NZa: Geen nadelige effecten van koppelverkoop door een zorgverzekeraar met een economische machtpositie

Minister Klink erkent aan de Kamerlid Smilde nog maar weinig zorgverzekerende bij twee verschillende verzekeraars de basisverzekering en de aanvullende verzekering heeft afgesloten en heeft door de NZa onderzoek laten doen naar koppelverkoop bij zorgverzekeringen.
(Ingezonden 4 december 2009) In een persbericht van de Consumentenbond d.d. 2 december 2009, stond dat er nog steeds sprake is van koppelverkoop bij zorgverzekeringen.  Klink meldt echter dat verzekeraars zelf mogen bepalen, op basis van Europese schaderichtlijnen, of zij hun aanvullende verzekering willen “koppelen” aan de basisverzekering of ook “los” willen aanbieden, al dan niet met een toeslag.  In de Zorgverzekeringswet (art. 120) is opgenomen dat een verzekeraar de aanvullende verzekering niet mag beeindigen indien de basisverzekering door de verzekerde wordt opgezegd. Ook hierbij geldt dat de verzekeraar dan zelf mag bepalen of er in dat geval een toeslag op de aanvullende verzekering wordt gehanteerd. Vanuit de overweging dat de concurrentie tussen verzekeraars optimaal moet zijn en hier geen afbreuk aan gedaan mag worden, heeft Klink de NZa te laten analyseren hoe zorgverzekeraars voor verzekerden de keuzevrijheid bedreigen via de koppeling basis en aanvullende verzekering. De NZa gaat in haar analyse nader in op een aantal voordelen van de gekoppelde verkoop van de basisverzekering en de aanvullende verzekering (zoals één loket, dezelfde zorgaanbieders, soepeler declaratieverkeer).

De voordelen die verzekerden nu krijgen als de basisverzekering en aanvullende verzekering bij dezelfde verzekeraar afsluiten leidt ook niet het separaat afsluiten van een basis- en een aanvullende verzekering.  Ook zijn veel verzekerden er niet van op de hoogte dat zij hun basisverzekering elders kunnen afsluiten en hun aanvullende verzekering kunnen behouden. Daarom vindt Klink het belangrijk dat zorgverzekeraars transparante informatie verstrekken over de (financiele) consequenties voor de verzekerde wanneer de basisverzekering wordt opgezegd en de verzekerde de aanvullende verzekering wil behouden. De NZa controleert of de zorgverzekeraars het Richtsnoer Informatieverstrekking naleven. Hierin zijn richtlijnen aangegeven over bijvoorbeeld het informeren van de verzekerde over de eventuele toeslag op de premie aanvullende verzekering als er geen basisverzekering bij dezelfde zorgverzekeraar is afgesloten.

Vanuit de overweging dat de concurrentie tussen verzekeraars optimaal moet zijn en hier geen afbreuk aan gedaan mag worden, heeft minister Klink door de NZa te laten analyseren hoe zorgverzekeraars voor verzekerden de keuzevrijheid bedreigen via de koppeling basis en aanvullende verzekering.

Voor wat betreft de koppelverkoop in relatie tot de keuzevrijheid komt de NZa tot de conclusie dat een daadwerkelijk negatief effect van een gekoppelde verkoop op de keuzevrijheid van verzekerden als klein in te schatten is.  De NZa heeft de voor- en nadelen van de gekoppelde verkoop van de aanvullende verzekering en de basisverzekering in de bredere context van het functioneren van de markt van aanvullende verzekeringen geplaatst. Deze markt heeft samengevat de volgende kenmerken volgens de NZa.

Concurrentie tussen zorgverzekeraars vindt plaats via de aanvullende verzekeringen, naast die via de collectieve zorgverzekeringen en de premie van de basisverzekering. Hieruit vloeit de ontwikkeling voort dat verzekeraars gecombineerde verzekeringen (basisverzekering en aanvullende verzekering) aanbieden. Daarbij vindt het weigeren van verzekerden door zorgverzekeraars voor een aanvullende verzekering nauwelijks plaats. Een strenge selectie voor de aanvullende verzekering ligt zeer gevoelig bij consumenten en zorgverzekeraars kunnen hierdoor snel imagoschade oplopen.

Een ander belangrijk kenmerk van de markt is dat verzekerden zich bij voorkeur bij één en dezelfde verzekeraar verzekeren, vanwege de voordelen die dit met zich meebrengt. Een voordeel is bijvoorbeeld dat de verzekerde naar één loket kan. Een ander voordeel is dat de verzekerde niet hoeft om te kijken naar verschillen in contractering. In geval van gescheiden verzekeringen is het namelijk in principe mogelijk dat de verzekerde met verschillende zorgaanbieders te maken krijgt. Ook kan een voordeel zijn dat het declaratieverkeer soepeler verloopt als een verzekeraar zowel de basisverzekering en aanvullende verzekering voor de verzekerde uitvoert.

Hiernaast hebben verzekerden een onvolledig beeld van de markt van aanvullende verzekeringen. Zo vreest een substantieel deel nog steeds niet geaccepteerd te worden. Of is men niet op de hoogte van het feit dat men de basisverzekering kan opzeggen waarbij men de aanvullende verzekering kan behouden.

Tot slot geeft de NZa aan dat er een grote kans is op antiselectie bij de aanvullende verzekeringen. De meest populaire onderdelen van de aanvullende verzekeringen zijn brillen, tandzorg en fysiotherapie. De uitgaven voor deze soorten zorg zijn in belangrijke mate voorspelbaar. Het is voor verzekerden goed mogelijk om voorafgaand aan een `duur’ jaar een geschikte verzekering te kiezen. Voor verzekeraars bestaat het risico dat hierdoor de kosten hoog kunnen oplopen. Verzekerden kunnen daardoor vervolgens geconfronteerd worden met hoge premies. De situatie is echter dat het overgrote deel van de verzekerden weinig selectief zijn aanvullende verzekering kiest en dat er een relatief kleine groep is die bewust een afzonderlijke aanvullende verzekering kiest. Verzekeraars met een hoge opslag op de premie voor een afzonderlijke aanvullende verzekering geven dan ook aan dat de hoge premie de hoge kosten van antiselectie van een kleine groep verzekerden tegen moet gaan. Andere zorgverzekeraars maken het onmogelijk dat een verzekerde alleen een aanvullende verzekering afsluit.

Naast de beschrijving van deze kenmerken geeft de NZa in haar rapport aan dat ze tot nu toe geen aanleiding heeft gezien de NMa (die uitspraken doet over misbruik van een economische machtspositie) te wijzen op de nadelige effecten van koppelverkoop door een zorgverzekeraar met een economische machtpositie. Evenmin heeft de NZa aanleiding gezien zelf onderzoek te doen naar een toekomstige situatie van koppelverkoop door een zorgverzekeraar met aanmerkelijke marktmacht.

De NZa concludeert op basis van bovenstaande bevindingen dat het risico van een daadwerkelijk negatief effect van een gekoppelde verkoop op de keuzevrijheid van verzekerden als klein in te schatten is. Wel geeft de NZa aan dat de transparantie van de aanvullende verzekeringen voor verbetering vatbaar is. De NZa past daarom de “Richtsnoer Informatieverstrekking ziektekostenverzekeraars” toe op de aanvullende verzekeringen. Daarbij let de NZa er op dat zorgverzekeraars maximaal duidelijk zijn over de consequenties voor de verzekerde als hij geen basisverzekering maar wel een aanvullende verzekering wil afsluiten.

Klink ziet op dit moment geen aanleiding om vervolgstappen te nemen. Overigens is het ook lastig, gezien de Europese schaderichtlijnen, om te intervenieren op de markt van aanvullende verzekeringen. Klink vind het wel van belang dat verzekerden goed worden geïnformeerd door verzekeraars over de consequenties van het `los’ afsluiten van een aanvullende verzekering of de gevolgen van het opzeggen van de basisverzekering voor een eventuele aanvullende verzekering. De NZa zal hier nauwgezet op toezien.

Bron: VWS

Redactie Medicalfacts/ Janine Budding

Ik heb mij gespecialiseerd in interactief nieuws voor zorgverleners, zodat zorgverleners elke dag weer op de hoogte zijn van het nieuws wat voor hen relevant kan zijn. Zowel lekennieuws als nieuws specifiek voor zorgverleners en voorschrijvers. Social Media, Womens Health, Patient advocacy, patient empowerment, personalized medicine & Zorg 2.0 en het sociaal domein zijn voor mij speerpunten om extra aandacht aan te besteden.

Ik studeerde fysiotherapie en Health Care bedrijfskunde. Daarnaast ben ik geregistreerd Onafhankelijk cliëntondersteuner en mantelzorgmakelaar. Ik heb veel ervaring in diverse functies in de zorg, het sociaal domein en medische-, farmaceutische industrie, nationaal en internationaal. En heb brede medische kennis van de meeste specialismen in de zorg. En van de zorgwetten waaruit de zorg wordt geregeld en gefinancierd. Ik ga jaarlijks naar de meeste toonaangevende medisch congressen in Europa en Amerika om mijn kennis up-to-date te houden en bij te blijven op de laatste ontwikkelingen en innovaties. Momenteel ben doe ik een Master toegepaste psychologie.

De berichten van mij op deze weblog vormen geen afspiegeling van strategie, beleid of richting van een werkgever noch zijn het werkzaamheden van of voor een opdrachtgever of werkgever.

Recente artikelen