Risico’s antistollingsmedicijnen beter te voorspellen

In Nederland slikken maar liefst 360.000 mensen antistollingsmedicijnen, bijvoorbeeld om het risico op een hartinfarct of een beroerte te verminderen. Een kwart van de patienten kampt met sterke schommelingen in bloedwaarden, waardoor de medicijnen minder effectief worden, en de kans op ernstige bijwerkingen stijgt. UMCG-onderzoeker Nic Veeger ontdekte dat de eerste dertig dagen van de behandeling voorspellen of iemand goed reageert op medicijnen.

Bij langdurige antistollingsbehandeling wordt gebruik gemaakt van vitamine K antagonisten. Vitamine K is voor een belangrijke deel verantwoordelijk voor de aanmaak van stollingsfactoren in het bloed. Een stof die vitamine K remt (een antagonist) kan daarom een goed antistollingsmiddel zijn. Vitamine K antagonisten werden 60 jaar geleden geregistreerd als antistollingsmiddel. Inmiddels slikt meer dan twee procent van de Nederlandse bevolking deze medicijnen, en het gebruik neemt nog altijd toe. Onder meer de vergrijzing en de toename van obesitas spelen daarbij een rol.

Een kwart vraagt extra aandacht
Uit het onderzoek van Veeger blijkt dat zo’n driekwart van de patienten zeer goed is geholpen met vitamine K antagonisten als fenprocoumon en acenocoumarol. Zij moeten weliswaar regelmatig (1 à 2 keer per maand) ter controle naar de trombosedienst, maar de mate van stolling van hun bloed blijft tussen de 45 en 65% van de tijd tussen streefwaarden, zo blijkt. Bij een kwart van de patienten zijn de stollingswaarden maximaal 45% van de tijd in het streefgebied. Deze patienten hebben een verhoogde kans op trombo-embolie (een bloedprop) dat een beroerte kan veroorzaken, of een ernstige bloeding.

Risico’s beter inschatten
Het is van groot belang dat snel duidelijk is of een patient tot de risicogroep behoort die slecht instelbaar is. Veeger ontdekte twee goede voorspellers. Ten eerste blijkt dat de eerste 30 dagen van de behandeling een goede indicatie geeft voor het verdere verloop van de behandeling. Ten tweede blijkt een kleine, ongevaarlijke bloeding kort na de start van de behandeling een voorspeller te zijn voor grotere problemen later in het traject. Veeger: “Aan de hand van deze voorspellers kunnen hoogrisicopatienten vroegtijdig opgespoord worden. Door extra maatregelen en eventuele aanpassing van de behandeling kan ook voor deze groep mogelijk een beter resultaat worden bereikt.”

Kansen door nieuwe medicijnen
Internationaal zijn nieuwe antistollingsmedicijnen in opkomst. Een aantal hiervan zal naar verwachting snel op de Nederlandse markt worden toegelaten. Veeger: “Het is nog vroeg, maar voor patienten die niet goed op de bestaande medicijnen reageren, bieden deze nieuwe medicijnen wellicht uitkomst.” Of de nieuwe medicijnen voor alle patienten zoveel voordeel zal bieden, is echter nog maar de vraag. Veeger: “Therapietrouw is heel belangrijk bij het gebruik van antistollingsmedicijnen. In Nederland hebben we een zeer effectief systeem van gespecialiseerde trombosediensten en is de therapietrouw erg hoog. Bij de nieuwe medicijnen hoeft de patient niet meer door de trombosedienst gecontroleerd te worden. Dit is een groot voordeel, maar de kans is groot dat dan de therapietrouw afneemt. De werkzaamheid van de nieuwe medicijnen wordt hierdoor nadelig beïnvloed. Daarom moet dit voor de Nederlandse situatie nog uitgebreid worden onderzocht.”

Vernieuwend onderzoek
Eerder onderzoek naar de effectiviteit van antistollingsmedicijnen was veelal gericht op gemiddelde risico’s onder grotere aantallen patienten. Vernieuwend aan Veegers onderzoek is dat voor de individuele patient de risico’s op langere termijn in kaart werden gebracht. Veeger analyseerde het verloop van bloedwaarden over langere tijd van in totaal zo’n zesduizend patienten.

Curriculum vitae
Nic Veeger (Zwolle, 1961) studeerde fysiotherapie en bewegingswetenschappen te Groningen, en klinische epidemiologie in Rotterdam. Hij verrichtte zijn onderzoek aan de afdeling Hematologie van het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG). Veeger promoveert tot doctor in de medische wetenschappen bij prof.dr. J.C. Kluin-Nelemans en prof.dr. J.L. Hillege. Hij werkt als klinisch epidemioloog bij het Trial Coordination Center van het UMCG. De titel van zijn proefschrift luidt: ‘Individual Approach Towards Optimal Oral Anticoagulation’. Veeger promoveert 17 februari aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Redactie Medicalfacts / Alida Budding - Hennink

Samen met mijn dochter Janine Budding verzorg ik dagelijks het online medisch nieuws voor zorgverleners, zodat zorgverleners elke dag weer op de hoogte zijn van het nieuws wat voor hen relevant is. De rol en beleving van patiënt & Healthy Ageing, zijn voor mij speerpunten om extra aandacht aan te besteden.

Ik heb jarenlang ervaring in diverse functies in thuiszorg.

Recente artikelen