Vergelijkende informatie over nieuwe geneesmiddelen
ArrayIn de periode voor toelating tot de markt is ongeveer de helft van de nieuwe geneesmiddelen vergeleken met een ander geneesmiddel. Vier van de vijf nieuwe middelen zijn daarbij vergeleken met het eerste keuzemiddel bij de behandeling. Doel was vooral om aan te tonen dat het nieuwe middel werkt en daarbij ten minste niet slechter werkt. Dat blijkt uit het proefschrift van Johan van Luijn.
Verder blijkt dat bij 1 op de 10 nieuwe geneesmiddelen sprake was van een verbeterde werkzaamheid. Van de vergelijkende studies was ongeveer een derde gepubliceerd op het moment dat het nieuwe middel op de markt werd toegelaten. Onder de nieuwe geneesmiddelen waarbij geen vergelijkend onderzoek is uitgevoerd, zitten verhoudingsgewijs veel middelen waarvan wel veel wordt verwacht ter verbetering van de behandeling, omdat ze op een nieuwe manier werken.
Dit zijn enkele resultaten van een onderzoek naar de beschikbaarheid, kwaliteit en het gebruik van vergelijkende informatie over nieuwe geneesmiddelen op het moment dat ze op de markt mogen verschijnen. Deze informatie is belangrijk omdat inzicht in de verschillen en overeenkomsten tussen geneesmiddelen de arts helpt een goede keuze te kunnen maken. Bovendien is kennis over de voordelen van een nieuw geneesmiddel belangrijk bij beslissingen over de vergoeding, zeker als sprake is van een hogere prijs.
De resultaten van het onderzoek hebben betrekking op nieuwe geneesmiddelen die tussen 1999 en 2005 zijn beoordeeld voor toelating tot de markt van de Europese Unie (EU). Voor informatie over deze geneesmiddelen is gebruik gemaakt van de openbare beoordelingsrapporten van de registratieautoriteiten. 13-01-2010, 10:30 uur , Academiegebouw, Domplein 29, Utrecht. Johan van Luijn, Farmaceutische Wetenschappen Proefschrift: Comparative information on new medicines Promotor 1: Prof. dr. H.G.M. Leufkens Promotor 2: Prof. dr. F.W.J. Gribnau