www.kce.fgov.be (rubriek publicaties) onder de referentie KCE Reports vol.111A.
toegevoegd : 3/07/2009

Bron : Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg

Redactie Medicalfacts/ Janine Budding

Ik heb mij gespecialiseerd in interactief nieuws voor zorgverleners, zodat zorgverleners elke dag weer op de hoogte zijn van het nieuws wat voor hen relevant kan zijn. Zowel lekennieuws als nieuws specifiek voor zorgverleners en voorschrijvers. Social Media, Womens Health, Patient advocacy, patient empowerment, personalized medicine & Zorg 2.0 en het sociaal domein zijn voor mij speerpunten om extra aandacht aan te besteden.

Ik studeerde fysiotherapie en Health Care bedrijfskunde. Daarnaast ben ik geregistreerd Onafhankelijk cliëntondersteuner en mantelzorgmakelaar. Ik heb veel ervaring in diverse functies in de zorg, het sociaal domein en medische-, farmaceutische industrie, nationaal en internationaal. En heb brede medische kennis van de meeste specialismen in de zorg. En van de zorgwetten waaruit de zorg wordt geregeld en gefinancierd. Ik ga jaarlijks naar de meeste toonaangevende medisch congressen in Europa en Amerika om mijn kennis up-to-date te houden en bij te blijven op de laatste ontwikkelingen en innovaties. Momenteel ben doe ik een Master toegepaste psychologie.

De berichten van mij op deze weblog vormen geen afspiegeling van strategie, beleid of richting van een werkgever noch zijn het werkzaamheden van of voor een opdrachtgever of werkgever.

Recente artikelen