Tien jaar succesvolle behandeling plas- en poepproblemen bij kinderen
ArrayPlas- en poepproblemen bij kinderen zijn goed te behandelen. Zolang de behandeling maar op tijd start, de juiste medici zich met het probleem bezighouden en de juiste therapie wordt gevolgd. Dat is de ervaring van het Kinder Incontinentie Team (KIT) van het Jeroen Bosch Ziekenhuis. Dit team maakt al tien jaar met succes kinderen met serieuze (plas)problemen zindelijk.
Veel schoolgaande kinderen zijn niet zindelijk. In elke basisschoolklas zitten gemiddeld twee kinderen die hun plas nog niet kunnen ophouden. Dit levert op latere leeftijd vaak nog problemen op. Als een kind van zeven nog in bed plast, is de kans zelfs 10 procent dat het dit als volwassene ook nog doet.
90% alsnog zindelijk
Vaak zijn er meerdere lichamelijke en psychische oorzaken waarom kinderen na hun vijfde levensjaar nog niet zindelijk zijn. Daarom startte het Jeroen Bosch Ziekenhuis tien jaar geleden met een Kinder Incontinentie Team. Dit team bestaat uit twaalf mensen met uiteenlopende deskundigheden, zoals een kinderarts, een kinderbekkenfysiotherapeut, een kinderpsycholoog, een pedagogisch medewerker, een kinderuroloog en een kinderverpleegkundige. Samen bekijken zij het kind en zoeken ze een gepaste therapie om de problemen te verhelpen. En met succes. Zo wordt meer dan 90 procent van de behandelde bedplassers alsnog zindelijk.
KIT-carrousel
Belangrijke bijdrage aan het succes was de vorming van de ‘KIT-carrousel’ in 2006: dit is een doorloopspreekuur waarop het patientje door drie verschillende medewerkers wordt gezien. Bijgehouden dagboeken worden beoordeeld. Er wordt een echo van de buik gemaakt en gemeten hoeveel en hoe snel het kind plast. Daarna stellen de medewerkers samen een behandelplan op. Kinderen worden alleen op verwijzing van een kinderarts door het KIT in behandeling genomen.
Bron: JBZ