Geheugen vastgesteld bij foetus van 30 weken

Array

Maastrichts onderzoek in Amerikaans tijdschift Child Development
30weeks_2Het geheugen van een mens begint in de baarmoeder. Weinig is echter nog bekend over het exacte moment van ontstaan van het geheugen en over hoe lang dat geheugen is. Onderzoek onder leiding van prof.dr. Jan Nijhuis, hoofd afdeling Obstetrie & gynaecologie van het Maastricht Universitair Medisch Centrum+, heeft aangetoond dat korte-termijn geheugen bij foetussen begint wanneer ze dertig weken oud zijn. De resultaten van het onderzoek verschijnen morgen in het gezaghebbende Amerikaanse tijdschrift Child Development.

Het is een verdere stap is een ontwikkeling, waarbij gynaecologen vijfentwintig jaar geleden ontdekten dat een foetus zich gedraagt als een mens met alle elementen van menselijk gedrag als ademen, slapen, wakker zijn en zuigen. Vervolgens probeerde men de vraag te beantwoorden of neurologisch onderzoek bij de foetus mogelijk is. In het verlengde daarvan kwam de vraag naar het al of niet aanwezig zijn van geheugen bij een foetus.

Resultaten
De resultaten van het onderzoek Fetal Learning and Memory laten zien dat het geheugen van een foetus zich van tien minuten bij dertig weken ontwikkelt tot vier weken bij foetussen van 34 en 36 weken.

De test bestond uit een prikkeling van het been met een trilling en geluid (een vibro-akoestische stimulus). Dat wordt de eerste keer als onveilig ervaren (Het geheugen speelt een belangrijke rol in het interpreteren van signalen als ‘veilig’ of ‘onveilig’. Het tikken van de verwarming ’s nachts is veilig, maar wanneer iemand ’s nachts probeert de voordeur te forceren wordt dat als onveilig geïnterpreteerd en schrikt men wakker). Echter, na enkele keren ‘herkent’ de foetus de prikkel en reageert hij daar niet meer op als ‘onveilig.’ Bij een volgende test “herinnert” de foetus zich dat de prikkel veilig is, en reageert hij veel minder vaak. Het verschil in aantal prikkels waarop de foetus niet meer reageert is de ‘maat’ voor het geheugen.

Deze test is in dit onderzoek uitgevoerd bij foetussen van 30, 32, 34, 36 en 38 weken


Stap voorwaarts
“Het is weer een stap voorwaarts in het inzicht krijgen in de ontwikkeling van de foetus voor de bevalling”, licht prof.dr. Jan Nijhuis het belang van het onderzoek toe. “Door meer inzicht in allerlei aspecten van de ontwikkelingsfasen die een foetus doormaakt, kunnen we wellicht op termijn met behulp van neurologisch onderzoek beter gaan bepalen op welk moment we een baby het beste kunnen gaan ‘halen’ wanneer dat aan de orde is. Bovendien zouden we in de toekomst dan mogelijke tekortkomingen en afwijkingen in die ontwikkeling beter kunnen constateren en zo risicovolle kinderen herkennen.”

Bron: MUMC+

Recente artikelen