Verlagen screeningsleeftijd borstkanker niet zinvol
ArrayBorstkanker is een groot gezondheidsprobleem. Eén op de acht vrouwen krijgt ooit in haar leven te maken met borstkanker en iedereen kent wel iemand in zijn of haar omgeving die is getroffen door deze ziekte. Nederland kent al twintig jaar een goed georganiseerd bevolkingsonderzoek. Het doel van het bevolkingsonderzoek naar borstkanker is de verlaging van de borstkankersterfte door borstkanker in een vroegtijdig stadium op te sporen, voordat de vrouwen klachten hebben. Mede dankzij dit bevolkingsonderzoek is de sterfte aan borstkanker in die tijd met zo’n 25% afgenomen. Op 18 januari 2010 heeft de Tweede Kamer een motie aangenomen over borstkanker.Minister Klink heeft onderzocht of de screeningsleeftijd voor borstkanker verlaagd moet worden om de sterfte aan borstkanker verder te doen afnemen”.
Maar screening kent ook nadelen. Vroege opsporing leidt niet altijd tot gezondheidswinst. Een vrouw kan jaren eerder patient worden, zonder dat dit leidt tot betere overlevingskansen. Ook foute uitslagen zijn een groot nadeel. De psychische en fysieke belasting door nader onderzoek is (achteraf) onnodig geweest, wanneer de mammografie ten onrechte als verdacht is beoordeeld (fout- positieve uitslag). Een screeningsonderzoek waarbij ten onrechte geen verdachte afwijkingen zijn gevonden (fout-negatieve uitslag) kan vrouwen te veel geruststellen, zodat ze bij klachten niet tijdig naar de huisarts gaan.
Bij elk bevolkingsonderzoek dat de overheid aanbiedt wordt goed gekeken naar de balans tussen voor- en nadelen van screening. De leeftijdsgrenzen bij het bevolkingsonderzoek naar borstkanker zijn op basis van advies van de Gezondheidsraad vastgesteld, na wetenschappelijk onderzoek. Een reden dat het bevolkingsonderzoek naar borstkanker pas bij vijftig jaar begint, is dat de ziekte bij 75 procent van de vrouwen pas na die leeftijd voorkomt. Bovendien is de screeningsmethode met mammografie minder geschikt voor jongere vrouwen. Dit heeft ermee te maken dat de borsten bij jongere vrouwen (voor de menopauze) meer klierweefsel bevatten, waardoor een tumor lastiger is op te sporen met dit onderzoek. De nadelen van het bevolkingsonderzoek zouden voor deze leeftijdsgroep groter zijn dan de te behalen gezondheidswinst.
Vanuit de maatschappij is er een sterke roep om de leeftijdsgrenzen van het bevolkingsonderzoek te verruimen. Zo hebben al ruim 300.000 vrouwen de petitie ondertekend om het bevolkingsonderzoek vanaf 30 jaar te laten plaatsvinden (www.petities.nl/petitie/borstkankeronderzoek_vervroegen/ ). Toch heeft minister Klink heeft besloten de screeningsleeftijd niet te verlagen. Zowel KWF Kankerbestrijding als de Borstkankervereniging Nederland heeft het standpunt kenbaar gemaakt dat een dergelijke verlaging van de screeningsleeftijd niet zinvol is. Ook in het buitenland wordt de grens van 50 jaar aangehouden, conform de aanbeveling van de Raad van de Europese Unie van 2 december 2003. De Verenigde Staten hebben recent de Nederlandse richtlijnen voor mammografiescreening overgenomen.
Minister Klink laat – via het Centrum voor Bevolkingsonderzoek (CvB) bij het RIVM – continu onderzoek doen naar mogelijkheden voor verbetering van het bevolkingsonderzoek naar borstkanker. De afronding van het project `DigiBob’ dit jaar biedt nieuwe mogelijkheden, omdat de borstfoto’s niet meer analoog, maar digitaal worden gemaakt en beoordeeld. Het CvB heeft het Landelijk Referentiecentrum Bevolkingsonderzoek Borstkanker (LRCB) gevraagd naar de mogelijkheden die de digitalisering van de mammografie biedt voor leeftijdsverlaging. Dit advies op basis van literatuuronderzoek heb ik recent ontvangen. Digitale mammografie zou bij vrouwen tussen de 45 en 50 jaar mogelijk beter werken dan analoge. Of dit ook leidt tot minder sterfte aan borstkanker is nog niet wetenschappelijk bewezen. Daarvoor is nader onderzoek nodig. Minister Klink ziet de digitalisering als een mooie kans voor leeftijdsverlaging en hij gaat in overleg met het CvB en de Gezondheidsraad over het nut en de mogelijkheden van een proefbevolkingsonderzoek.
Via het traject Zichtbare Zorg (www.zichtbarezorg.nl) bevordert Klink dat gegevens worden verzameld over de tijd die in een ziekenhuis verstrijkt tussen het stellen van de diagnose (via pathologisch-anatomische (PA) analyse van het tumorweefsel) en het tijdstip van de primaire ingreep. Patienten kunnen kennis gaan nemen van deze cijfers, en het stimuleert ziekenhuizen om zichzelf met andere instellingen te vergelijken.
Bron: VWS