“Onbedoeld Achterblijven Operatiemateriaalâ€
Landelijke Vereniging van Operatieassistenten presenteert richtlijn
De Landelijke Vereniging van Operatieassistenten (LVO) heeft op 6 oktober jl. tijdens een themamiddag haar eerste landelijke “ Evidence-based†richtlijn gepresenteerd, die ze in samenwerking met het Kwaliteitsinstituut CBO heeft ontwikkeld. Deze richtlijn is ter voorkoming van het onbedoeld achterblijven van materiaal na een operatie. De richtlijn werd gepresenteerd door Nicole Dreessen, voorzitter van de werkgroep, in aanwezigheid van leden van de LVO, de Inspectie voor de Gezondheidszorg, het Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg (CBO) en verzekeraar MediRisk.
In het rapport van de Inspectie voor de gezondheidszorg (IGZ) medio oktober 2008, met als titel “ Toezicht operatief proces, deel 2†, geeft het IGZ aan dat zij het noodzakelijk acht dat men in de ziekenhuizen op de operatieafdeling gestructureerd en gecontroleerd werkt. Op deze manier is men niet afhankelijk van goede bedoelingen en persoonlijke inzet. In het kader van de kwaliteitswetgeving is het aan het veld om regels en normen op te stellen, deze te implementeren en hierover ook verantwoording af te leggen. Het gaat dan om standaardisatie van het basisproces, goede overdrachten met checklijsten, stopmomenten (‘time-out’) en goede registratie om het aantal risico’s voor de patient te verminderen.
MediRisk en Centramed, verzekeraars voor medische aansprakelijkheid van de ziekenhuizen in Nederland, krijgen regelmatig schadeclaims binnen die het gevolg zijn van het onbedoeld achterblijven van operatiemateriaal. Zij juichen het opstellen van een landelijke richtlijn toe.
De LVO heeft de verantwoordelijkheid op zich genomen en heeft daarom de landelijke richtlijn met als titel “Onbedoeld Achterblijven Operatiemateriaal†gepubliceerd. Met operatiemateriaal wordt bedoeld : gazen, instrumenten, hechtnaalden en disposables. De richtlijn is een document met aanbevelingen en handelingsinstructies ter ondersteuning van de dagelijkse praktijkvoering. De richtlijn berust op de resultaten van wetenschappelijk onderzoek en aansluitende meningsvorming, gericht op het expliciteren van goed handelen voor , tijdens en na een operatieve ingreep.
Jan Maarten van den Berg, inspecteur IGZ, gaf tijdens de presentatie aan dat de ziekenhuizen de richtlijn als norm moeten zien en dus aan de aanbevelingen moeten voldoen om kwalitatief goede zorg te verlenen. De Inspectie zal deze dan ook meenemen in de  ‘follow- up’ van het toezicht operatief proces in 2010. Afwijken van de richtlijn kan, als de situatie van de patient dat vereist, noodzakelijk zijn. Maar wanneer men van de richtlijn afwijkt, dient dit wel beargumenteerd en gedocumenteerd te worden.
De richtlijn zal namens de LVO naar alle ziekenhuizen worden toegestuurd en deze is tevens te lezen op de site van de LVO (www.lvo.nl)