De lastmeter wordt het aanbevolen instrument om psychosociale problematiek bij kanker te signaleren.

Array

abstractKanker veroorzaakt niet alleen lichamelijke klachten, maar ook vaak angst, onzekerheid, depressie en andere psychosociale problemen. De basale psychosociale zorg die de behandelend arts en verpleegkundige geven, omvat goede voorlichting, communicatie en ondersteuning bij revalidatie. Voor circa 70-75% van de patienten is deze basale zorg, mits van goede kwaliteit, voldoende om adequaat met de ziekte en de gevolgen daarvan te leren leven. Ongeveer 25-30% van de kankerpatienten hebben echter ook gespecialiseerde psychosociale zorg nodig. Deze zorg wordt in Nederland niet systematisch gegeven. Zonder standaard signalering van de behoefte aan die zorg is er dan ook sprake van onderdiagnostiek en onderbehandeling. Daarom is een van de doelstellingen uit het Nationaal Programma Kankerbestrijding de algemene invoering van een gevalideerd instrument dat de psychosociale zorgbehoefte van kankerpatienten kan detecteren.
De Nederlandse Vereniging voor Psychosociale Oncologie (NVPO) heeft het initiatief genomen om samen met de Vereniging van Integrale Kankercentra en KWF Kankerbestrijding de richtlijn ‘Detecteren behoefte psychosociale
zorg’ te ontwikkelen als handreiking voor het werkveld. Een multidisciplinaire richtlijnwerkgroep met gemandateerde leden vanuit de landelijke verenigingen (NVPO, NIP, NVMW, NVvP, V&VN Oncologie en NFK), onder voorzitterschap van prof. dr. J.C.M. de Haes, legt momenteel de laatste hand aan de concepttekst van deze richtlijn. In de maand mei kunt u de concepttekst tegemoet zien voor de schriftelijke commentaarronde. De richtlijn zal in het najaar van 2009 verschijnen op www.oncoline.nl. Met dit nieuwsbericht wil de richtlijnwerkgroep u alvast op de hoogte stellen van een enkele aanbeveling.
Tijdige signalering en passende verwijzing
Om het systematisch signaleren van de behoefte aan psychosociale zorg te bewerkstelligen, en indien nodig, een passende verwijzing te laten plaatsvinden, bevat de richtlijn aanbevelingen voor professionals die kankerpatienten basale of gespecialiseerde psychosociale zorg bieden. Deze aanbevelingen zijn gebaseerd op een zo hoog mogelijke graad van wetenschappelijk bewijs of consensus. Op basis van landelijke inventarisatie van knelpunten zijn de volgende vijf uitgangsvragen in de richtlijn uitgewerkt:
1. Welk instrument is het meest geschikt om bij volwassen kankerpatienten gedurende het gehele
ziekteproces psychosociale distress vast te stellen?
2. Op welke meetmomenten in het patiententraject moet het instrument worden ingezet om tijdig distress te
kunnen meten?
3. Wie bespreekt wat, wanneer en hoe met de patient, n.a.v. de uitkomsten van het instrument?
4. Bij welke mate van distress moet doorverwezen worden en naar wie?
5. Wat zijn de organisatorische randvoorwaarden waarbinnen detectie (instrument, gesprek en verwijzing)
succesvol kan worden toegepast?

Het aanbevolen instrument
Om de eerste vraag te beantwoorden heeft de richtlijnwerkgroep een aantal criteria geformuleerd. Het
geselecteerde instrument moet:
1. distress meten in een brede zin;
2. kankergeneriek zijn, dat wil zeggen geschikt voor alle typen kanker en dus niet tumor-specifiek;
3. geschikt zijn voor volwassen patienten;
4. betrouwbaar en valide zijn gebleken (internationaal en in Nederland);
5. klinisch relevante niveaus van distress onderscheiden, dat wil zeggen een gevalideerd afkappunt
kennen;
6. praktisch hanteerbaar zijn.

Distress
Voor het meten van distress is uitgegaan van de definitie van de NCCN ‘Distress is a multifactorial unpleasant emotional experience of a psychological (cognitive, behavioral, emotional), social and/or spiritual nature that may interfere with the ability to cope effectively with cancer, its physical symptoms and its treatment. Distress extends along a continuum ranging from common normal feelings of vulnerability, sadness and fears to problems that can become disabling such as depression, anxiety, panic, social isolation and existential and spiritual crisis.’ De werkgroep heeft besloten dat het instrument voldoende breed moet zijn en dat het daarom minimaal de volgende domeinen moet beslaan: 1) emotionele distress, 2) moeheid, 3) pijn, 4) sociale functie, 5) activiteiten en 6) andere klachten. Daarnaast denken wij dat het instrument vooral ook aantrekkelijk is als het 1) werk, 2) spirituele aspecten, 3) seksualiteit, 4) angst voor terugkeer van de ziekte, 5) slaap en 6) body image kan meten. Ook is – gezien de gewenste hanteerbaarheid – besloten niet een batterij van vragenlijsten te selecteren, maar een enkel instrument dat dient voor een eerste, zij het relatief grove signalering.

De Distress Thermometer – Lastmeter
Op basis van literatuuronderzoek zijn elf potentieel interessante instrumenten beoordeeld aan de hand van de
bovengenoemde criteria. De Distress Thermometer bleek aan de meeste eisen te voldoen. Dit instrument meet
met een enkel item, een thermometer die gescoord wordt van 0 – 10, de ernst van distress bij kankerpatienten.
Daarnaast wordt de zogenaamde probleemlijst aangeboden. Hierop kan de patient aangeven op welke gebieden
hij/zij al dan niet een probleem ervaart. De domeinen zijn: lichamelijke problemen, emotionele problemen,
spirituele problemen, sociale problemen en praktische problemen. De lijst kan door de patient zelf worden
ingevuld. De Distress Thermometer is gevalideerd in Nederland bij patienten met verschillende typen kanker1. De
werkgroep heeft voorgesteld de in Nederland gevalideerde versie als uitgangspunt te nemen. Het
signaleringsinstrument zal de lastmeter worden genoemd (zie bijlage).
Meetmomenten, gesprek, verwijzing en randvoorwaarden
De richtlijnwerkgroep heeft tevens aanbevelingen geformuleerd voor de momenten waarop de lastmeter moet worden ingezet, het gesprek met de patient en de vaardigheden die hiervoor nodig zijn, de verwijzing naar gespecialiseerde psychosociale hulpverleners alsook de organisatorische randvoorwaarden. Deze aanbevelingen kunt u binnenkort lezen in de concepttekst van de richtlijn ‘Detecteren behoefte psychosociale zorg’.

Voor het signaleren van psychosociale zorgbehoefte geeft het IKR de voorkeur aan de Lastmeter. De Lastschaal is van origine een Amerikaans gevalideerd instrument dat al op verschillende wijzen is omgezet naar een Nederlandse versie.

Wat is de lastmeter?
Dit instrument, gebaseerd op de Amerikaanse Distress Thermometer wordt in het merendeel van de ziekenhuizen in de IKR regio gebruikt. De lastmeter bestaat uit twee onderdelen. De eerste is een lastschaal waarop patienten met een cijfer van 0 tot 10 kunnen aangeven welke last zij ervaren tengevolge van hun ziekte. Het tweede onderdeel is een probleeminventarisatie op verschillende domeinen (praktisch, gezin/sociaal, emotioneel, religieus/spiritueel en lichamelijk).

Naast een signaleringsinstrument is de Lastmeter ook een communicatiehulpmiddel voor psychosociale aspecten. Gebruik ervan kan de kwaliteit van de gesprekken tussen zorgverleners en kankerpatienten verbeteren.

Meer informatie

Lastmeter

Richtlijn

NCCN richtlijn Distress Management

Toepassing lastmeter
Patienten vullen op gezette tijden de Lastmeter in, vanaf de periode kort na diagnose tot aan beeindiging van de follow-up. De patient moet bij de eerste keer invullen op de hoogte zijn van de diagnose en het (voorlopige) behandelplan. Door regelmatig te screenen kan het verloop in de ernst en aard van de klachten gevolgd worden en kan ook snel ingesprongen worden op een (veranderde) zorgbehoefte.

Score 5 of hoger?
Uit onderzoek onder een cross-sectionele groep (van 260) kankerpatienten behandeld in de IKN-regio blijkt dat patienten die op de thermometer een 5 of hoger omcirkelen om hun totale draaglast te omschrijven, extra ondersteuning nodig hebben (10). Met behulp van de probleeminventarisatie kan de zorgverlener die de antwoorden met de patient bespreekt in één oogopslag zien op welk domein de patient problemen ervaart. Op basis hiervan kan de zorgverlener bepalen of verwijzing nodig is en welke zorgverlener daarvoor het meest geschikt is. Ook bij een lagere score volgt een korte check of de antwoorden kloppen met de gegeven score. Tot slot kan de patient aangeven of hij voor de ervaren problemen wel, misschien of niet professionele ondersteuning wil.

Redactie Medicalfacts/ Janine Budding

Ik heb mij gespecialiseerd in interactief nieuws voor zorgverleners, zodat zorgverleners elke dag weer op de hoogte zijn van het nieuws wat voor hen relevant kan zijn. Zowel lekennieuws als nieuws specifiek voor zorgverleners en voorschrijvers. Social Media, Womens Health, Patient advocacy, patient empowerment, personalized medicine & Zorg 2.0 en het sociaal domein zijn voor mij speerpunten om extra aandacht aan te besteden.

Ik studeerde fysiotherapie en Health Care bedrijfskunde. Daarnaast ben ik geregistreerd Onafhankelijk cliëntondersteuner en mantelzorgmakelaar. Ik heb veel ervaring in diverse functies in de zorg, het sociaal domein en medische-, farmaceutische industrie, nationaal en internationaal. En heb brede medische kennis van de meeste specialismen in de zorg. En van de zorgwetten waaruit de zorg wordt geregeld en gefinancierd. Ik ga jaarlijks naar de meeste toonaangevende medisch congressen in Europa en Amerika om mijn kennis up-to-date te houden en bij te blijven op de laatste ontwikkelingen en innovaties. Momenteel ben doe ik een Master toegepaste psychologie.

De berichten van mij op deze weblog vormen geen afspiegeling van strategie, beleid of richting van een werkgever noch zijn het werkzaamheden van of voor een opdrachtgever of werkgever.

One thought on "De lastmeter wordt het aanbevolen instrument om psychosociale problematiek bij kanker te signaleren."

  1. VUmc introduceert Lastmeter bij borstkankerpatiënten | Medicalfacts

    […] aan de relatie met de partner, een verandering van het zelfbeeld of het functioneren in een baan. De Lastmeter, een instrument gericht op het meten van de kwaliteit van leven, moet hierin verandering brengen. […]

Comments are closed.

Recente artikelen